[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2019D21236, datum: 2019-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35210-IX-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35210 IX-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2019Z10322:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 210 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);

2. de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de begroting 2019 van het Ministerie van Financiën (IXB) en begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA).

In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties: in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 10 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA.

Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 1e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. Hierdoor kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutatie op het artikel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Beleidsmatige mutaties zijn het gevolg van nieuw beleid waar een beslissing aan ten grondslag ligt. Technische mutaties zijn het gevolg van bestaand beleid (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen).

De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.

2. BELANGRIJKSTE MUTATIES VAN DE BEGROTINGSSTATEN IXB EN IXA

De belangrijkste mutaties worden in onderstaande tabellen weergegeven en daarna toegelicht. De uitgebreide toelichting is, zoals boven opgemerkt, opgenomen in hoofdstuk 3.

2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB

In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.

Stand na ISB 8.278.624
Belangrijkste suppletoire mutaties:
1) Intensivering witwassen, fraudebestrijding en ondermijning 10 900
2) Bijdrage Logius 1 67.982
3) Belasting- en invorderingsrente 1 37.210
4) Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) 10 – 30.500
5) Eigen personeel Belastingdienst 1 47.000
6) Kasschuiven 1, 10 – 106.264
7) Afdrachten Staatsloterij 3 100.000
8) Teruggave gelden SMP/ANFA 4 – 33.030
9) Wereldbank 4 34.558
10) Schade-uitkering ekv 5 121.800
11) Loon- en prijsbijstelling 10 94.755
Overige mutaties 39.870
Stand 1esuppletoire begroting 2019 8.652.905

Toelichting

1. Intensivering witwassen, fraudebestrijding en ondermijning: dit betreft een intensivering bij de Belastingdienst voor de aanpak van fraude, witwassen en ondermijning. Het kabinet stelt een bedrag van € 0,9 mln. in 2019 oplopend tot structureel € 29 mln. beschikbaar voor dit pakket.

2. Bijdrage Logius: het budget is in lijn gebracht met de raming van de uitgaven aan Logius voor de ICT-dienstverlening. Vanaf 2018 zijn de rijksbrede afspraken van kracht dat kosten voor generieke ICT-diensten worden doorbelast naar gebruik. De Belastingdienst is een grote gebruiker van diensten als bijvoorveeld DigiD, mijnoverheid en Digipoort. In 2018 zijn de kosten incidenteel ingepast. Bij 1e suppletoire begroting 2019 zijn de meerjarige kosten ingepast.

3. Belasting- en invorderingsrente: de uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 37,2 mln. hoger in 2019 en structureel € 49,2 mln. hoger. Dit is het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald. Daarnaast wordt er een andere verdeelsleutel verwacht voor de verdeling van de rente tussen het Ministerie van Financiën en de Sociale Fondsen.

4. Regeling Vervoegde Uittreding (RVU): er doet zich een meevaller voor bij de RVU-heffing, omdat de uitspraak van de belastinginspecteur tot gevolg heeft dat de vertrekregeling bij de Belastingdienst niet als RVU wordt aangemerkt. Hierdoor vallen gereserveerde middelen in 2019 en 2020 vrij.

5. Eigen personeel Belastingdienst: het budget wordt meerjarig in lijn gebracht met de formatiekaders. De verwachte meevaller van € 47 mln. in 2019 bij de belasting- en invorderingsrente wordt als dekking ingezet. Deze meevaller wordt via een kasschuif (zie nr. 6 hieronder) naar toekomstige jaren geschoven voor het financieren van de benodigde capaciteit voor de taakuitvoering.

6. Kasschuiven: enkele kasschuiven worden doorgevoerd. Dit omvat onder meer de kasschuif van de meevaller bij de belasting- en invorderingsrente van 2019 naar 2020, 2021 en 2022. Verder worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte uitgaven voor o.a. de opstartkosten van Invest-NL en de faciliteit voor fiscale uitvoeringskosten.

7. Afdrachten Staatsloterij: om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de Wet op de Kansspelen (WOK) dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, wordt structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.

8. Teruggave gelden SMP/ANFA: in de Eurogroep van juni 2018 is besloten om de teruggave van de inkomsten uit het Single Market Programme/Agreement on Net Financial Assets (SMP/ANFA) aan Griekenland te hervatten. Hiervoor is in december 2018 binnen de Eurozone een nieuw schema afgesproken, waaraan het in de begroting opgenomen verwachte ritme nu wordt aangepast. De teruggave van de SMP/ANFA-gelden is onder de voorwaarde dat Griekenland afgesproken hervormingen implementeert en geen hervormingen terugdraait.

9. Wereldbank: de uitgaven aan de International Development Association (IDA) van de Wereldbank stijgen in 2019 per saldo met € 34,6 mln. Dit komt door een verschuiving in het betaalritme aan de Wereldbank tussen 2018, 2019 en 2020 om beter aan te sluiten bij het kasritme van de Staat. De totale uitgaven aan IDA blijven intertemporeel gelijk.

10. Schade-uitkering ekv: in 2019 zal zich naar alle waarschijnlijkheid een grote schade voordoen op een ekv-polis in Mexico, die niet eerder was geraamd. Hierdoor wordt de raming voor uitgaven aan schade-uitkeringen naar boven bijgesteld. Vanaf 2019 zijn nog niet afgesloten schade-dossiers niet meer relevant voor het EMU-saldo, dus deze tegenvaller leidt niet meer direct tot een onttrekking aan de risicovoorziening. Pas zodra duidelijk is welk deel van de schade gerecupereerd kan worden, zal het netto-schadebedrag ten laste worden gebracht van de risicovoorziening.

11. Loon- en prijsbijstelling: de tranche 2019 van de loon- en prijsbijstelling is toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Financiën.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.

Stand na ISB 158.920.430
Belangrijkste suppletoire mutaties:
1) Belastingontvangsten 1 – 483.547
2) Belasting- en invorderingsrente 1 84.210
3) Doorbelasting kosten vervolging 1 15.000
4) RVU 1 95.094
5) Afdracht Staatsloterij 3 100.000
6) Dividenden en afdrachten staatdeelnemingen 3 661.000
7) DNB winstafdracht 3 46.000
8) Schaderestituties EKV 5 – 30.469
Overige mutaties 2.836
Stand 1esuppletoire begroting 2019 159.410.554

Toelichting

1. Belastingontvangsten: in de Voorjaarsnota 2019 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht.

2. Belasting- en invorderingsrente: de ontvangsten voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 84 mln. hoger in 2019 aflopend tot € 64 mln. in 2022 en verder. Dit is het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald. Daarnaast wordt er een andere verdeelsleutel verwacht voor de verdeling van de rente tussen het Ministerie van Financiën en de Sociale Fondsen.

