[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2019D21264, datum: 2019-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35210-XII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35210 XII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2019Z10335:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 210 XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer 2
2. Het beleid 3
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties 3
2.2 De beleidsartikelen 6
2.3 De niet-beleidsartikelen 00
2.4 De agentschappen 00

1. Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2019 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.

Vanuit het oogpunt van uniformiteit en transparantie wordt deze norm gehanteerd om mutaties toe te lichten bij de Eerste suppletoire begroting van 2019 van Infrastructuur en Waterstaat (XII). Dit houdt in dat artikelonderdelen en projecten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn).

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 5
=> 1000 5 5

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd.

Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:

1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2019 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.

2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2019 (Kamerstukken II, 2018–2019, 35 000 XII, nr 1). Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.

3. In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2 beleidsartikelen en paragraaf 2.3 niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.

4. In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 2.4) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Stand ontwerpbegroting 9.552,8 19,4
Stand vastgestelde begroting 2019 9.618,7 19,4
– Belangrijkste mutaties Voorjaarsnota 2019
1. Overboekingen naar PF/GF/BCF 26 – 28,4 20
2. Ruimtelijke Adaptatie 11 6,3
3. Bijdrage Caribisch Nederland uit IF 14 14,6
4. Bijdrage subsidies Spoor uit IF 16 19
5. Kustbescherming Sint Eustatius 17 3,5
6. EZK CO2 reductie 21 5,1
7. Regeringsvliegtuig 97 28,3
8. Loon en Prijsbijstelling 99 213,8
9. Intensivering ILT 24 10
10. Asbest- naar duurzaam 99 5
11. Inpassing DBFM Blankenbrug en A16 Rotterdam 26 – 277,1
12. Global Commission on Adaption (GCA) 19/98 5,0 5,0
13. Overige mutaties 4,5 – 0,8
Stand 1e suppletoire begroting 9.628,3 43,6

Toelichting:

1. Overboekingen PF/GF/BCF

Dit betreft met name overboekingen vanuit het Infrastructuurfonds naar het Provinciefonds voor Beter Benutten voor de provincies Gelderland. Utrecht, Overijssel, Groningen, Friesland en Limburg (€ 8,8 miljoen), middelen voor aanleg fietssnelroutes provincie Gelderland en Zuid-Holland (€ 3,2 miljoen) en middelen voor perronfasering Arnhem (€ 1,8 miljoen). Daarnaast worden de op HXII ontvangen bijdrage van de waterschappen voor de Waterschapsverkiezingen (€ 12 miljoen) conform Waterschapswet overgeboekt naar het Gemeentefonds.

2. Ruimtelijke Adaptatie

Overboeking vanuit het Deltafonds (€ 6,3 miljoen) voor de uitvoering van onder andere stresstesten, pilots en kennisontwikkeling als onderdeel van het tijdelijke impulsprogramma Ruimtelijke Adaptatie.

3. Bijdrage Caribisch Nederland Infrastructuur

Overboeking vanuit het Infrastructuurfonds naar de IenW begroting Hoofdstuk XII ten behoeve van de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba (€ 14,6 miljoen). De overboeking van deze middelen vindt plaats vanaf de IenW begroting XII door middel van bijzondere uitkeringen op grond van de Wet financiën Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

4. Subsidies Spoor

Vanaf het Infrastructuurfonds worden middelen overgeboekt naar artikel 16 van de IenW begroting Hoofdstuk XII ten behoeve van de subsidieregeling spoorgoederenvervoer (€ 14,4 miljoen), subsidieregeling NS Samenloop Twente (€ 2,0 miljoen) en de subsidie sociale veiligheid (€ 1,8 miljoen) en de bijdrage NS exploitatie voor IC Dordrecht-Breda (€ 0,8 miljoen).

5. Kustbescherming Sint Eustatius

Uit de Regio Envelop wordt een bedrag van € 3,5 miljoen beschikbaar gesteld in 2019 voor de kustbescherming van Sint Eustatius. Dit wordt ingezet voor de erosieproblematiek.

6. EZK CO2 reductie

Naar het Ministerie van EZK wordt voor de pilot- en demoregeling CO2-reductie Industrie in 2019 een bedrag van € 5,1 miljoen overgeboekt.

7. Regeringsvliegtuig

Er wordt € 28,3 miljoen toegevoegd aan Hoofdstuk XII uit de niet bestede middelen voor de vervanging van het Regeringsvliegtuig 2018. Een van de betalingen voor de vervanging van het Regeringsvliegtuig volgt namelijk pas in 2019.

8. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2019 (€ 213,8 miljoen). Deze middelen worden toegevoegd aan artikel 99 Nominaal en onvoorzien en bij Ontwerpbegroting 2020 nader toegedeeld binnen de IenW begrotingen HXII, Infrastructuurfonds en Deltafonds.

9. Intensivering ILT

Er worden middelen toegevoegd voor de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) om urgente knelpunten aan te pakken en invulling te geven aan de risicogerichte aanpak. Het betreft € 10 miljoen in 2019, € 12 miljoen in 2020 en vanaf 2021 € 15 miljoen structureel.

10. Asbest- naar duurzaam

Er wordt een bedrag van € 5 miljoen toegevoegd ten behoeve van een maatregel van asbest- naar duurzaam. Deze middelen worden toegevoegd aan artikel 99 Nominaal en onvoorzien en worden bij Ontwerpbegroting 2020 nader toegedeeld binnen de IenW begroting HXII.

11. Inpassing Blankenburg en A16 Rotterdam

Dit betreft de budgettaire verwerking van de DBFM conversie A24 Blankenburg en A12 Rotterdam. Hierbij worden budgettaire reeksen omgezet om aan de beschikbaarheidsvergoedingen te kunnen voldoen. Zie hiervoor ook de 1e suppletoire begroting Infrastructuurfonds 2019.

12. Global Commission on Adaption

Dit betreft een bijdrage van € 5,0 miljoen van cofinancierders (Canada, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken) voor de te realiseren doelstellingen van de Global Commission on Adaption (GCA). Hiervan gaat € 3,5 miljoen naar artikel 19 voor het programma en € 1,5 miljoen naar artikel 98 voor het apparaat.

2.2 De beleidsartikelen

Hieronder worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht (zie leeswijzer).

