Antwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat de macht van de netmanager groot is
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D19700, datum: 2019-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-2642).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z08469:
- Gericht aan: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Indiener: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2642
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat de macht van de netmanager groot is (ingezonden 24 april 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 16 mei 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de toenemende macht van de netmanagers bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO)? Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Geluiden dat de netmanagers zich te veel met de inhoud van programma’s bemoeien, zijn niet nieuw en zijn mij bekend. Daarover wordt verschillend gedacht.
Vraag 2, 3, 4
Deelt u de mening dat het een onwenselijke ontwikkeling is dat de netmanagers van de NPO meer macht krijgen dan de omroepen? Zo nee, waarom niet?
Wat gaat u doen om de beloftes van uw voorganger over het niet inperken van de zeggenschap van de omroepen over vorm en inhoud van programma’s waar te maken?
Deelt u de mening dat deze niet-wettelijke verschuiving in zeggenschap voorzien was toen de Mediawet werd gewijzigd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3, 4
Bij de wijziging van de mediawet 2008 van 16 maart 2016 heeft de NPO een meer sturende rol gekregen.2 Belangrijk uitgangspunt daarvoor is dat versterking van de rol van de NPO, met behoud van de unieke kracht van omroeporganisaties, nodig is om meer slagvaardigheid, gemeenschappelijkheid en samenwerking te bereiken binnen het landelijke publieke mediabestel. Via een aanvullende wetswijziging van 26 oktober 2016 zijn extra bepalingen in de wet gekomen die duidelijk maken binnen welke kaders de coördinatie – in het bijzonder de toetsing van programmavoorstellen – dient plaats te vinden.3 Die bepalingen moeten er voor zorgen dat de verantwoordelijkheid van omroepen voor vorm en inhoud van de programma’s wordt gerespecteerd en dat beslissingen niet het resultaat zijn van persoonlijke opvattingen of willekeur van netmanagers. Geluiden dat de persoonlijke smaak en voorkeur van netmanagers te bepalend zijn bij de beoordeling van programmavoorstellen bestaan al langer. Vandaar dat in de genoemde aanvullende wetswijziging extra bepalingen zijn opgenomen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de rollen van netmanager en directeur door dezelfde persoon worden vervuld, waardoor de slager zijn eigen vlees keurt? Zo ja, wat kunt u hierop ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Vanuit een oogpunt van checks and balances vind ik dit geen goede combinatie. Als deze combinatie er toe leidt dat er teveel programmeermacht bij één persoon komt te liggen waardoor er onvoldoende checks and balances zijn, dan ga ik er van uit dat de NPO maatregelen neemt om dat te herstellen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Molen (CDA), ingezonden 24 april 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2643).
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/04/23/televisie-naar-de-smaak-van-de-netmanager-a3957702↩︎
Wet van 16 maart 2016 (Stb. 114) tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband met het toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst↩︎
Wet van 26 oktober 2016 ((Stb. 388) tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanvullingen bij het toekomstbestendig maken van de landelijke publieke mediadienst. Zie bijvoorbeeld de artikelen 2.2, derde lid, en 2.52 Mediawet 2008.↩︎