Verbeteringen bij de Politieacademie
Politie
Brief regering
Nummer: 2019D18640, datum: 2019-05-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29628-874).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -874 Politie.
Onderdeel van zaak 2019Z09105:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-05-14 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-05-22 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-06-27 10:00: Politieonderwijs en onderzoek (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-07-03 14:40: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 628 Politie
Nr. 874 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2019
De Politie staat voor de forse opgave om de komende jaren zowel de uitstroom op te vangen als de capaciteit uit te breiden. De komende 7 jaar is er behoefte aan 17.000 nieuwe collega’s. De Politieacademie is een cruciale schakel in het realiseren van deze opdracht. Binnen deze kwantitatieve doelstelling is er behoefte aan meer hoger opgeleide politiemedewerkers met specifieke vaardigheden zoals digitale kennis. Het onderwijsprogramma voor aspiranten is de afgelopen jaren uitgebreid met thema’s als morele vorming, mentale en fysieke weerbaarheid, terrorismebestrijding en het herkennen en voorkomen van etnisch profileren.
Om deze instroom op te kunnen vangen krijgt de Politieacademie er € 2 miljoen bij, oplopend naar structureel € 16 miljoen in 2022, zodat zij extra docenten kan aannemen en een extra opleidingslocatie kan realiseren. In het arbeidsvoorwaardenakkoord Politie 2018–2020 is structureel € 10.1 miljoen beschikbaar gesteld voor flexibilisering, doorontwikkeling en innovatie van het Vakspecialistisch Politie Onderwijs.
De Politieacademie moet het aannemen van extra docenten, uitbreiding van locaties en het vormgeven van nieuwe innovatieve onderwijsprogramma’s in hoog tempo en met de nodige wendbaarheid realiseren. Dit vergt een besturing en aansturing van de Politieacademie die daar optimaal voor is toegerust. In mijn brief van 15 april jl.1 heb ik uw kamer geïnformeerd over verbeteringen in de besturing van de Politieacademie naar aanleiding van het rapport «Samen werken aan goed politieonderwijs».
In voornoemde brief heb ik u tevens geïnformeerd over een nadere analyse die uitgevoerd zou worden naar de besturing van de Politieacademie. Concreet zag deze analyse op de aansturing door het directieteam van de Politieacademie. Uit deze analyse is onder andere gebleken dat er onvoldoende chemie is tussen de bestuurders van de Politieacademie om de besturing van de Politieacademie nog werkbaar, functioneel en effectief te laten zijn. Nagenoeg alle betrokkenen met wie in het kader van de analyse is gesproken geven aan dat er, gelet op de opgave waarvoor de Politieacademie staat, ander leiderschap in de top nodig is.
Daarom zullen er op korte termijn enkele personeelswisselingen in de directie plaatsvinden. Zo heeft het hoofd bedrijfsvoering de taken neergelegd en wordt op korte termijn een interim- hoofd bedrijfsvoering aangesteld. De directeur van de Politieacademie heeft aangegeven niet meer te opteren voor een nieuwe benoemingstermijn en dit jaar ruimte te willen maken voor een opvolger.
Ik vertrouw erop dat met de investeringen en de wijzigingen in de be- en aansturing de condities zijn gecreëerd waarmee de Politieacademie in staat zal zijn de forse opgave waar zij de komende jaren voor staat te realiseren.
In de halfjaarberichten politie zal ik u, zoals eerder toegezegd, op de hoogte houden van de ontwikkelingen ten aanzien van het politieonderwijs.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Kamerstuk 29 628, nr. 871↩︎