Verplichtingen 30.755 30.755 13.458 44.213 3.206 ">– 3.717 – 1.461 – 212 – 212
Uitgaven 45.362 45.362 9.157 54.519 9.292 657 8 – 247 – 247
waarvan juridisch verplicht 91% 76%
11.01 Algemeen waterbeleid 33.424 33.424 8.315 41.739 8.775 121 – 528 – 783 – 783
11.01.01 Opdrachten 5.720 5.720 4.723 10.443 7.482 – 1.032 – 1.781 – 536 – 536
– Intensivering Ruimtelijke Adaptie 5.570 5.570 9.540 832
– Overige Opdrachten 5.720 5.720 – 847 4.873 – 2.058 – 1.864 – 1.781 – 536 – 536
11.01.02 Subsidies 12.792 12.792 3.439 16.231 1.400 1.400 1.500
– Partners voor Water (HGIS) 11.602 11.602 2.239 13.841
– Overige Subsidies 1.190 1.190 1.200 2.390 1.400 1.400 1.500
11.01.03 Bijdragen aan agentschappen 14.862 14.862 153 15.015 – 107 – 247 – 247 – 247 – 247
– Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 422 422 400 822 140
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 14.440 14.440 – 247 14.193 – 247 – 247 – 247 – 247 – 247
11.01.04 Bijdragen aan medeoverheden 50 50 50
11.02 Waterveiligheid 2.992 2.992 388 3.380 500 500 500 500 500
11.02.01 Opdrachten 2.992 2.992 388 3.380 500 500 500 500 500
11.03 Grote oppervlaktewateren 2.408 2.408 – 693 1.715 – 566 – 441 – 434 – 664 – 434
11.03.01 Opdrachten 2.408 2.408 – 693 1.715 – 566 – 441 – 434 – 664 – 434
11.04 Waterkwaliteit 6.538 6.538 1.147 7.685 583 477 470 700 470
11.04.01 Opdrachten 3.823 3.823 1.459 5.282 583 477 470 700 470
11.04.02 Subsidies 400 400 400
11.04.04 Bijdragen aan medeoverheden 500 500 500
11.04.05 Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.815 1.815 – 312 1.503
Ontvangsten 12.465 12.465

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op dit artikel is in 2019 opgehoogd met € 13,5 miljoen. Dit komt met name door het aangaan van de meerjarige verplichting met het waterschap Scheldestormen (€ 7 miljoen) ten behoeve van het project Restopgave Vooroeverbestortingen. Uit 2020 en 2021 worden respectievelijk € 4 miljoen en € 3 miljoen naar 2019 gehaald.

Tevens zorgt de overboeking vanuit de beleidsreservering Ruimtelijke Adaptatie op het Deltafonds naar dit artikel voor een ophoging van het verplichtingenbudget in 2019 met € 6,3 miljoen. Deze overboeking is voor de uitvoering van onder andere stresstesten, pilots en kennisontwikkeling als onderdeel van het tijdelijke impulsprogramma Ruimtelijke Adaptatie (€ 20 miljoen). Meerjarig (2019 tot en met 2021) wordt in totaal € 16,5 miljoen vanuit het Deltafonds overgeheveld naar artikel 11. In 2020 en 2021 worden respectievelijk € 9,4 miljoen en € 0,8 miljoen conform de programmering opgenomen.

11.01 Algemeen waterbeleid

Opdrachten

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2019 met € 4,7 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een drietal mutaties:

Intensivering Ruimtelijke adaptatie

De overboeking vanuit de beleidsreservering op het Deltafonds voor Intensivering Ruimtelijke Adaptatie van € 6,3 miljoen.

CORA (HGIS)

Daarnaast is het kasbudget op dit instrument in 2019 met € 1,4 miljoen verlaagd door een overheveling naar 11.01.02 «Subsidies» voor een meerjarige subsidie voor de Blue Deal. De Blue Deal is een samenwerking tussen De Nederlandse waterschappen en de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat met één duidelijk doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd aan schoon, voldoende en veilig water helpen. In 2020, 2021 en 2022 worden respectievelijk € 1,4 miljoen, € 1,4 miljoen en € 1,5 miljoen overgeboekt.

Agentschapsbijdrage KNMI

Bovendien wordt € 0,4 miljoen overgeheveld naar financieel instrument 11.01.03 «Bijdragen aan agentschappen» ten behoeve van de agentschapsbijdrage KNMI voor het project Verbeterde Voorspelling.

Subsidies:

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2019 met € 3,4 miljoen verhoogd. Dit komt met name door twee mutaties:

Partners voor Water

De toevoeging van eindejaarsmarge voor het HGIS-programma Partners voor Water 2016–2021 (€ 2,2 miljoen).

Blue Deal

Bovendien wordt het kasbudget verhoogd door een overboeking van het financieel instrument 11.01.01 «opdrachten» met € 1,2 miljoen. Dit betreft het saldo van een ophoging voor de meerjarige subsidie voor de Blue Deal van € 1,4 miljoen, gecorrigeerd met een verlaging van € 0,2 miljoen door de overschrijding op deze subsidie in 2018.

11.04 Waterkwaliteit

Opdrachten:

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2019 met € 1,5 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een drietal mutaties:

Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM)

Ten eerste zorgt een bijdrage van de Europese Commissie voor de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) voor een verhoging van het kasbudget met € 0,4 miljoen. De KRM heeft tot doel het beschermen en herstellen van de Europese zeeën en oceanen en duurzaam gebruik te bevorderen.

Herschikking budgetten «Noordzee»

Ten tweede zorgt een budgetneutrale herschikking binnen artikel 11 voor een ophoging van het budget op dit instrument met € 0,7 miljoen. De middelen op financieel instrument 11.03 «Grote oppervlaktewateren» met betrekking tot de Noordzee worden vanaf 2019 meerjarig verantwoord op dit instrument.

BOA protocol 2019 Waterkwaliteit

Tot slot zorgt een budgetneutrale herschikking op dit artikelonderdeel voor een verhoging van het kasbudget met € 0,3 miljoen. Middelen op financieel instrument 11.04.05 «Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties» worden naar dit instrument overgeheveld om het tekort op de RWS-opdrachten met betrekking tot waterkwaliteit en waterkwantiteit te kunnen dekken.

Ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten op dit artikel met € 12,5 miljoen komt met name door de bijdrage van de waterschappen aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor de waterschapsverkiezingen (€ 12 miljoen). Omdat een directe betaling van de waterschappen aan het Ministerie van BZK conform de Waterschapswet niet mogelijk is worden deze middelen bij de eerste suppletoire begroting 2019 via IenW overgeboekt naar de begroting van BZK. Bovendien zorgt een bijdrage van de Europese Commissie voor KRM voor een verhoging van de ontvangsten (€ 0,4 miljoen).

Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Verplichtingen 26.820 26.820 5.049 31.869 – 514 1.492 – 4.728 125 125
Uitgaven 41.436 41.436 – 776 40.660 – 277 – 33 25 125 125
waarvan juridisch verplicht 97% 100%
13.01 Ruimtelijk Instrumentarium
13.02 Geo-informatie
13.03 Gebiedsontwikkeling
13.04 Ruimtegebruik bodem 36.723 36.723 – 776 35.947 – 277 – 33 25 125 125
13.04.01 Opdrachten 16.416 16.416 329 16.745 728 – 1.225 4.653
13.04.02 Subsidies 13.480 13.480 1.444 14.924 1.156
– Bedrijvenregeling 8.657 8.657 – 1.156 7.501 1.156
– Subsidie Caribisch Nederland 4.823 4.823 2.600 7.423
13.04.03 Bijdragen aan agentschappen 3.566 3.566 125 3.691 125 125 125 125 125
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 3.566 3.566 125 3.691 125 125 125 125 125
13.04.04 Bijdragen aan medeoverheden 3.261 3.261 – 2.674 587 – 1.130 – 89 – 4.753
– Meerjarenprogramma Bodem 3.261 3.261 – 2.818 443 – 1.130 – 89 – 4.753
– Bijdragen aan Caribisch Nederland 144 144
13.05 Eenvoudig Beter 4.713 4.713 4.713
13.05.01 Opdrachten 2.353 2.353 2.353
– Overige Opdrachten 2.353 2.353 2.353
13.05.02 Subsidies
13.05.03 Bijdragen aan agentschappen 2.360 2.360 2.360
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 2.360 2.360 2.360
Ontvangsten 4.450 4.450 4.450

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget op dit artikel met € 5 miljoen komt met name door een drietal mutaties:

• Ten eerste een eenzijdige verplichtingenophoging met betrekking tot de saneringsopgave Stormpolderdijk van € 2,5 miljoen. Deze verplichtingenophoging is benodigd omdat de gereserveerde verplichtingen in 2018 niet volledig zijn benut.