3. Doorbelasting kosten vervolging: aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsresultaten (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, enz.). Op basis van de realisatiecijfers van de afgelopen jaren en de verwachtingen voor de komende jaren wordt de raming van de verwachte ontvangsten voor kosten vervolging opwaarts bijgesteld. Dit wordt deels ingezet ter dekking van de negatieve eindejaarsmarge 2018.

4. RVU: als gevolg van het besluit van de inspecteur om het bezwaarschrift van de Belastingdienst inzake de RVU te honoreren, worden naar verwachting in 2019 de in het verleden betaalde middelen terugontvangen op de begroting van het Ministerie van Financiën (ca. € 95 mln.).

5. Afdrachten Staatsloterij: om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de WOK dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, wordt structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.

6. Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen: vanwege de goede resultaten van de staatsdeelnemingen (o.a. ABN Amro en de Volksbank) worden de dividendramingen structureel naar boven bijgesteld.

7. DNB winstafdracht: in 2018 maakte DNB meer winst dan verwacht, met name doordat rentepercentages gunstiger bleken dan vooraf ingeschat. De Staat heeft daarom in 2019 van DNB een hogere winstafdracht ontvangen.

8. Schaderestituties ekv: uit de meest recente recuperatie-prognoses blijkt dat er naar verwachting dit jaar minder recuperatie-inkomsten zullen worden gerealiseerd dan eerder geraamd.

2.2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA

In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven.

Vastgestelde begroting 2019 37.186.983
Belangrijkste suppletoire mutaties:
1) Rentelasten vaste schuld 11 – 179.000
2) Aflossing vaste schuld 11 – 99.000
Overige mutaties – 908
Stand 1esuppletoire begroting 2019 36.908.075

Toelichting

1. Rentelasten vaste schuld: de rentelasten vallen in 2019 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.

2. Aflossing vaste schuld: eind 2018 is een deel van de staatsobligaties met een aflosdatum in 2019 uit cashmanagement overwegingen vervroegd afgelost, waardoor de totale omvang van de aflossingen in 2019 is gedaald.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste ontvangstenmutaties weergegeven.

Vastgestelde begroting 2019 33.671.966
Belangrijkste suppletoire mutaties:
1) Uitgifte vaste schuld 11 – 1.575.000
2) Mutatie vlottende schuld 11 3.456.000
3) Mutaties in rekening-courant en deposito’s 12 1.838.210
Overige mutaties – 73.020
Stand 1esuppletoire begroting 2019 37.318.156

Toelichting

1. Uitgifte vaste schuld: de raming voor de uitgifte van vaste schuld wijzigt als gevolg van het verwerken van het financieringsplan (zie Kamerstukken II 2018–2019, 35 000, nr. 12), voor 2019 (– € 1,31 mld.) en als gevolg van de vervroegde aflossingen van schuld (– € 264 mln.).

2. Mutatie vlottende schuld: de mutatie vlottende schuld wijzigt met name als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2019 waar een verschuiving heeft plaatsgevonden van lange naar korte financiering. Daarnaast is de mutatie vlottende schuld gewijzigd als gevolg van de bijstelling van het kassaldo Rijk van 2019.

3. Mutaties in rekening-courant en deposito’s: de mutatie in rekening-courant en deposito’s zal naar verwachting € 1.838 mln. hoger uitvallen dan eerder was geraamd. De mutaties in rekening-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Als een deelnemer een uitgave doet zal het aangehouden saldo op de rekening-courant dalen en dit betekent een uitgave op artikel 12. Een ontvangst van een deelnemer wordt gestort op de rekening-courant en dit zorgt voor een ontvangst op artikel 12. Het Agentschap is uitsluitend beheerder van de rekeningen-courant van het schatkistbankieren.

3. UITGEBREIDE TOELICHTING OP MUTATIES MET EEN TABEL PER BEGROTINGSARTIKEL

Dit hoofdstuk bevat de uitgebreide toelichting met een tabel «budgettaire gevolgen van beleid» per begrotingsartikel van begroting IX. Bij deze tabellen wordt een toelichting op de «mutaties 1e suppletoire begroting» gegeven. Hierbij worden tenminste de mutaties op instrumentniveau groter of gelijk aan eerder genoemde staffel toegelicht (zie Leeswijzer).

De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingbijstellingen) van aard zijn. De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.

