Tewerkstellingsvergunningen Saba
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2019D18089, datum: 2019-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-IV-55).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 IV-55 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2019Z08868:
- Indiener: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2019-05-14 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-05-15 13:00: Procedurevergadering commissie Koninkrijksrelaties (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2019-06-13 14:00: Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Algemeen overleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019
Nr. 55 BRIEF VAN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29Â april 2019
Tijdens het verzamel Algemeen Overleg (AO) Koninkrijksrelaties van 13 februari jl. heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, naar aanleiding van vragen van de leden Van Raak (SP) en Kuiken (PvdA), toegezegd met mij te overleggen over «het door Saba zelf laten afhandelen van werkvergunningen en uw Kamer hierover te informeren»1. Aangezien het verstrekken van tewerkstellingsvergunningen in Caribisch Nederland valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van SZW, informeer ik u in deze brief over de mogelijkheden om Saba hierin een rol te geven.
Het verstrekken van tewerkstellingsvergunningen (TWVâs) is een taak van de rijksoverheid. Het Openbaar Lichaam Saba (OLS) pleit er al enige tijd voor om de verantwoordelijkheid voor het verlenen van TWVâs van het Ministerie van SZW naar het OLS over te dragen. Deze wens van Saba dient te worden bezien in het perspectief van de behoefte aan meer autonomie.
In algemene zin geldt dat ik zeer hecht aan maatwerk waar het gaat om Caribisch Nederland. Daarbij moet er ruimte zijn voor de openbare lichamen om meer verantwoordelijkheden op zich te nemen, wanneer de basis daarvoor op orde is en er goede voortgang wordt geboekt op bestaande verantwoordelijkheden.
Ik juich het toe dat Saba streeft naar meer autonomie. Daarbij wil ik het OLS ook ondersteunen op de terreinen waarop dat kan. Om Saba tegemoet te komen heb ik reeds toegezegd om alle beleidsvrijheid die de Wet Arbeid Vreemdelingen BES (Wav BES) biedt in samenspraak met Saba in te vullen. Om de doorlooptijden te verkorten heb ik in november 2018 de beleidsregels rond het verlenen van de TWVâs op Saba versoepeld. Op deze manier kunnen moeilijk vervulbare vacatures, zoals voor leraren en dokters makkelijker en sneller vervuld worden. Indien noodzakelijk kan de lijst van moeilijk vervulbare vacatures worden uitgebreid.
Ik wil gezamenlijk met het OLS volgen hoe de ingezette wijziging uitpakt. Omdat de versoepeling pas eind november 2018 van kracht is geworden, is het nog te vroeg om conclusies te trekken. Wanneer de uitvoeringspraktijk daar aanleiding toe geeft, zijn aanpassingen binnen de praktische uitvoering denkbaar. Aan het bestuur van Saba is in april 2018 gevraagd om aan SZW zaken te melden waarvan de afhandeling in hun ogen tekort schiet.
Tot op heden is geen zaak in dit verband onder de aandacht gebracht. Aanvullend hierop wordt momenteel op uitvoeringsniveau (RCN-unit SZW in samenwerking met IND Caribisch Nederland) bezien welke aanpassingen in het proces en/of de toepasselijke wet- en regelgeving nodig zijn zodat de aanvraagprocedures voor een verblijfsvergunning en de TWV nog efficiënter kunnen worden ingericht.
Het decentraliseren van taken heeft toegevoegde waarde op dossiers waar ook beleidsvrijheid is om een eigen invulling te geven, waar mogelijkheden zijn voor lokaal maatwerk, zoals bijvoorbeeld bij lokaal armoedebeleid. Alle ruimte die er is in het toekennen van TWVâs, is reeds in samenspraak met Saba, ingevuld. Wat resteert is de uitvoering, waar nauwelijks beleidsvrijheid is. Het betreft een zorgvuldig, administratief proces, zonder discretionaire ruimte voor afwijkingen. Een proces dat op dit moment efficiĂ«nt en effectief is ingericht, met veel waarborgen. Het is een proces dat bovendien nauw samenhangt met de toelating van vreemdelingen tot het Koninkrijk. De verlening van een TWV op grond van de Wav BES is onlosmakelijk verbonden met de verlening van een verblijfsvergunning voor arbeid op grond van de Wet Toelating en Uitzetting BES (WTU-BES). De Wav BES biedt materiĂ«le toetsingsnormen op basis waarvan een verblijfsvergunning op grond van de WTU-BES al dan niet verleend wordt. Vanwege deze verwevenheid is het proces voor de toekenning van werkvergunningen en verblijfsvergunningen ook zo georganiseerd dat de termijnen en processen voor de aanvraag van een verblijfsvergunning respectievelijk TWV op elkaar aansluiten. Zo wordt de aanvraag voor een TWV feitelijk ingediend bij de IND. Dit betreft een administratieve handeling. De verdere afhandeling van de aanvraag TWV en verblijfsvergunning verloopt via een geĂŻntegreerde ICT-applicatie («Foreign Management System» (FMS)). De onderlinge verwevenheid binnen de ICT-applicatie bemoeilijkt een bevoegdheid van Saba, omdat vanwege onder andere privacyaspecten het OLS geen toegang heeft (en mag hebben) tot de gegevens die betrekking hebben op de verblijfsvergunning.
Voor een formele overdracht van bevoegdheid is tot op heden niet gekozen.
Een overdracht van taken ligt op dit dossier op dit moment ook niet voor de hand. Dit niet alleen omdat ik eerst de resultaten van eerdergenoemde versoepeling van beleidsregels wil afwachten, maar ook vanwege bovenstaande inhoudelijke en uitvoeringstechnische redenen.