• Ten tweede worden er voor de saneringsopgave Stormpolderdijk verplichtingen uit 2020 tot en met 2022 naar voren gehaald (in totaal € 3,5 miljoen).

• Tegenover deze twee verhogingen staat een verlaging van het verplichtingenbudget door een overboeking vanuit artikel 13 naar artikel 19 in het kader van opdrachtverlening aan het RIVM. Het betreft een opdracht voor het uitvoeren van werkzaamheden op het terrein van waterveiligheid, ondergrond en marien (€ 0,8 miljoen).

13.04 Ruimtegebruik Bodem

Subsidies: Caribisch Nederland drinkwater

De verhoging van het kasbudget op dit financieel instrument met € 1,4 miljoen komt door een overboeking van het financiële instrument 13.04.04 «Bijdragen aan medeoverheden». Deze middelen zijn benodigd om de stijgende drinkwatertarieven af te kunnen dekken.

Bijdragen aan medeoverheden

De verlaging van het kasbudget met € 2,7 miljoen komt met name door de hierboven toegelichte overboeking (€ 1,4 miljoen) en een overboeking naar het financieel instrument 13.04.01 «Opdrachten» (€ 1,1 miljoen). Deze overboeking naar 13.04.01 heeft betrekking tot aanvullende middelen ten behoeve van het convenant Bodem en Ondergrond 2016–2020.

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Verplichtingen 33.587 43.400 76.987 21.035 98.022 5.258 658 488 488 488
Uitgaven 49.917 43.400 93.317 19.293 112.610 5.258 2.658 488 488 488
Waarvan juridisch verplicht 84% 43%
14.01 Netwerk 33.397 43.400 76.797 19.293 96.090 5.258 2.658 488 488 488
14.01.01 Opdrachten 15.901 8.400 24.301 2.648 26.949 2.800 2.000 0 0 0
Beter Benutten 7.402 7.402 3.650 11.052 2.000 2.000
BOA wegverkeersbeleid 2.350 2.350 – 914 1.436
Wegverkeersbeleid 1.296 1.296 914 2.210 0 0 0 0 0
– Overige Opdrachten 4.853 8.400 13.253 – 1.002 12.251 800
14.01.02 Subsidies 7.816 35.000 42.816 – 3.212 39.604
– Overige Subsidies 650 650 100 750
Sub.DUMO 7.166 35.000 42.166 – 3.312 38.854
14.01.03 Bijdragen aan agentschappen 9.680 9.680 4.455 14.135 2.258 458 488 488 488
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 4.724 4.724 3.455 4.724
– Waarvan bijdrage aan agentschap NEa 2.122 2.122 1.000 3.122 1.000
14.01.04 Bijdragen aan mede overheden 15.202 15.202
– Waarvan bijdrage aan Caribisch Nederland 15.202 15.202
14.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties 200 200 200 200
14.02 Veiligheid 16.520 16.520 0 16.520
14.02.01 Opdrachten 6.606 6.606 – 72 6.534 – 50
Opdrachten Verkeersveiligheid 6.606 6.606 – 72 6.534 – 50
14.02.02 Subsidies 8.370 8.370 8.370
VVN 3.736 3.736 3.736
SWOV 3.869 3.869 3.869
Overige Subsidies 765 765 765
14.02.03 Bijdragen aan agentschappen 597 597 72 669
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 597 597 72 669
14.02.05 Bijdragen aan internationale organisaties 30 30 30
Euro NCAP 30 30 30
14.02.06 Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s 917 917 917 50
CBR 917 917 917 50
Ontvangsten 6.782 6.782 222 7.004

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget van in totaal € 21,0 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door de hogere uitgaven van Wegen en Verkeersveiligheid zoals hieronder toegelicht. Daarnaast wordt € 2,0 miljoen verklaard door de ophoging van het verplichtingenbudget van artikelonderdeel 14.01 Netwerk, zodat het verplichtingenbudget weer in lijn is met het huidige kasbudget.

14.01 Netwerk

Subsidies

De verlaging van het subsidie budget met € 3,2 miljoen, betreft een overboeking van – € 2 miljoen naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken ten behoeve van het Nationaal Energiebesparingsfonds – stimuleren van laadinfrastructuur bij Vereniging van Eigenaren (VVE’s) en een overboeking van – € 1,3 miljoen binnen dit artikel onderdeel naar agentschapsbijdrage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van de DKTI regeling.

Opdrachten: Beter Benutten

De verhoging van het opdrachtenbudget bij artikelonderdeel 14.01 wordt met name veroorzaakt door overhevelingen van het Infrastructuurfonds in het kader van Beter Benutten (€ 3,7 miljoen). Het betreft middelen t.b.v. Intelligente Transportsystemen (ITS), waarvan € 3,0 miljoen in 2019 (in de jaren daaropvolgend € 1,5 miljoen in 2020 en € 2,0 miljoen in 2021) en voor de opdrachten aan de Innovatieunit, waarvan € 0,65 miljoen in 2019 (€ 0,5 miljoen in 2020).

Bijdragen aan agentschappen:

Voor de werkzaamheden die RVO in opdracht van IenW uitvoert, waaronder inzet Klimaatakkoord, beleidsactiviteiten Elektrisch rijden en de uitvoering van de DKTI-regeling is binnen dit artikelonderdeel vanuit het financieel instrument subsidie DuMo € 1,2 miljoen en vanuit financieel instrument opdrachten € 0,9 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is vanuit artikel 19 – Uitvoering Milieubeleid en Internationaal, € 1,1 miljoen naar de agentschapsbijdrage RVO overgeboekt.

NEa

Het Ministerie van Economische Zaken en Koninkrijksrelaties heeft voor de jaren 2019 en 2020 € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor de inzet van de NEa op het beleidsterrein energie en vervoer.

Bijdragen aan mede overheden

De verhoging van het opdrachtenbudget (€ 15,2 miljoen) van bijdragen aan mede overheden wordt met name veroorzaakt door een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds ten behoeve van de bijdrage aan Caribisch Nederland voor beheer en onderhoud van infrastructuur (€ 14,6 miljoen). Hiervoor zijn middelen gereserveerd op het infrastructuurfonds die bij voorjaarsnota worden overgeboekt naar IenW begroting hoofdstuk XII. De overboeking van deze middelen vindt plaats vanaf de IenW begroting XII door middel van bijzondere uitkeringen op grond van de Wet financiën Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Bijdragen aan internationale organisaties

Het Ministerie van IenW kent € 0,2 miljoen toe aan (inter-)nationale organisaties op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken financiële bijdragen.

