[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) betreffende de vijftiende zitting van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) Subcommissie voor de Caribische en aangrenzende regio's IOCARIBE (SC-IOCARIBE-XV) en de Associated Sciences Conferentie, te Oranjestad, Aruba, van 6 tot en met 10 mei 2019; Parijs, 2 mei 2019

Ter kennisname voorgelegde Verdragen

Brief regering

Nummer: 2019D21042, datum: 2019-05-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30952-340).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30952 -340 Ter kennisname voorgelegde Verdragen.

Onderdeel van zaak 2019Z10201:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

30 952 Ter kennisname voorgelegde Verdragen

Nr. 340 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2019

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen moge ik u hierbij ter kennis brengen de op 2 mei 2019 te Parijs tot stand gekomen Briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) betreffende de vijftiende zitting van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) Subcommissie voor de Caribische en aangrenzende regio's IOCARIBE (SC-IOCARIBE-XV) en de Associated Sciences Conferentie, te Oranjestad, Aruba, van 6 tot en met 10 mei 2019(Trb. 2019, nr. 75).

Ingevolge artikel 7, onderdeel c, van genoemde Rijkswet behoeft dit verdrag niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok