Reactie op speciaal verslag van de Europese Rekenkamer over passagiersrechten
Europese Rekenkamer
Brief regering
Nummer: 2019D19124, datum: 2019-05-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24202-40).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24202 -40 Europese Rekenkamer.
Onderdeel van zaak 2019Z09346:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-05-15 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-05-22 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-05-22 15:00: Transportraad d.d. 6 juni 2019 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-05-29 14:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-05 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
24 202 Europese Rekenkamer
Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft gesproken over het speciaal verslag «In de EU bestaan weliswaar uitgebreide passagiersrechten, maar het kost reizigers nog steeds moeite deze te laten gelden» van de Europese Rekenkamer (ERK) (zie bijlage)1 en verzocht om een schriftelijke reactie op het verslag.
De ERK heeft een EU breed onderzoek naar passagiersrechten uitgevoerd binnen vier vormen van passagiersvervoer, namelijk per: lucht, spoor, water en bus. Ten aanzien van alle vier modaliteiten zijn EU-verordeningen van toepassing op het gebied van passagiersrechten.
Passagiers moeten kunnen rekenen op voldoende bescherming van hun rechten ten aanzien van alle vervoersmiddelen. Hoewel het ERK stelt dat het EU-wetgevingskader voor passagiersrechten uniek is in de wereld, stelt het tegelijkertijd dat passagiers onvoldoende op de hoogte zijn van hun rechten en vaak niet krijgen waar ze recht op hebben. Nederland is van mening dat niet van passagiers verwacht mag worden dat ze over gedetailleerde kennis beschikken over hun rechten. Vervoerders moeten voldoen aan hun informatieplicht om passagiers, in het bijzonder in het geval van een verstoring, te informeren over hun rechten. Daarbij is het voor vervoerders en handhavingsinstanties noodzakelijk dat in de EU dezelfde bepalingen eenduidig worden uitgelegd. Vandaar dat Nederland van mening is dat het EU-wetgevingskader voor passagiersrechten versterking, verbetering en verduidelijking behoeft.
Het herzien van de passagiersrechtenverordeningen is in het bijzonder van toepassing op spoor- en luchtvervoer. De passagiersrechtenverordening met betrekking tot spoor wordt op dit moment herzien. Met een BNC-fiche is uw Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet bij de herziening van de passagiersrechtenverordening spoor (Kamerstuk 22 112, nr. 2419). In lijn met de conclusies van de ERK is daarbij onder meer aangegeven dat Nederland zich inzet voor duidelijkheid voor reizigers over hun rechten en werkbaarheid van de bepalingen. Over het voorstel tot herziening wordt op dit moment nog gesproken in de Raadswerkgroep.
Daarnaast is uw Kamer geïnformeerd over het stranden van de laatste poging om de passagiersrechtenverordening luchtvaart te herzien, vanwege een geschil tussen Spanje en het Verenigd Koninkrijk omtrent de status van Gibraltar (Kamerstuk 21 501-33, nr. 484). Nederland vindt een herziening van de passagiersrechtenverordening voor luchtvaart nog steeds wenselijk en noodzakelijk.
De ambitie om de verschillende passagiersrechtenverordeningen te verduidelijken laat onverlet dat de aanbevelingen van de ERK aan de Commissie om acties te ondernemen om bewustwording te vergroten op zinvolle wijze bijdragen aan het laten gelden van passagiersrechten. Nederland ondersteunt deze aanbevelingen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