Artikel 16 Openbaar vervoer en Spoor

Verplichtingen 11.497 11.497 21.134 32.631 14.934 13.979 13.306 11.875
waarvan juridisch verplicht 89% 32%
Uitgaven 13.157 13.157 20.628 33.785 15.551 14.746 13.550 12.400
16.01 OV en Spoor 13.157 13.157 20.628 33.785 15.551 14.746 13.550 12.400
16.01.01 Opdrachten 5.818 5.818 1.233 7.051 848 – 257 – 253 – 63 – 63
16.01.02 Subsidies 4.013 4.013 19.001 23.014 14.640 14.940 13.740 12.400
– Overige Subsidies 1.113 1.1130 4.601 5.714 40 40 40
– Subsidieregeling Spoorgoederenvervoer 14.400 14.400 14.600 14.900 13.700 12.400
– 3e spoor Duitsland 2.900 2.900 2.900
16.01.03 Bijdragen aan agentschappen 939 939 25 964
– Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 45 45 45
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 894 894 25 919
16.01.04 Bijdragen aan medeoverheden 2.287 2.287 369 2.656 63 63 63 63 63
CLU Betuweroute en HSL 2.287 2.287 369 2.656 63 63 63 63 63
16.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties 100 100 100
Ontvangsten 750 750

Verplichtingen

De verplichtingenophoging van € 21,1 miljoen is voornamelijk het gevolg van de overboeking van middelen van het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII ter dekking van de subsidieregeling spoorgoederenvervoer (€ 14,4 miljoen in 2019). Daarnaast worden middelen overgeboekt van het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII t.b.v. de subsidieregeling NS Samenloop Twente (€ 2,0 miljoen), de subsidie sociale veiligheid (€ 1,8 miljoen) en de bijdrage aan de NS exploitatie voor de Intercity Dordrecht-Breda (€ 0,8 miljoen).

16.01 OV en Spoor

Opdrachten

De verhoging van het opdrachtenbudget met € 1,2 miljoen is met name het gevolg van overboekingen vanuit het Infrastructuurfonds voor de Midterm Review (MTR) (van de vervoerconcessie (€ 0,55 miljoen) en het uitvoeren van de audit naar de Beheer Onderhoud en Vervanging-reeksen (€ 0,122 miljoen). Daarnaast wordt voor het project «Regionale partijen Toekomstbeeld OV 2040» door verschillende regionale vervoerspartijen € 0,8 miljoen vrijgemaakt, deze middelen worden gedesaldeerd ten gunste voor het opdrachtenbudget voor Toekomstbeeld OV 2040.

Overige subsidies

De verhoging van de uitgaven aan opdrachten wordt voornamelijk veroorzaakt door overboekingen vanuit het Infrastructuurfonds voor de subsidieregeling spoorgoederenvervoer (€ 14,4 miljoen in 2019) en subsidie Samenloop Twente (€ 2 miljoen). In de periode daarna (2020–2034) wordt voor de subsidieregeling spoorgoederenvervoer jaarlijks tussen de € 12,4 miljoen en € 14,9 miljoen overgeboekt.

Artikel 17 Luchtvaart

Verplichtingen 40.424 40.424 10.725 51.149 10.708 173 338 618 968
Waarvan garantieverplichtingen 23.000 23.000
Uitgaven 27.329 27.329 3.793 31.122 4.033 173 338 618 968
Waarvan juridisch verplicht 82% 45%
17.01 Luchtvaart 27.329 27.329 3.793 31.122 4.033 173 338 618 968
17.01.01 Opdrachten 19.957 19.957 – 2.413 17.544 – 467 173 338 618 968
– Overige Opdrachten 6.939 6.939 499 7.438 545 185 350 630 980
– Opdrachten GIS 5.228 5.228 5.228
– Caribisch Nederland 7.790 7.790 – 2.912 4.878 – 1.012 – 12 – 12 – 12 – 12
17.01.02 Subsidies 4.142 4.142 – 90 4.052
– Leefbaarheidsfonds 1.000 1.000 1.000
– Overige Subsidies 3.142 3.142 – 90 3.052
17.01.03 Bijdragen aan agentschappen 1.654 1.654 2.283 3.937 1.000
– Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 14 14 14
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 430 430 – 217 213
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS (Caribisch Nederland) 1.210 1.210 2.500 3.710 1.000
17.01.04 Bijdrage aan medeoverheden 3.955 3.955 3.500
– Bijdrage Caribisch Nederland 3.955 3.955 3.500
17.01.05 Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.476 1.476 1.476
17.01.06 Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s 100 100 58 158
– LVNL 100 100 100
– Overige bijdragen 58 58
Ontvangsten 1.365 1.365 – 140 1.225 70 210 350 630 980

Verplichtingen

Bij de Tweede Suppletoire begroting 2018 (Kamerstukken II 2018–2019, 35 095 XII, nr. 2), is verplichtingenbudget (€ 13,9 miljoen) vanuit 2018 naar de juiste jaren verplaatst om aan te sluiten bij de kasbudgetten in die betreffende jaren. Het betreffen de middelen voor wederopbouw van de luchthaven (€ 3 miljoen in 2019; € 1,4 miljoen in 2020) en erosieproblematiek van de klif (€ 4 miljoen in 2019; € 5,5 miljoen in 2020) op Sint Eustatius. Deze middelen zijn middels een Incidentele Suppletoire begroting voor Wederopbouw Caribisch Nederland (Kamerstukken II 2017–2018, 34 897 XII, nr. 2) toegevoegd aan de begroting van IenW.

Ook is het verplichtingenbudget opgehoogd door de overboeking van de middelen uit de Regio Envelop voor de erosieproblematiek van de klif Sint Eustatius (€ 3,5 miljoen in 2019 en 2020).

17.01 Luchtvaart

Opdrachten: Caribisch Nederland

Ten behoeve van de realisatie van de terminal van de luchthaven op Sint Eustatius – in het kader van de wederopbouw – is er € 2,5 miljoen in 2019 en € 1 miljoen in 2020 overgeboekt van het instrument opdrachten Caribisch Nederland naar het instrument Agentschapsbijdrage RWS Caribisch Nederland. Tevens is ten behoeve van de wederopbouw luchthaven op Saba € 0,4 miljoen overgeboekt van het opdrachtenbudget naar het instrument Bijdrage medeoverheden.

Bijdrage aan agentschap: RWS (Caribisch Nederland)

Om hierboven genoemde reden is er € 2,5 miljoen in 2019 en € 1 miljoen in 2020 overgeboekt van opdrachten Caribisch Nederland naar Agentschapsbijdrage Caribisch Nederland.

Bijdrage aan medeoverheden: Caribisch Nederland

Uit de Regio Envelop wordt een bedrag van € 3,5 miljoen in 2019 en 2020 beschikbaar gesteld voor de kustbescherming van Sint Eustatius. Dit wordt ingezet voor de erosieproblematiek van de klif. Bij deze Eerste Suppletoire begroting 2019 worden deze middelen toegevoegd aan de begroting van IenW. Tevens is ten behoeve van de wederopbouw luchthaven Saba € 0,4 miljoen overgeboekt van het opdrachtenbudget naar het instrument Bijdrage medeoverheden.

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Verplichtingen 6.070 6.070 24.864 30.934 301
Uitgaven 38.555 38.555 222 38.777 160
waarvan juridisch verplicht 97% 59%
18.01 Scheepvaart en havens 38.555 38.555 222 38.777 160
18.01.01 Opdrachten 31.763 31.763 – 1.232 30.531 210 50 50 50 50
– Topsector Logistiek 17.590 17.590 – 900 16.690
– Caribisch Nederland 12.400 12.400 0 12.400
– Overige Opdrachten 1.773 1.773 – 332 1.441 210 50 50 50 50
18.01.02 Subsidies 4.172 4.172 1.052 5.224
– Topsector Logistiek 4.104 4.104 4.104
– Overige Subsidies 68 68 1.052 1.120
18.01.03 Bijdragen aan agentschappen 988 988 988
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 988 988 988
18.01.04 Bijdragen aan medeoverheden 452 452
– Bijdrage Caribisch Nederland 452 452
18.01.05 Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.632 1.632 – 50 1.582 – 50 – 50 – 50 – 50 – 50
Ontvangsten

Verplichtingen

Bij de Tweede Suppletoire begroting 2018 (Kamerstukken II 2018–2019, 35 095 XII, nr. 2), is verplichtingenbudget (€ 24,6 miljoen) vanuit 2018 naar 2019 verplaatst in verband met vertraging in de aanbesteding van noodzakelijke zeehavenverbeteringen op Saba en Sint Eustatius. Deze middelen zijn in 2018 bij Incidentele Suppletoire begroting voor Wederopbouw Caribisch Nederland (Kamerstukken II 2017–2018, 34 897 XII, nr. 2) toegevoegd aan de begroting Hoofdstuk XII van IenW ten behoeve van de wederopbouw van de zeehavens van Saba en Sint Eustatius naar aanleiding van de orkaanschade.

18.01 Scheepvaart en havens

Opdrachten: Topsector Logistiek

Voor de verhoging van de subsidie Innovaties Duurzame binnenvaart wordt in 2019 € 0,8 miljoen van opdrachten Topsector Logistiek beschikbaar gesteld. Tevens wordt er € 0,1 miljoen voor het Programma Goederenvervoercorridor gefinancierd vanuit het opdrachtenbudget Topsector Logistiek.

Overige opdrachten: IALA symposium, programma Goederenvervoercorridor en Innovaties Duurzame Binnenvaart

In 2020 is Nederland gastland voor het IALA-symposium. Vanuit de HGIS-gelden wordt € 0,07 miljoen in 2019 en € 0,16 miljoen in 2020 toegevoegd aan de overige opdrachten ten behoeve van de organisatie van het IALA symposium.

Vanuit het overige opdrachtenbudget wordt er € 0,2 miljoen voor het Programma Goederenvervoercorridor beschikbaar gesteld. Tevens wordt € 0,25 miljoen overgeboekt vanuit de overige opdrachten voor de verhoging van de subsidieregeling Innovaties Duurzame Binnenvaart.

Overige subsidies: Innovaties Duurzame Binnenvaart

Vanwege het succes van de tijdelijke subsidieregeling Innovaties Duurzame Binnenvaart en de noodzakelijke vergroening in de binnenvaartsector is besloten in 2019 € 1,1 miljoen beschikbaar te stellen voor de Innovaties Duurzame Binnenvaart. Hiervan is € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld vanuit de Topsector Logistiek. Zie ook bovenstaande toelichtingen.

Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

Verplichtingen 44.302 44.302 6.332 50.634 – 1.161 – 1.045 – 1.137 – 1.137 – 937
Uitgaven 46.164 46.164 7.097 53.261 – 1.087 – 1.045 – 937 – 937 – 937
waarvan juridisch verplicht 94% 86%
19.01 Tegengaan klimaatverandering
19.01.01 Opdrachten
19.01.02 Subsidies
19.01.03 Bijdrage aan agentschappen
– waarvan bijdrage aan KNMI
– waarvan bijdrage aan NEa
– waarvan bijdrage aan RWS
19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking 46.164 46.164 7.097 53.261 – 1.087 – 1.045 – 937 – 937 – 937
19.02.01 Opdrachten 6.234 6.234 523 6.757 – 35 – 511 – 367 – 42 – 42
– Uitvoering CDM
– RIVM
– RVO
– Interreg 277 277 – 277 0 – 244 – 244 – 244 – 244 – 244
– Overige opdrachten 5.957 5.957 800 6.757 209 – 267 – 123 202 202
19.02.02 Subsidies 967 967 307 1.274 274 250 244 244 244
– Interreg 967 967 277 1.244 244 244 244 244 244
– Overige subsidies 30 30 30 6
19.02.03 Bijdrage aan agentschappen 36.569 36.569 3.799 40.368 – 1.401 – 859 – 889 – 889 – 889
– waarvan bijdrage aan RIVM 27.274 27.274 3.893 31.167 248 12 12 12 12
– waarvan bijdrage aan RVO 9.090 9.090 – 204 8.886 – 1.707 – 907 – 937 – 937 – 937
– waarvan bijdrage aan RWS 205 205 110 315 58 36 36 36 36
19.02.05 Bijdragen aan internationale organisaties 2.394 2.394 2.468 4.862 75 75 75 – 250 – 250
Ontvangsten 3.500 3.500

Verplichtingen

Bij de eerste suppletoire begroting wordt het verplichtingenbudget verhoogd met € 6,3 miljoen:

• Om het programma van de Global Commission on Adaptation (GCA) uit te voeren en daarvoor verplichtingen aan te kunnen gaan wordt de verplichtingenruimte opgehoogd met de te ontvangen bijdragen (€ 3,5 miljoen).

• Tijdens de lancering van de Global Commission on Adaptation (GCA) heeft Nederland aangekondigd in 2020 een Climate Adaptation Action Summit te organiseren. Het benodigde budget (€ 0,5 miljoen) voor deze summit wordt vanuit de HGIS gefinancierd.

De overige verplichtingen betreffen met name de jaarlijkse uitvoeringskosten van de RVO en het RIVM, die centraal vanuit artikel 19 worden gefinancierd. Vanuit diverse beleidsartikelen, Deltafonds artikel 7 en vanuit het Ministerie van BZ en VWS worden middelen naar artikel 19 overgeheveld.

19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Bijdrage aan agentschappen: RIVM, RVO

De gecoördineerde opdrachtverlening aan de RVO en het RIVM wordt centraal vanuit artikel 19 gefinancierd. In het kader hiervan worden vanuit diverse beleidsartikelen (11, 13, 17, 20, 21, 98), Deltafonds artikel 7 en vanuit het Ministerie van BZ en VWS middelen overgeheveld naar dit artikel. De meerjarige RVO-budgetten op het gebied van Duurzame Mobiliteit (€ 1,1 miljoen) worden overgeheveld van artikel 19 naar artikel 14.

Bijdragen aan internationale organisaties

Het budget voor de bijdragen aan internationale organisaties wordt verhoogd met € 2,5 miljoen. Om het programma van de Global Commission on Adaptation uit te voeren wordt het budget opgehoogd met een deel van de te ontvangen bedragen (€ 1,8 miljoen) van de cofinanciers. Verder betreft het met name een herschikking van HGIS-budgetten (€ 0,6 miljoen) op artikel 19 voor de toe te kennen bijdragen aan diverse internationale organisaties in 2019.

Ontvangsten

IenW ontvangt een bijdrage (€ 3,5 miljoen) van cofinanciers (Canada, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken) voor de te realiseren doelstellingen van de Global Commission on Adaptation (GCA). Daarvan gaat € 1,75 miljoen naar «bijdragen aan internationale organisaties (zie hierboven), € 1,75 miljoen komt op financieel instrument 19.02.01 onder overige opdrachten. Voor de overige ontvangsten voor GCA, zie toelichting artikel 98.

Artikel 20 Lucht en geluid

Verplichtingen 24.825 24.825 – 1.219 23.606
Uitgaven 27.603 27.603 – 919 26.684
waarvan juridisch verplicht 89% 100%
20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder 27.603 27.603 – 919 26.684
20.01.01 Opdrachten 3.107 3.107 1.003 4.110
– Verkeersemissies
– Geluid- en luchtsanering 3.107 3.107 805 3.912
– Overige opdrachten 198 198
20.01.02 Subsidies
20.01.03 Bijdrage aan agentschappen 1.530 1.530 – 59 1.471
– waarvan bijdrage aan RWS 1.530 1.530 – 59 1.471
20.01.04 Bijdrage aan medeoverheden 22.552 22.552 – 2.124 20.428
– NSL
– Wegverkeerlawaai 22.552 22.552 – 2.124 20.428
– Overige bijdrage medeoverheden
20.01.07 Bekostiging 414 414 261 675
Ontvangsten

Verplichtingen

De lagere verplichtingen van € 1,2 miljoen komen voornamelijk voort uit een overboeking van IenW aan het Gemeentefonds en BTW-compensatiefonds (€ 0,9 miljoen) in relatie tot het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit 2018 voor de aanpak van binnenstedelijke knelpunten door de gemeente Arnhem. Hiernaast is er budget overgeboekt naar artikel 19 in het kader van de gecoördineerde opdrachtverlening aan RVO en RIVM.

20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

Opdrachten

Het opdrachtenbudget op artikelonderdeel gezonde lucht en tegengaan geluidshinder wordt met € 1,0 miljoen verhoogd. Dit betreft met name budget voor opdrachten gericht op permanente verbetering van de luchtkwaliteit (€ 1,0 miljoen).

Bijdrage aan medeoverheden: Wegverkeerlawaai

Het budget voor de bijdrage aan medeoverheden wordt verlaagd met € 2,1 miljoen. Dit betreft met name de hiervoor genoemde overboekingen van € 0,9 miljoen naar het Gemeentefonds en BTW-compensatiefonds in relatie tot het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit 2018 en de overboeking van € 1,0 miljoen naar het artikelonderdeel gezonde lucht en tegengaan geluidshinder. Tevens wordt € 0,3 miljoen overgeboekt naar het instrument «bekostiging» met betrekking tot het Energiecentrum Nederland (ECN).

Artikel 21 Duurzaamheid

Verplichtingen 27.673 22.500 50.173 – 14.790 35.383
Uitgaven 27.462 22.500 49.962 – 15.011 34.951 81
waarvan juridisch verplicht 84% 78%
21.04 Duurzaamheidsinstrumentarium 1.188 1.188 – 1.020 168
21.04.01 Opdrachten 1.188 1.188 – 1.020 168
21.04.03 Bijdrage aan agentschappen
– waarvan bijdrage aan RWS
21.05 Duurzame Productketens 25.436 17.500 42.936 – 9.034 33.902 81
21.05.01 Opdrachten 13.503 7.500 21.003 – 4.893 16.110 81
– Uitvoering Duurzame productketens 10.119 10.119 – 3.021 7.098 81
– Caribisch Nederland afvalbeheer
– Transitie inkopen 7.500 7.500 – 1.900 5.600
– Overige opdrachten 3.384 3.384 28 3.412
21.05.02 Subsidies 4.216 10.000 14.216 – 7.254 6.962 – 1.374 – 1.374 – 1.375
– Caribisch Nederland afvalbeheer 3.559 3.559 – 3.559 – 1.374 – 1.374 – 1.375
– Chemische recycling kunstoffen 10.000 10.000 – 5.544 4.456
– Overige subsidies 657 657 1.849 2.506
21.05.03 Bijdrage aan agentschappen 7.247 7.247 – 446 6.801
– waarvan bijdrage aan RWS 7.247 7.247 – 446 6.801
21.05.04 Bijdrage aan medeoverheden 3.559 3.559 1.374 1.374 1.375
– Caribisch Nederland afvalbeheer 3.559 3.559 1.374 1.374 1.375
21.05.06 Bijdrage aan ZBO en RWT 470 470 470
21.06 Natuurlijk kapitaal 838 5.000 5.838 – 4.957 881
21.06.01 Opdrachten 838 5.000 5.838 – 4.957 881
– Innovaties bouw 5.000 5.000 – 5.000
– Overige opdrachten 838 838 43 881
21.06.02 Subsidies
21.06.03 Bijdrage aan agentschappen
– waarvan bijdrage aan RWS
21.07 Duurzame mobiliteit
21.07.01 Opdrachten
21.07.02 Subsidies
21.07.03 Bijdrage aan agentschappen
– waarvan bijdrage aan RWS
Ontvangsten

Verplichtingen

Bij de eerste suppletoire begroting wordt de verplichtingenstand op artikel 21 verlaagd met € 14,8 miljoen. Dit komt onder andere door het verstrekken van een opdracht aan RWS (€ 5 miljoen) in het kader van innovaties in de Grond- Weg- en Waterbouw. Het benodigde budget wordt overgeboekt naar artikel 11 van het Infrastructuurfonds waar de uitgaven door RWS worden verantwoord. Daarnaast wordt € 7,7 miljoen overgeboekt naar andere ministeries in het kader van de pilot- en demoregeling CO2-reductie Industrie (EZK) in 2019 en andere pilots en projecten (LNV, VWS, BZK). De overige verplichtingen betreffen met name overboekingen vanuit artikel 21 naar artikel 19 voor de gecoördineerde opdrachtverlening aan RVO en RIVM.

21.04 Duurzaamheidsinstrumentarium

Opdrachten

Het opdrachtenbudget voor het artikelonderdeel Duurzaamheidsinstrumentarium wordt verlaagd met € 1 miljoen. Dit betreft met name een overboeking naar artikel 19 in het kader van gecoördineerde opdrachtverlening aan het RIVM voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van circulaire economie, luchtkwaliteit, geluid, ultrafijnstof, leefomgeving en maatschappelijk verantwoord inkopen.

21.05 Duurzame Productketens

Opdrachten: Uitvoering Duurzame productketens en Transitie inkopen

Het opdrachtenbudget voor de Uitvoering Duurzame productketens wordt verlaagd met € 3,0 miljoen. Dit betreft voornamelijk overboekingen (€ 2,3 miljoen) naar artikel 19 in het kader van gecoördineerde opdrachtverlening aan het RIVM en RVO. In dit geval gaat het om opdrachten voor het uitvoeren van werkzaamheden voor duurzame agro en biotische reststromen, markprikkels, Nederland circulair en Holland Circulair Hotspot. Daarnaast wordt er budget herschikt binnen artikelonderdeel 21.04, 21.05 en 21.06 in het kader van geplande uitgaven voor subsidies duurzame productketens en natuurlijk kapitaal (€ 0,9 miljoen). Voorts worden bedragen overgeboekt naar:

• Het Ministerie van LNV voor luchtemmissieonderzoek Agro door de Wageningen Universiteit (€ 0,4 miljoen).

• Het Ministerie van LNV voor het project Duurzaam Door (€ 0,1 miljoen).

• Het Ministerie van EZK voor financiering van de werkzaamheden van de Koning Willem 1 Stichting (€ 0,2 miljoen).

Vanuit de artikelen 13, 14, 22 en 97 is budget overgeboekt (€ 0,8 miljoen) in het kader van opdrachtverlening aan het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) voor de ontwikkeling en beheer van Nederlandse Normen (NEN). Op artikel 21 worden de middelen aan het NNI verantwoord.

Het opdrachtenbudget voor Transitie inkopen wordt verlaagd met € 1,9 miljoen. Dit betreft overboekingen (€ 1,9 miljoen) naar BZK en VWS in het kader van maatschappelijk verantwoord inkopen en circulair inkopen in de zorg.

Subsidies: Caribisch Nederland afvalbeheer, Chemische recycling kunststoffen en Overige subsidies

Het subsidiebudget voor Caribisch Nederland afvalbeheer is een bijdrage aan de BES-eilanden en hoort om die reden op het financieel instrument «bijdrage aan medeoverheden». Daarom wordt Het budget (€ 3,6 miljoen) overgeheveld van het financieel instrument «subsidies» naar het financieel instrument «bijdrage aan medeoverheden».

Het subsidiebudget voor Chemische recycling kunststoffen wordt verlaagd met € 5,5 miljoen. Enerzijds betreft het een overboeking van IenW naar het Ministerie van EZK (€ 5,1 miljoen) voor de pilot- en demoregeling CO2-reductie Industrie in 2019. Anderzijds betreft het een overheveling naar overige subsidies (€ 0,4 miljoen) voor een subsidie ten behoeve van het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics.

Het budget voor overige subsidies wordt verhoogd met € 1,8 miljoen. Als gevolg van de bij «Opdrachten: Uitvoering Duurzame productketens» vermelde herschikking in het kader van geplande uitgaven voor subsidies duurzame productketens en natuurlijk kapitaal, is het budget verhoogd met € 1,0 miljoen. Hiernaast wordt € 0,4 miljoen overgeboekt van artikel 22 in het kader van de subsidie aan Milieu Centraal voor de onderwerpen gezond in en om het huis en tuin en milieurisico's. De subsidie ten behoeve van het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics (€ 0,4 miljoen) wordt verantwoord onder overige subsidies.

Bijdrage aan medeoverheden: Caribisch Nederland afvalbeheer

Het budget voor de bijdrage aan medeoverheden wordt verhoogd met € 3,6 miljoen. Dit betreft de overboeking van het budget (€ 3,6 miljoen) voor de uitgaven voor afvalbeheer Caribisch Nederland van subsidies naar dit instrument.

21.06 Natuurlijk kapitaal

Opdrachten: Innovaties bouw

Het opdrachtenbudget voor innovaties bouw wordt verlaagd met € 5 miljoen. Dit betreft een overboeking naar artikel 11 van het Infrastructuurfonds voor een opdracht aan RWS in het kader van innovaties in de Grond- Weg- en Waterbouw.

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

Verplichtingen 29.349 29.349 – 3.919 25.430 – 1.762 – 269 – 218 – 255 – 237
Uitgaven 33.802 33.802 – 1.652 32.150 – 1.993 – 419 – 368 – 255 – 237
waarvan juridisch verplicht 90% 87%
22.01 Veiligheid chemische stoffen 7.345 7.345 – 626 6.719 394 389 440 553 571
22.01.01 Opdrachten 4.773 4.773 – 1.095 3.678 174 169 220 333 351
22.01.02 Subsidies 235 235 30 265
– NANoREG
– Overige subsidies 235 235 30 265
22.01.03 Bijdrage aan agentschappen 2.337 2.337 439 2.776 220 220 220 220 220
– waarvan bijdrage aan RWS 2.337 2.337 219 2.556
– Overige bijdragen 220 220 220 220 220 220 220
22.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties
22.02 Veiligheid biotechnologie 2.770 2.770 150 2.920 – 1.000
22.02.01 Opdrachten 2.770 2.770 150 2.920 – 1.000
22.02.05 Bijdragen aan internationale organisaties
22.03 Veiligheid bedrijven en transport 23.687 23.687 – 1.176 22.511 – 1.387 – 808 – 808 – 808 – 808
22.03.01 Opdrachten 4.251 4.251 1.246 5.497 2.313 2.386 9.486 18.786 18.786
– Omgevingsveiligheid 1.979 1.979 – 873 1.106 – 81
– Overige opdrachten 2.272 2.272 2.119 4.391 2.394 2.386 9.486 18.786 18.786
22.03.02 Subsidies 14.869 14.869 – 3.124 11.745 – 3.700 – 3.194 – 10.294 – 19.594 – 19.594
– Asbest 10.783 10.783 – 1.983 8.800 – 2.894 – 3.194 – 10.294 – 19.594 – 19.594
– Overige subsidies 4.086 4.086 – 1.141 2.945 – 806
22.03.03 Bijdrage aan agentschappen 1.521 1.521 486 2.007
– waarvan bijdrage aan RWS 1.521 1.521 486 2.007
22.03.04 Bijdragen aan medeoverheden 101 101
– Bijdragen programma Externe Veiligheid
22.03.05 Bijdragen aan internationale organisaties
22.03.09 Inkomensoverdrachten 3.046 3.046 115 3.161
Ontvangsten 250 250 250

Verplichtingen

De lagere verplichtingen van € 3,9 miljoen komen voor een deel voort uit de subsidieregeling asbest. De totale hoogte van de subsidieregeling asbest bedroeg € 75 miljoen, hiervan resteert nog € 8,8 miljoen. Deze gelden zullen in 2019 uitgekeerd worden. De verplichting wordt hiervoor zoals gebruikelijk al een jaar eerder, in 2018, aangegaan. Teneinde over voldoende verplichtingenruimte te beschikken is hiertoe verplichtingenruimte (€ 2,4 miljoen) naar voren gehaald van 2019 naar 2018 zoals reeds toegelicht bij de Tweede Suppletoire begroting 2018 (Kamerstukken II 2018–2019, 35 095 XII, nr. 2). Verder betreft het met name verplichtingen ten behoeve van Ctgb (€ 1 miljoen) (zie toelichting bij «Veiligheid chemische stoffen»).

22.01 Veiligheid chemische stoffen

Opdrachten

Het opdrachtenbudget op het artikelonderdeel veiligheid chemische stoffen wordt verlaagd met € 1,1 miljoen. Dit betreft met name een overboeking van IenW naar LNV (€ 1 miljoen) ten behoeve van de Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden). Met deze bijdrage worden de activiteiten op bezwaar en beroep, Europese stofbeoordeling, beleidsadvisering en de kosten van overgehevelde taken gefinancierd.

22.03 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten: Overige opdrachten

Het budget overige opdrachten op het artikelonderdeel veiligheid bedrijven en transport wordt verhoogd met € 2,1 miljoen. De overige opdrachten bestaan met name uit het ophogen van het opdrachtenbudget (€ 2,0 miljoen) voor beleid ten aanzien van aanpak van asbest. De subsidieregeling verwijderen asbestdaken heeft het vastgestelde plafond van € 75 miljoen in 2019 bereikt. De subsidieregeling is daarmee beëindigd. De resterende middelen (€ 2,0 miljoen) op de budgetplaats subsidies in 2019 en in latere jaren worden daarom overgeboekt naar de opdrachten budgetplaats ten behoeve van het verstrekken van diverse opdrachten die verband houden met het onderwerp asbest.