Desalniettemin heb ik, gezien het verzoek van uw Kamer, in kaart laten brengen hoe een eventuele pilot ten aanzien van TWVÊŒs eruit zou kunnen zien. Zie hiervoor de uitwerking in de bijlage bij deze brief. Saba zou dan op tijdelijke basis gemandateerd kunnen worden om te besluiten over het al dan niet verstrekken van een TWV.
Zoals u uit deze brief en de bijlage kunt afleiden, roept dit zowel risicoâs als dilemmaâs op. Met het oog daarop en redenerend vanuit mijn wens om Saba te ondersteunen in de ontwikkeling naar meer autonomie, ben ik bereid om samen met Saba te bezien op welke alternatieve manier een decentralisatie van inhoudelijk toegevoegde waarde kan zijn.
Het gaat dan om onderwerpen waar er beleidsvrijheid is en ruimte voor lokaal maatwerk.
Ik ben bereid dit met Saba op korte termijn verder te verkennen, waarbij ik vanzelfsprekend ook graag het gesprek met uw Kamer aanga.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Bijlage: Beschrijving eventuele pilot TWVâs Saba
1. Doel pilot
Het doel van de tijdelijke pilot (looptijd van een jaar) is ervaring op te doen â zowel voor Saba als SZW â met verantwoordelijkheid voor Saba bij de uitvoering van de Wav BES. De pilot moet inzicht geven in de gevolgen qua effectiviteit en doelmatigheid van een constellatie waarin Saba besluiten neemt over het al dan niet verstrekken van een TWV. Op basis van een evaluatie van de pilot kan besloten worden over het vervolg (stopzetten pilot, voorzetten pilot of verdergaande overdracht).
2. Mogelijke invulling van de pilot
Het OLS kan worden gemandateerd om de primaire beslissingen te nemen op aanvragen voor een TWV. Saba neemt de beoordeling van aanvragen voor TWVâs dan over op basis van mandaat. Dit houdt in dat op aanvragen voor TWVâs Saba beslist, namens de Minister van SZW. De overige uitvoerende werkzaamheden blijven belegd bij de SZW-unit op Saba (registratie, etc). De bevoegdheid om te beslissen op bezwaar blijft eveneens bij SZW. De partij die mandaat verleent (in casu SZW), geeft vooraf instructies met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid. De instructies kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het volgen van de bestaande beleidsregels. Uitgangspunt bij de pilot is dat het 1-loket met de IND in stand blijft, vanwege de hoge mate van verwevenheid tussen de processen rond de aanvraag van een TWV en een verblijfvergunning.
3. Randvoorwaarden
Het is wenselijk dat in ieder geval de volgende randvoorwaarden aan de uitvoering van een eventuele pilot worden gesteld:
âą De aanvragen voor TWVâs moeten binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld. Indien de termijnen worden overschreden en dit ook grote gevolgen heeft voor de behandeltermijnen van de IND is dat een valide reden om de pilot vroegtijdig te beĂ«indigen.
âą Onregelmatigheden in de procedure voor de afgifte van de TWVâs is eveneens een reden om de pilot vroegtijdig te beĂ«indigen.
âą De procedure voor de afhandeling van de verblijfsvergunningen blijft ongewijzigd en blijft een verantwoordelijkheid van de IND-unit op Saba. Aandachtspunt is dat de afhandeling van TWV-aanvragen via Ă©Ă©n gezamenlijke (samen met IND) ICT-applicatie verloopt (FMS). Vanwege privacy en om grote technische aanpassingen te voorkomen, kan het OLS geen inkijk of toegang krijgen tot de ICT-applicatie voor de TWVâs. Hierin staan immers ook de gegevens over verblijfsvergunningen.
âą De uitvoering van de pilot zal continu gemonitord worden door de SZW-unit. Er worden evaluatiemomenten ingebouwd in de uitvoering van de pilot, bijvoorbeeld na 6 maanden en een eindevaluatie na afloop van de pilot.
4. Aandachtspunten
Het overdragen van een bevoegdheid, brengt aandachtspunten met zich mee. Te denken valt, onder andere, aan de volgende punten:
âą Het tijdelijk mandateren van het OLS voor het verstrekken van TWVâs kan een precedent scheppen voor andere taken en voor de andere openbare lichamen in Caribisch Nederland.
âą De energie en inzet nodig voor het opzetten en inregelen van de pilot (samenwerkingsafspraken, etc.), bij zowel het OLS als de unit-SZW als de IND-unit, gaat ten koste van de inzet op andere dossiers en kan verstorend werken op het zorgvuldig ingeregelde uitvoeringsproces rondom de TWVâs en de verblijfsvergunningen.
âą Door Saba (namens de Minister van SZW) over TWVâs te laten beslissen, heeft het OLS indirect invloed op de verblijfsvergunning en daarmee op de toelating van personen tot het Koninkrijk.
5. Toetspunten met het oog op evaluatie
Bij de evaluatie van de pilot zal in elk geval gedacht moeten worden aan de volgende toetspunten:
âą Effect op doorlooptijd vergunningsaanvraag TWV
âą Effect op functievervulling door lokale arbeidskrachten
âą Effect op de samenwerking met de IND en effect op de doorlooptijd voor de aanvraag van verblijfsvergunningen
âą Kwaliteit van de door Saba namens SZW genomen beslissingen
Deze evaluatievragen zijn voorlopig en moeten nog nader worden uitgelijnd in overleg met het OLS, de RCN-unit SZW, de IND en het Ministerie van JenV.
Kamerstuk 35Â 000 IV, nr. 48â©ïž