Uitstel beantwoording vragen van het lid Van der Molen over Confucius Instituten in Nederland
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2019D19007, datum: 2019-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-2656).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z07922:
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: H. van der Molen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2656
Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitzending «Xi, Xi wat jij niet ziet» en het bericht «Confucius Instituten voelen geen druk van Chinese zijde» (ingezonden 17 april 2019).
Mededeling van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 16 mei 2019).
Vraag 1
Is het mogelijk om, conform de HANBAN aangeeft, de vertrouwelijkheidsclausule van de samenwerkingsovereenkomst van Hogeschool Zuyd te ontvangen?1 2
Vraag 2
Komt er nog een moment waarop de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) opnieuw een contract af moet sluiten? Zo ja, op welke termijn gaat dat plaatsvinden?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het wenselijk is dat zolang HANBAN met vertrouwelijkheidsclausules werkt er landelijk regie genomen wordt, zodat de positie van de individuele instellingen versterkt wordt? Zo ja, hoe gaat u dit samen met de ho-instellingen oppakken?
Vraag 4
Zijn er mogelijkheden om een leerstoel onder te brengen bij een instituut zoals het Confucius instituut en daarbij dezelfde rechten te hebben als dat een leerstoel onder een universiteit?
Vraag 5
Kunt u aangeven waarom er, indien er sprake is van een externe financier zoals het Confucius instituut, volgens u geen reden voor zorg is voor de onafhankelijkheid van het onderzoek als een leerstoel is ondergebracht bij een universiteit?
Vraag 6
Kunt u aangeven welke afspraken er in algemene zin gemaakt worden over het borgen van de academische vrijheid van onderzoekers in dit soort financieringsconstructies? Kunt u dit daarnaast ook expliciet aangeven voor wat betreft de samenwerking van de RUG met het Confucius instituut?
Vraag 7
Kunt u aangeven welke ho-instellingen wel een corporate register hanteren? Kunt u daarnaast aangeven of u het wenselijk vindt dat samenwerkingen zoals met een Confucius instituut in dit corporate register vermeld worden indien instellingen dit register zouden hanteren?
Vraag 8
Kunt u aangeven in hoeverre ho-instellingen beperkingen hanteren voor Chinese studenten in analogie naar Iraanse studenten? Kunt u hierbij aangeven of u de instellingen daartoe verzocht heeft of dat zij hier zelf toe over zijn gegaan?
Vraag 9
Deelt u de mening dat het in de China strategie om meer zou moeten draaien dan de specifieke positie van kennisinstellingen, namelijk om hoe er regie gehouden wordt op onwenselijke ontwikkelingen, zoals het stelen van technologische ontwikkelingen?
Mededeling
Op 17 april 2019 heeft het lid Van der Molen (CDA) van uw Kamer (aanvullende) schriftelijke vragen gesteld (2019Z07922) over Confucius Instituten in Nederland.
Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat voor een volledige beantwoording nadere informatie van derden nodig is. Die informatie is nog niet beschikbaar. Ik zal de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.