3.1 De beleidsartikelen (Ministerie van Financiën IXB)

Artikel 1 Belastingen

Verplichtingen 2.716.883 0 2.716.883 126.035 2.842.918 163.031 156.629 112.546 86.402
Uitgaven (1) + (2) 2.776.428 0 2.776.428 126.404 2.902.832 163.031 156.629 112.546 86.402
(1) Programma-uitgaven 407.952 0 407.952 78.914 486.866 81.556 76.563 66.211 56.183
Waarvan juridisch verplicht 63,2% 63,2% 73%
Bekostiging 4.178 0 4.178 0 4.178 0 0 0 0
Overige bekostiging 4.161 0 4.161 0 4.161 0 0 0 0
Overige programma-uitgaven 17 0 17 0 17 0 0 0 0
Garanties 245 0 245 0 245 0 0 0 0
Proces risico's 245 0 245 0 245 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 6.514 0 6.514 6.714 13.228 6.714 6.714 6.714 6.714
Waarderingskamer 1.925 0 1.925 0 1.925 0 0 0 0
Kadaster 1.971 0 1.971 0 1.971 0 0 0 0
Kamer van Koophandel 2.618 0 2.618 0 2.618 0 0 0 0
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 0 0 0 6.714 6.714 6.714 6.714 6.714 6.714
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 175 0 175 0 175 0 0 0 0
Internationale Douaneraad 175 0 175 0 175 0 0 0 0
Opdrachten 292.853 0 292.853 – 33.361 259.492 – 47.485 – 43.618 – 42.132 – 41.965
ICT opdrachten 195.395 0 195.395 1.220 196.615 1.224 1.224 1.224 1.224
Overige opdrachten 97.458 0 97.458 – 34.581 62.877 – 48.709 – 44.842 – 43.356 – 43.189
Bijdrage agentschappen 31.197 0 31.197 68.351 99.548 73.117 64.257 52.419 42.224
Logius 31.007 0 31.007 68.351 99.358 73.117 64.257 52.419 42.224
CIBG 190 0 190 0 190 0 0 0 0
Overig 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rente 72.790 0 72.790 37.210 110.000 49.210 49.210 49.210 49.210
Belasting- en invorderingsrente 72.790 0 72.790 37.210 110.000 49.210 49.210 49.210 49.210
(2) Apparaatsuitgaven 2.368.476 0 2.368.476 47.490 2.415.966 81.475 80.066 46.335 30.219
waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland 13.000 0 13.000 0 13.000 0 0 0 0
Personele uitgaven 2.051.262 0 2.051.262 26.101 2.077.363 41.861 40.722 9.052 – 1.446
waarvan: Eigen personeel 1.828.176 0 1.828.176 13.307 1.841.483 18.867 34.322 9.052 – 1.446
waarvan: Inhuur externen 215.370 0 215.370 12.794 228.164 22.994 6.400 0 0
waarvan: Overig Personeel 7.716 0 7.716 0 7.716 0 0 0 0
Materiële uitgaven 317.214 0 317.214 21.389 338.603 39.614 39.344 37.283 31.665
waarvan: ICT 23.083 0 23.083 – 8.256 14.827 – 2.890 1.610 1.109 – 1.891
waarvan: Bijdrage SSO's 166.230 0 166.230 26.762 192.992 41.739 37.689 36.204 36.176
waarvan: Overige 127.901 0 127.901 2.883 130.784 765 45 – 30 – 2.620
Ontvangsten (3) + (4) 154.158.692 0 154.158.692 – 281.789 153.876.903 89.431 88.711 85.569 82.979
(3) Programma-ontvangsten 154.127.662 0 154.127.662 – 384.337 153.743.325 82.277 82.277 79.210 79.210
waarvan: Belastingontvangsten 153.306.358 0 153.306.358 – 483.547 152.822.811 0 0 0 0
Rente 418.900 0 418.900 84.210 503.110 67.277 67.277 64.210 64.210
Belasting- en invorderingsrente 418.900 0 418.900 84.210 503.110 67.277 67.277 64.210 64.210
Boetes en schikkingen 204.577 0 204.577 0 204.577 0 0 0 0
Ontvangsten boetes en schikkingen 204.577 0 204.577 0 204.577 0 0 0 0
Bekostiging 197.827 0 197.827 15.000 212.827 15.000 15.000 15.000 15.000
Kosten vervolging 197.827 0 197.827 15.000 212.827 15.000 15.000 15.000 15.000
(4) Apparaatsontvangsten 31.030 0 31.030 102.548 133.578 7.154 6.434 6.359 3.769

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Opdrachten (– € 33,4 mln.)

Per saldo is het budget voor opdrachten met € 33,4 mln. verlaagd. De belangrijkste mutatie is het overhevelen van budget van opdrachten (– € 34,3 mln.) naar onder andere bijdrage SSO’s (€ 27,2 mln.) en naar bijdrage aan ZBO’s/RWT’s (€ 6,7 mln.). Dit betreft een technische mutatie. In de Ontwerpbegroting IX 2019 is de budgetstructuur bij de Belastingdienst gewijzigd, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften. Op basis van de verbeterde inzichten is de raming bijgesteld.

Bijdrage agentschappen (+ € 68,4 mln.)

Het budget is in lijn gebracht met de raming van de uitgaven aan Logius voor de ICT-dienstverlening. Vanaf 2018 zijn de rijksbrede afspraken van kracht dat kosten voor generieke ICT-diensten worden doorbelast naar gebruik. De Belastingdienst is een grote gebruiker van diensten als bijvoorveeld DigiD, mijnoverheid en Digipoort. In 2018 zijn de kosten incidenteel ingepast. Bij 1e suppletoire begroting 2019 zijn de meerjarige kosten ingepast. De hogere uitgaven worden intertemporeel gecompenseerd door de incidentele specifieke meevaller op de begroting van het Ministerie van Financiën uit hoofde van de terugontvangen RVU-middelen. Daarnaast worden de hogere uitgaven structureel gecompenseerd door per saldo hogere ontvangsten van de belasting- en invorderingsrente en hogere ontvangsten voor kosten vervolging.

Rente (+ € 37,2 mln.)

De uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 37,2 mln. hoger in 2019 en structureel € 49,2 mln hoger. Dit is het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald. Daarnaast wordt er een andere verdeelsleutel verwacht voor de verdeling van de rente tussen het Ministerie van Financiën en de Sociale Fondsen.

Personele uitgaven (+ € 26,1 mln.)

Per saldo is het budget voor de personele uitgaven opgehoogd met € 26,1 mln. De voornaamste oorzaken van deze mutaties zijn:

– Het budget wordt meerjarig in lijn gebracht met de formatiekaders, cumulatief € 47 mln. (€ 7 mln. in 2020, € 31 mln. in 2021 en € 9 mln. in 2022). De verwachte meevaller van € 47 mln. in 2019 bij de belasting- en invorderingsrente wordt als dekking ingezet. Deze meevaller wordt, via een kasschuif, naar toekomstige jaren geschoven om aan te sluiten bij het juiste tempo. Per saldo heeft dit geen effect op de personele uitgaven in 2019, maar is dekking voor de benodigde capaciteit voor de taakuitvoering in 2020–2022;

– Er worden middelen van de Aanvullende Post naar de begroting van het Ministerie van Financiën overgeheveld voor de belastingtelefoon, bedrijfsvoering, managementinformatie en risicomanagement (€ 20,1 mln.);

– Er is een overboeking vanuit artikel 10 voor de uitvoeringskosten van fiscale wetgeving (€ 4,2 mln.). Het gaat onder andere om de uitvoeringskosten volgend uit het Regeerakkoord en het Belastingplan 2019;

– Daarnaast zijn er diverse kleine mutaties. Zo levert de Belastingdienst meer facilitaire diensten aan andere overheidspartijen die gebruik maken van de huisvesting van de Belastingdienst. Tegenover deze uitgaven staan ontvangsten van gelijke hoogte (€ 2,8 mln.).

Materiële uitgaven (+ € 21,4 mln.)

Per saldo is het budget voor de materiële uitgaven met € 21,4 mln. verhoogd. De belangrijkste mutatie is het overhevelen van budget van opdrachten naar bijdragen aan SSO’s (€ 27,2 mln.). Daarnaast zijn er diverse kleine mutaties waaronder de vertraging van het Europees project om douaneprocesen te digitaliseren via de harmoniatie van het Douane Wetboek van de Unie (– € 5,5 mln.). Naar verwachting wordt het bedrag in latere jaren uitgegeven.

Ontvangsten

Belastingontvangsten (– € 483,5 mln.)

In de Voorjaarsnota 2019 worden de mutaties van de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

Totaal belastingontvangsten 189.125.265 546.613 189.671.878
–/– Afdracht Gemeentefonds 30.147.959 1.011.733 31.159.692
–/– Afdracht Provinciefonds 2.407.659 11.729 2.419.388
–/– Afdracht Btw-compensatiefonds 3.225.010 2.172 3.227.182
–/– Afdracht BES-fonds 38.279 4.526 42.805
Belastingontvangsten IX 153.306.358 – 483.547 152.822.811

Rente (+ € 84,2 mln.)

De ontvangsten voor de belasting- en invorderingsrente zijn naar verwachting ca. € 84 mln. hoger in 2019 aflopend tot € 64 mln. in 2022 en verder. Dit is het gevolg van hogere belastingaanslagen waarover rente moet worden betaald. Daarnaast wordt er een andere verdeelsleutel verwacht voor de verdeling van de rente tussen het Ministerie van Financiën en de Sociale Fondsen.

Bekostiging (+ € 15,0 mln.)

Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsresultaten (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, enz.). Op basis van de realisatiecijfers van de afgelopen jaren en de verwachtingen voor de komende jaren wordt de raming van de verwachte ontvangsten voor kosten vervolging opwaarts bijgesteld. Dit wordt deels ingezet ter dekking van de negatieve eindejaarsmarge 2018.

Apparaatsontvangsten (+ 102,6 mln.)

Als gevolg van het besluit van de inspecteur om het bezwaarschrift van de Belastingdienst inzake de RVU te honoreren, worden naar verwachting in 2019 de in het verleden betaalde middelen terugontvangen op de begroting van het Ministerie van Financiën (ca. € 95 mln.). Daarnaast zijn er diverse kleine mutaties waaronder de vergoedingen die de Belastingdienst ontvangt voor facilitaire diensten aan andere overheidspartijen die gebruik maken van de huisvesting van de Belastingdienst (€ 2,8 mln.).

Artikel 2 Financiële markten

Verplichtingen 25.023 0 25.023 – 1.004 24.019 – 1.021 – 890 – 890 – 890
waarvan garantieverplichtingen
Garantie DGS BES 0 0 0 – 4.000 – 4.000 0 0 0 0
Garantie schatkistbankieren AFM 0 0 0 3.000 3.000 0 0 0 0
Uitgaven 25.023 0 25.023 – 4 25.019 – 1.021 – 890 – 890 – 890
Waarvan juridisch verplicht 82,8% 82,8% 86,2%
Subsidies 436 0 436 – 436 0 – 436 – 436 – 436 – 436
Vakbekwaamheid 436 0 436 – 436 0 – 436 – 436 – 436 – 436
Bekostiging 10.602 0 10.602 – 543 10.059 – 200 – 150 – 150 – 150
Accountantskamer 1.459 0 1.459 0 1.459 0 0 0 0
Muntcirculatie 8.893 0 8.893 – 593 8.300 – 150 – 150 – 150 – 150
Afname munten in circulatie 0 0 0 0 0 0 0 0 0
IMVO Convenanten 150 0 150 – 150 0 – 50 0 0 0
Overig 100 0 100 200 300 0 0 0 0
Garanties 1.875 0 1.875 0 1.875 0 0 0 0
Dotatie begrotingsreserve DGS BES 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0
Dotatie begrotingsreserve NHT 875 0 875 0 875 0 0 0 0
Opdrachten 6.293 0 6.293 – 55 6.238 – 450 – 344 – 344 – 344
Wijzer in geldzaken 1.383 0 1.383 55 1.438 0 0 0 0
Vakbekwaamheid 4.910 0 4.910 – 410 4.500 – 450 – 344 – 344 – 344
Overig 0 0 0 300 300 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s 5.417 0 5.417 990 6.407 25 0 0 0
Bijdrage AFM BES-toezicht 405 0 405 200 605 25 0 0 0
Bijdrage DNB toezicht & DGS BES 1.300 0 1.300 800 2.100 0 0 0 0
Bijdrage FEC 2.927 0 2.927 0 2.927 0 0 0 0
Bijdrage Toezicht en Handhaving MIF 260 0 260 – 10 250 0 0 0 0
Bijdrage PSD II 525 0 525 0 525 0 0 0 0
Overig 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 400 0 400 40 440 40 40 40 40
Caribean Financial Action Taskforce 20 0 20 0 20 0 0 0 0
IASB 380 0 380 40 420 40 40 40 40
Ontvangsten 7.441 0 7.441 2.170 9.611 – 1.741 – 641 – 941 – 1.741
Bekostiging 2.600 0 2.600 – 600 2.000 – 600 – 600 – 600 – 600
Ontvangsten muntwezen 2.600 0 2.600 – 600 2.000 – 600 – 600 – 600 – 600
Toename munten in circulatie 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 0 0 0 1.111 1.111 0 0 0 0
Wijzer in geldzaken 0 0 0 1.111 1.111 0 0 0 0
Overig 4.841 0 4.841 1.659 6.500 – 1.141 – 41 – 341 – 1.141

Toelichting

Verplichtingen

Garantie DGS BES (– € 4 mln.)

De uitstaande garantieverplichtingen voor het Depositogarantiestelsel (DGS) van de BES-eilanden, worden aangepast aan de hand van de meest recente wisselkoersramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Derhalve wordt de garantie met € 4 mln. verlaagd.

Garantie schatkistbankieren AFM (+ € 3 mln.)

Omdat langlopende leningen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aflopen, heeft de AFM behoefte aan een additionele leenfaciliteit. Het leenplafond van de AFM (en de bijbehorende interne garantie vanuit het ministerie), wordt derhalve netto met € 3 mln. opgehoogd.

Ontvangsten

Overig (+ € 1,7 mln.)

De overige ontvangsten nemen toe met € 1,7 mln. Dit komt met name doordat de lege-ontvangsten van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) in 2019 hoger uitvallen dan eerder geraamd.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Verplichtingen 15.708 744.396 760.104 199.391 959.495 101.470 99.970 99.970 99.970
Waarvan betalingsverplichtingen 15.708 744.396 760.104 199.391 959.495 101.470 99.970 99.970 99.970
Schikking Alawwal Bank 94.000 94.000
Overige betalingsverplichtingen 15.708 744.396 760.104 105.391 865.495 101.470 99.970 99.970 99.970
Waarvan garantieverplichtingen
Garantie DNB Winstafdracht 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 294.050 744.396 1.038.446 105.866 1.144.312 101.470 99.970 99.970 99.970
Waarvan juridisch verplicht 97,2% 99,2% 99,4%
Vermogensverschaffing 280.000 744.396 1.024.396 0 1.024.396 0 0 0 0
Kapitaalinjectie TenneT 280.000 0 280.000 0 280.000 0 0 0 0
Verwerving vermogenstitels 0 744.396 744.396 0 744.396 0 0 0 0
Vermogensonttrekking 0 0 0 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000
Afdrachten Staatsloterij 0 0 0 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s 5.000 0 5.000 0 5.000 0 0 0 0
NLFI 5.000 0 5.000 0 5.000 0 0 0 0
Garanties 4.850 0 4.850 – 30 4.820 – 30 – 30 – 30 – 30
Regeling BF 50 0 50 – 30 20 – 30 – 30 – 30 – 30
Dotatie begrotingsreserve TenneT 4.800 0 4.800 0 4.800 0 0 0 0
Opdrachten 4.200 0 4.200 5.896 10.096 1.500 0 0 0
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen 4.200 0 4.200 1.550 5.750 1.500 0 0 0
Opstart Invest-NL 0 0 0 4.346 4.346 0 0 0 0
Ontvangsten 1.204.300 0 1.204.300 808.148 2.012.448 552.000 892.000 856.000 452.000
Vermogensonttrekking 1.195.000 0 1.195.000 807.000 2.002.000 552.000 892.000 856.000 452.000
Opbrengst verkoop vermogenstitels 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen 1.064.000 0 1.064.000 661.000 1.725.000 451.000 441.000 456.000 456.000
Afdrachten Staatsloterij 0 0 0 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000 100.000
Winstafdracht DNB 131.000 0 131.000 46.000 177.000 1.000 351.000 300.000 – 104.000
waarvan: Griekse inkomsten ANFA 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan: Griekse inkomsten SMP 14.250 0 14.250 20.000 34.250 – 6.500 – 4.500 – 3.600 – 3.600
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s 4.500 0 4.500 0 4.500 0 0 0 0
NLFI 4.500 0 4.500 0 4.500 0 0 0 0
Garanties 4.800 0 4.800 0 4.800 0 0 0 0
Premieontvangsten garantie TenneT 4.800 0 4.800 0 4.800 0 0 0 0
Premieontvangsten garantie Propertize 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overig 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 0 0 0 1.148 1.148 0 0 0 0
Terug te vorderen kosten staatsdeelnemingen 0 0 0 1.148 1.148 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Schikking Alawwal Bank (+ € 94 mln.)

Door de fusie tussen Alawwal Bank en de Saudi British Bank en de als gevolg daarvan gewijzigde schikkingsovereenkomst (zie Kamerstukken II 2018–2019, 31 789, nr. 96) zal er een betalingsverplichting van € 94 mln. worden aangegaan.

Afdrachten Staatsloterij (+ € 100 mln.)

Om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de WOK dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, wordt structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.

Ontvangsten

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen (+ € 661 mln.)

Vanwege goede resultaten van de staatsdeelnemingen (o.a. ABN Amro en de Volksbank) worden de dividendramingen structureel naar boven bijgesteld.

Afdrachten Staatsloterij (+ € 100 mln.)

Om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de WOK dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, wordt structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.

Winstafdracht DNB (+ € 46 mln.)

In 2018 maakte DNB meer winst dan verwacht, met name doordat rentepercentages gunstiger bleken dan vooraf ingeschat. De Staat heeft daarom in 2019 van DNB een hogere winstafdracht ontvangen.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Verplichtingen 2.274.076 0 2.274.076 1.011.957 3.286.033 – 697.711 23.759 21.379 – 6.641
Waarvan garantieverplichtingen:
Wereldbank 0 0 0 774.871 774.871 – 707.000 0 0 0
Garantie aan DNB inzake IMF 0 0 0 264.493 264.493 0 0 0 0
Kredieten EU-betalingsbalanssteun 50.000 0 50.000 0 50.000 0 0 0 0
EFSM 60.000 0 60.000 0 60.000 0 0 0 0
AIIB 0 0 0 3.125 3.125 0 0 0 0
EIB 1.900.425 0 1.900.425 0 1.900.425 0 0 0 0
Uitgaven 359.220 0 359.220 3.899 363.119 – 170.630 23.759 21.379 – 6.641
Waarvan juridisch verplicht 99,6% 99,6% 99,7%
Bijdrage aan internationale organisatie 324.509 0 324.509 36.910 361.419 – 179.919 0 0 0
Wereldbank 290.722 0 290.722 34.558 325.280 – 179.919 0 0 0
AIIB 33.787 0 33.787 2.352 36.139 0 0 0 0
Leningen 33.030 0 33.030 – 33.030 0 9.270 23.740 21.360 – 6.560
Teruggave winsten SMP/ANFA 33.030 0 33.030 – 33.030 0 9.270 23.740 21.360 – 6.560
Opdrachten 1.681 0 1.681 19 1.700 19 19 19 – 81
Technische assistentie kiesgroeplanden 1.681 0 1.681 19 1.700 19 19 19 – 81
Ontvangsten 15.257 0 15.257 – 3.217 12.040 – 15.408 – 18.505 – 16.660 – 6.557
Deelname aan internationale organisaties 4.655 0 4.655 0 4.655 0 0 0 0
Ontvangsten IFI's 4.655 0 4.655 0 4.655 0 0 0 0
Leningen 10.602 0 10.602 – 5.217 5.385 – 15.408 – 18.505 – 16.660 – 6.557
Renteontvangsten lening Griekenland 10.602 0 10.602 – 5.217 5.385 – 15.408 – 18.505 – 16.660 – 6.557
Terugbetaling lening Griekenland 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Garanties 0 0 0 2.000 2.000 0 0 0 0
ESM 0 0 0 2.000 2.000 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Wereldbank (+ € 774,9 mln.)

De uitstaande garantieverplichtingen aan de Wereldbank worden aangepast aan de hand van de meest recente wisselkoersramingen van het CPB. Daarnaast zal het garantieplafond voor de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD) niet in 2020, maar al in 2019 worden opgehoogd.

Garantie aan DNB inzake IMF (+ € 264,5 mln.)

De uitstaande garantieverplichtingen via DNB aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF) worden aangepast aan de hand van de meest recente wisselkoersramingen van het CPB.

Uitgaven

Wereldbank (+ € 34,6 mln.)

De uitgaven aan de IDA van de Wereldbank stijgen in 2019 per saldo met € 34,6 mln. Dit komt door een verschuiving in het betaalritme aan de Wereldbank tussen 2018, 2019 en 2020 om beter aan te sluiten bij het kasritme van de Staat. De totale uitgaven aan IDA blijven intertemporeel gelijk.

Teruggave winsten SMP/ANFA (– € 33 mln.)

In de Eurogroep van juni 2018 is besloten om de teruggave van de inkomsten uit het Single Market Programme/Agreement on Net Financial Assets (SMP/ANFA) aan Griekenland te hervatten. Hiervoor is in december 2018 binnen de Eurozone een nieuw schema afgesproken, waaraan het in de begroting opgenomen verwachte ritme nu wordt aangepast. De teruggave van de SMP/ANFA-gelden is onder de voorwaarde dat Griekenland afgesproken hervormingen implementeert en geen hervormingen terugdraait.

Ontvangsten

Renteontvangsten lening Griekenland (– € 5,2 mln.)

Op basis van de meest recente renteramingen van het CPB worden de verwachte ontvangsten van de lening aan Griekenland bijgesteld.

ESM (+ € 2 mln.)

De Nederlandse Staat ontvangt in 2019 een eenmalig bedrag van het European Stability Mechanism (ESM) t.w.v. € 2 mln. Dit vloeit voort uit het feit dat Slovenië van het ESM voor een bepaalde periode «korting» had gekregen op haar inleg. Nu deze periode verstreken is, moet Slovenië haar aandelenkapitaal verhogen. Omdat het totale bedrag aan aandelenkapitaal voor het ESM vaststaat, betekent dit dat andere lidstaten een deel van het ingelegde kapitaal terugkrijgen. Gebaseerd op de verdeelsleutel van het ESM is dit voor Nederland € 2 mln.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Verplichtingen 10.015.244 0 10.015.244 0 10.015.244 0 0 0 0
Waarvan garantieverplichtingen:
Exportkredietverzekeringen 10.000.000 0 10.000.000 0 10.000.000 0 0 0 0
waarvan: nieuwe verplichtingen 10.000.000 0 10.000.000 0 10.000.000 0 0 0 0
waarvan: vervallen verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 83.444 0 83.444 121.800 205.244 – 6.200 – 6.200 – 11.000 – 10.900
Waarvan juridisch verplicht 100% 100% 100%
Garanties 68.200 0 68.200 121.800 190.000 – 6.200 – 6.200 – 11.000 – 10.900
Schade-uitkering ekv 68.200 0 68.200 121.800 190.000 – 6.200 – 6.200 – 11.000 – 10.900
Dotatie begrotingsreserve ekv 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Schade-uitkering Seno-Gom 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 15.187 0 15.187 0 15.187 0 0 0 0
Kostenvergoeding Atradius DSB 15.187 0 15.187 0 15.187 0 0 0 0
Overige 57 0 57 0 57 0 0 0 0
Overige uitgaven 57 0 57 0 57 0 0 0 0
Ontvangsten 256.172 0 256.172 – 37.875 218.297 332 3.726 – 3.025 – 2.926
Garanties 256.172 0 256.172 – 37.875 218.297 332 3.726 – 3.025 – 2.926
Premies ekv 77.650 0 77.650 – 7.406 70.244 – 9.006 8.567 8.567 8.567
Premies investeringsverzekeringen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Schaderestituties ekv 178.522 0 178.522 – 30.469 148.053 9.338 – 4.841 – 11.592 – 11.493
Onttrekking begrotingsreserve Seno-Gom 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Schaderestituties Seno-Gom 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Schade-uitkering ekv (+ € 121,8 mln.)

In 2019 zal zich naar alle waarschijnlijkheid een grote schade voordoen op een ekv-polis in Mexico, die niet eerder was geraamd. Hierdoor wordt de raming voor uitgaven aan schade-uitkeringen naar boven bijgesteld. Vanaf 2019 zijn nog niet afgesloten schade-dossiers niet meer relevant voor het EMU-saldo, dus deze tegenvaller leidt niet meer direct tot een onttrekking aan de risicovoorziening. Pas zodra duidelijk is welk deel van de schade gerecupereerd kan worden, zal het netto-schadebedrag ten laste worden gebracht van de risicovoorziening.

Ontvangsten

Premies ekv (– € 7,4 mln.)

Uit de meest recente premie-prognoses blijkt dat er naar verwachting dit jaar minder premie-inkomsten zullen worden gerealiseerd dan geraamd.

Schaderestituties ekv (– € 30,5 mln.)

Uit de meest recente recuperatie-prognoses blijkt dat er naar verwachting dit jaar minder recuperatie-inkomsten zullen worden gerealiseerd dan eerder geraamd.

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Verplichtingen 3.225.010 0 3.225.010 2.172 3.227.182 66 66 0 0
Uitgaven 3.225.010 0 3.225.010 2.172 3.227.182 66 66 0 0
Waarvan juridisch verplicht 100% 100% 100%
Bijdrage aan medeoverheden 3.225.010 0 3.225.010 2.172 3.227.182 66 66 0 0
Waarvan bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden 2.821.355 0 2.821.355 735 2.822.090 66 66 0 0
Waarvan bijdragen aan provincies 403.655 0 403.655 1.437 405.092 0 0 0 0
Ontvangsten 3.225.010 0 3.225.010 2.172 3.227.182 66 66 0 0

Artikel 9 Douane

Verplichtingen 416.151 0 416.151 0 416.151 0 0 0 0
Uitgaven (1) + (2) 416.151 0 416.151 0 416.151 0 0 0 0
(1) Programma-uitgaven 33.129 0 33.129 – 95 33.034 – 95 – 95 – 95 – 95
waarvan juridisch verplicht 53,2% 53,2% 57%
Opdrachten 31.029 0 31.029 – 2.295 28.734 – 2.195 – 2.195 – 2.195 – 2.195
ICT opdrachten 3.322 0 3.322 0 3.322 0 0 0 0
Overige opdrachten 27.707 0 27.707 – 2.295 25.412 – 2.195 – 2.195 – 2.195 – 2.195
Bijdrage aan agentschappen 2.100 0 2.100 2.200 4.300 2.100 2.100 2.100 2.100
Bijdrage overige agentschappen 2.100 0 2.100 2.200 4.300 2.100 2.100 2.100 2.100
(2) Apparaatsuitgaven 383.022 0 383.022 95 383.117 95 95 95 95
Personele uitgaven 374.212 0 374.212 95 374.307 95 95 95 95
Eigen personeel 368.402 0 368.402 0 368.402 0 0 0 0
Inhuur externen 5.750 0 5.750 0 5.750 0 0 0 0
Overig personeel 60 0 60 95 155 95 95 95 95
Materiële uitgaven 8.810 0 8.810 0 8.810 0 0 0 0
ICT 7.581 0 7.581 0 7.581 0 0 0 0
Overig 1.229 0 1.229 0 1.229 0 0 0 0
Ontvangsten 605 0 605 0 605 0 0 0 0
Apparaatsontvangsten 605 0 605 0 605 0 0 0 0

3.2 De niet-beleidsartikelen (Ministerie van Financiën IXB)

Artikel 8 Apparaat kerndepartement

Verplichtingen 256.491 0 256.491 – 129 256.362 – 826 – 1.006 – 986 – 926
Uitgaven 256.491 0 256.491 – 129 256.362 – 826 – 1.006 – 986 – 926
Personeel Kerndepartement 174.632 0 174.632 2.016 176.648 – 300 – 300 – 280 – 202
Eigen personeel 164.757 0 164.757 2.557 167.314 871 871 891 969
Inhuur externen 9.402 0 9.402 – 559 8.843 – 1.189 – 1.189 – 1.189 – 1.189
Overig personeel 473 0 473 18 491 18 18 18 18
Materieel Kerndepartement 81.859 0 81.859 – 2.145 79.714 – 526 – 706 – 706 – 724
Waarvan ICT 13.806 0 13.806 – 1.606 12.200 – 1.556 – 1.756 – 1.756 – 1.756
Waarvan bijdrage aan SSO's 39.173 0 39.173 137 39.310 181 182 182 182
Waarvan overig materieel 28.880 0 28.880 – 676 28.204 849 868 868 850
Ontvangsten 52.953 0 52.953 515 53.468 – 1.002 – 1.002 – 1.002 – 1.002

Artikel 10 Nog onverdeeld

Verplichtingen 77.956 0 77.956 44.773 122.729 131.665 128.293 125.038 129.221
Uitgaven 98.411 0 98.411 14.273 112.684 88.665 128.293 125.038 129.221
Programma onvoorzien 40.873 0 40.873 – 31.937 8.936 25.318 35.184 34.124 40.822
Apparaat onvoorzien 42.659 0 42.659 – 42.659 0 – 37.155 4.146 1.136 1.032
Loonbijstelling 4.466 0 4.466 83.462 87.928 83.005 72.150 72.976 70.679
Prijsbijstelling 10.413 0 10.413 5.407 15.820 17.497 16.813 16.802 16.688
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen (+ € 44,8 mln.)

De verplichtingenmutaties zijn gelijk aan de uitgavenmutaties, behalve bij de vrijvallende middelen die gereserveerd waren voor de RVU-heffing (– € 30,5 mln. in 2019). De verplichtingen als gevolg van het aangaan van de vertrekregeling bij de Belastingdienst zijn namelijk direct bij het aangaan van de regelingen verwerkt in de begroting. Voor 2019 zijn derhalve geen verplichtingen begroot.

Uitgaven

Programma onvoorzien (– € 31,9 mln.)

Per saldo is het budget van programma onvoorzien verlaagd met € 31,9 mln. De voornaamste oorzaken van deze mutaties zijn:

– Het kabinet intensiveert bij de Belastingdienst voor aanpak van fraude, witwassen en ondermijning. Een bedrag van ca. € 1 mln. in 2019 oplopend tot structureel 29 mln. wordt beschikbaar gesteld voor dit pakket. Op dit moment worden deze intensiveringsmiddelen vooralsnog op artikel 10 Nog onverdeeld van de Financiënbegroting gereserveerd. Komende periode zal Financiën de precieze inzet van deze middelen bepalen, waarbij aandacht is voor aspecten van CW3.1. Op basis daarvan zullen deze intensiveringsmiddelen van artikel 10 Nog onverdeeld naar artikel 1 Belastingen worden overgeheveld;

– Het budget opstartkosten Invest-NL staat gereserveerd op artikel 10. Voor 2019 wordt in totaal € 4,5 mln. overgeheveld naar artikel 3 van deze begroting. Daarnaast wordt € 7 mln. doorgeschoven naar 2020 aangezien het traject rond Invest-NL-internationaal vertraagd is;

– De benodigde fiscale uitvoeringskosten (€ 4,2 mln. in 2019) voor de maatregelen uit het Regeerakkoord, het Belastingplan 2019 en overige fiscale maatregelen worden overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 van deze begroting;

– Tot slot worden, o.a. voor de fiscale uitvoeringskosten, middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.

Apparaat onvoorzien (– € 42,7 mln.)

Er doet zich een meevaller voor bij de RVU-heffing, omdat de uitspraak van de belastinginspecteur tot gevolg heeft dat de vertrekregeling bij de Belastingdienst niet als RVU wordt aangemerkt. Hierdoor vallen de gereserveerde middelen in 2019 (€ 30,5 mln.) en 2020 (€ 43,0 mln.) vrij. Verder worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.

Loon- en prijsbijstelling (+ € 88,9 mln.)

De loon- en prijsbijstelling tranche 2019 wordt toegevoegd aan de departementale begrotingen. Ook hier worden middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.

3.3 De beleidsartikelen (Nationale Schuld IXA)

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Verplichtingen 35.655 0 35.655 – 279 35.376 – 468 – 530 – 657 1.197
Uitgaven 35.655 0 35.655 – 279 35.376 – 468 – 530 – 657 1.197
Waarvan juridisch verplicht 100% 100% 100%
Rente 5.815 0 5.815 – 179 5.636 – 304 – 531 – 659 – 586
Rentelasten vaste schuld 5.815 0 5.815 – 179 5.636 – 278 – 351 – 443 – 489
Rentelasten vlottende schuld 0 0 0 0 0 – 26 – 180 – 216 – 97
Voortijdige beeindiging schuld 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rente derivaten kort 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 29.817 0 29.817 – 99 29.718 – 164 1 2 1.783
Aflossing vaste schuld 29.817 0 29.817 – 99 29.718 – 164 1 2 1.783
Mutatie vlottende schuld 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 23 0 23 – 1 22 0 0 0 0
Overige kosten 23 0 23 – 1 22 0 0 0 0
Ontvangsten 24.178 0 24.178 1.579 25.757 386 1.245 1.453 3.162
Rente 1.603 0 1.603 – 302 1.301 – 179 – 30 140 68
Rentebaten vaste schuld 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rentebaten vlottende schuld 249 0 249 – 23 226 123 34 – 12 – 12
Voortijdige beeindiging schuld 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rentederivaten lang 1.354 0 1.354 – 279 1.075 – 302 – 64 152 80
Voortijdige beeindiging derivaten 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 22.575 0 22.575 1.881 24.456 565 1.275 1.313 3.094
Uitgifte vaste schuld 22.575 0 22.575 – 1.575 21.000 565 1.275 1.313 3.094
Mutatie vlottende schuld 0 0 0 3.456 3.456 0 0 0 0
Overige baten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rentelasten vaste schuld (– € 179 mln.)

De rentelasten vallen in 2019 naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu lager zijn dan eerder geraamd levert dit een meevaller op.

Aflossing vaste schuld (– € 99 mln.)

De aflossingen op de vaste schuld worden bepaald door de uitgifte van leningen in het verleden en zijn afhankelijk van de looptijd van de diverse uitgiftes. Eind 2018 is een deel van de staatsobligaties met een aflosdatum in 2019 uit cashmanagement overwegingen vervroegd afgelost, waardoor de totale omvang van de aflossingen in 2019 is gedaald.

Ontvangsten

Rentebaten vlottende schuld (– € 23 mln.)

De rentebaten op de vlottende schuld veranderen als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen. Het grootste effect in 2019 tot nu toe is dat minder rente is ontvangen doordat de omvang van de kortlopende schuld lager is uitgevallen als gevolg van het begrotingsoverschot.

Rente derivaten lang (– € 279 mln.)

Het Agentschap heeft in de laatste maanden van 2018 rentederivaten voortijdig beëindigd. Dit wordt gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer ontvangen. Als gevolg hiervan dalen de rentebaten op derivaten in latere jaren.

Uitgifte vaste schuld (– € 1.575 mln.)

De raming voor de uitgifte van vaste schuld wijzigt als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2019 (– € 1,31 mld.) en als gevolg van de vervroegde aflossingen van schuld (– € 264 mln.).

Mutatie vlottende schuld (+ € 3.456 mln.)

De mutatie vlottende schuld wijzigt als gevolg van het verwerken van het financieringsplan voor 2019 waar een verschuiving heeft plaatsgevonden van lange naar korte financiering. Daarnaast is de mutatie vlottende schuld gewijzigd als gevolg van de bijstelling van het kassaldo Rijk van 2019. In het lopende begrotingsjaar worden schommelingen in het kassaldo grotendeels in de vlottende schuld opgenomen.

Artikel 12 Kasbeheer

Verplichtingen 1.532 0 1.532 0 1.532 – 79 – 181 – 205 – 96
Uitgaven 1.532 0 1.532 0 1.532 – 79 – 181 – 205 – 96
Waarvan juridisch verplicht 100% 100% 100%
Rente 32 0 32 0 32 – 79 – 181 – 205 – 96
Rentelasten 32 0 32 0 32 – 79 – 181 – 205 – 96
Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0
Verstrekte leningen 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0
Mutaties in rekening-courant en deposito's 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Agentschappen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
RWT’s en derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Sociale fondsen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Decentrale Overheden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 9.494 0 9.494 2.067 11.561 1.445 874 1.755 2.030
Rente 107 0 107 0 107 – 5 – 11 – 16 – 20
Rentebaten 107 0 107 0 107 – 5 – 11 – 16 – 20
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen 947 0 947 229 1.176 – 25 – 7 – 25 – 43
Ontvangen aflossingen 947 0 947 229 1.176 – 25 – 7 – 25 – 43
Mutaties in rekening-courant en deposito's 8.440 0 8.440 1.838 10.278 1.475 892 1.796 2.093
Agentschappen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
RWT’s en derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Sociale fondsen 7.340 0 7.340 1.838 9.178 1.475 892 1.796 2.093
Decentrale Overheden 1.100 0 1.100 0 1.100 0 0 0 0

Toelichting

Onvangsten

Ontvangen aflossingen (+ € 229 mln.)

Op basis van de actuele realisaties wordt verwacht dat de aflossingen op leningen, die door de Agentschappen en RWT’s zijn afgesloten, hoger zullen uitkomen dan eerder geraamd.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s (+ € 1.838 mln.)

De mutatie in rekening-courant en deposito’s zal naar verwachting € 1.838 mln. hoger uitvallen dan eerder was geraamd. De mutaties in rekening-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Als een deelnemer een uitgave doet zal het aangehouden saldo op de rekening-courant dalen en dit betekent een uitgave op artikel 12. Een ontvangst van een deelnemer wordt gestort op de rekening-courant en dit zorgt voor een ontvangst op artikel 12. Het Agentschap is uitsluitend beheerder van de rekeningen-courant van het schatkistbankieren.