Subsidies: Asbest en Overige subsidies

Het budget voor subsidies Asbest op het artikelonderdeel veiligheid bedrijven en transport wordt verlaagd met € 2 miljoen, zie toelichting hierboven bij «Opdrachten: overige opdrachten».

Het lagere budget (€ 1,1 miljoen) voor overige subsidies betreft met name een overboeking naar artikel 98 Apparaat ter dekking van detacheringen Omgevingsveiligheid en Milieurisico's (€ 0,7 miljoen), het voorschot 2019 ten behoeve van de inkomensoverdracht mesothelioomslachtoffers aan de Sociale Verzekeringsbank (€ 0,1 miljoen) en een herschikking ten behoeve van het taakveld uitvoering stoffen, milieu en gezondheid (€ 0,3 miljoen).

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Verplichtingen 53.728 53.728 53.728
Uitgaven 52.786 52.786 52.786
Waarvan juridisch verplicht 100% 100%
23.01 Meteorologie en seismologie 31.151 31.151 31.151
23.01.03 Bijdrage aan het agentschap KNMI 30.211 30.211 30.211

– Meteorologie

– Seismologie

29.259

952

29.259

952

29.259

952

23.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties 940 940 940
– Contributie WMO (HGIS) 940 940 940
23.02 Aardobservatie 21.635 21.635 21.635
23.02.03 Bijdrage aan het agentschap KNMI 21.635 21.635 21.635
– Aardobservatie 21.635 21.635 21.635
Ontvangsten

De wijzigingen bij Eerste suppletoire wet binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Verplichtingen 108.072 108.072 10.000 118.072 12.000 15.000 15.000 15.000 15.000
Uitgaven 108.072 108.072 10.000 118.072 12.000 15.000 15.000 15.000 15.000
Waarvan juridisch verplicht 100% 100%
24.01 Handhaving en toezicht 108.072 108.072 10.000 118.072 12.000 15.000 15.000 15.000 15.000
24.01.03 Bijdragen aan agentschappen 108.072 108.072 10.000 118.072 12.000 15.000 15.000 15.000 15.000
Ontvangsten

Verplichtingen

Op de IenW-begroting worden middelen toegevoegd voor de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) om urgente knelpunten aan te pakken en invulling te geven aan de risicogerichte aanpak. Het betreft € 10 miljoen in 2019, € 12 miljoen in 2020 en vanaf 2021 € 15 miljoen structureel.

24.01 Handhaving en Toezicht

Opdrachten

Zie toelichting verplichtingen.

Artikel 25 Brede doeluitkering

Verplichtingen 898.544 898.544 – 78 898.466 – 24.992 – 14.189
Uitgaven 899.965 899.965 32.756 932.721
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
25.01 Brede doeluitkering 899.965 899.965 32.756 932.721
Ontvangsten

25.01 Brede doeluitkering

De mutatie eerste suppletoire begroting (€ 32,8 miljoen) betreft de dekking van de uitgaven voor de jaarlijkse Brede Doeluitkeringen (BDU) aan de Stadsregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag – (€ 12,5 miljoen) en de uitgaven in het kader van het kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding (€ 20,2 miljoen). Conform de wet BDU zijn vorig jaar de bedragen als verplichting vastgelegd. Deze dekking van de uitgaven was voorzien op het Infrastructuurfonds vanuit artikel 12 Hoofdwegennet.

Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Verplichtingen 7.795.954 7.795.954 – 329.126 7.466.828 – 331.803 – 267.787 – 296.319 170.540 173.426
Uitgaven 7.795.954 7.795.954 – 329.126 7.466.828 – 331.803 – 267.787 – 296.319 170.540 173.426
26.01 Bijdrage Infrastructuurfonds 6.921.916 6.921.916 – 324.635 6.597.281 – 327.229 – 272.093 – 301.526 165.543 168.429
26.02 Bijdrage Deltafonds 874.038 874.038 – 4.491 869.547 – 4.574 4.306 5.207 4.997 4.997
Ontvangsten

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande kasmutaties.

26.01 Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

De bijdrage vanuit Hoofdstuk XII aan het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019 wordt met € 324,6 miljoen verlaagd. De belangrijkste mutaties zijn:

– De inpassing van de DBFM-conversie van de projecten Blankenburg en A16 Rotterdam. Hierbij worden budgettaire reeksen omgezet om aan de beschikbaarheidsvergoedingen te kunnen voldoen. Zie hiervoor ook de 1e suppletoire begroting Infrastructuurfonds 2019.

– Diverse overboekingen van het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII. De belangrijkste overboekingen worden toegelicht in paragraaf 2.1 Overzicht uitgaven- en ontvangstenmutaties.

26.02 Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit Hoofdstuk XII aan het Deltafonds voor het jaar 2019 wordt met € 4,5 miljoen verlaagd. De belangrijkste mutatie is een een overboeking van het Deltafonds naar Hoofdstuk XII voor de uitvoering van het tijdelijke impulsprogramma Ruimtelijke Adaptatie.

2.3 De niet-beleidsartikelen

Artikel 97 Algemeen departement

Verplichtingen 50.214 50.214 21.162 71.376 – 106 – 155 – 22
waarvan juridisch verplicht
Uitgaven 62.073 62.073 29.153 91.226 54 4
97.01 Algemeen departement 57.073 57.073 29.153 86.226 54 4
97.01.01 Opdrachten 28.815 28.815 29.153 57.968 54 4
– Overige Opdrachten 2.845 2.845 – 10 2.835 10 10
– Regeringsvliegtuig 6.737 6.737 28.315 35.052
– van A naar Beter 1.878 1.878 1.878
– Ext. juridische adv. 1.578 1.578 1.578
– DCC 7.069 7.069 50 7.119 50
– Onderzoeksproj. 1.629 1.629 – 256 1.373 – 6 – 6
– Overig alg. depart. 854 854 854
– Onderzoeken PBL 2.345 2.345 1.060 3.405
– Onderzoeken ANVS 3.880 3.880 – 6 3.874
97.01.02 Subsidies 1.255 1.255 1.255
– Overige Subsidies 1.255 1.255 1.255
97.01.03 Bijdragen aan agentschappen 21.765 21.765 21.765
– Waarvan bijdrage aan agentschap ILT 12.476 12.476 12.476
– Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 109 109 109
– Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 104 104 104
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 292 292 292
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 330 330 330
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 2.010 2.010 2.010
– Dienstverlening RIVM 2.283 2.283 2.283
– Dienstverlening RIVM 4.161 4.161 4.161
97.01.06 Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s 5.238 5.238 5.238
StAB 5.238 5.238 5.238
97.02 Sanering Thermphos 5.000 5.000 5.000
97.02.02 Subsidies 5.000 5.000 5.000
Sanering Thermphos 5.000 5.000 5.000
Ontvangsten 1.101 1.101 800 1.901

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties op dit artikel hangen voornamelijk samen met de overlopende verplichting uit 2018 ten behoeve van de aanschaf van het nieuwe regeringsvliegtuig.

97.01 IenW-brede programmamiddelen

Opdrachten

De extra uitgaven betreft het niet betaalde deel van de gereserveerde gelden uit 2018 voor de aanschaf van het nieuwe Regeringsvliegtuig. Deze middelen worden aan de IenW begroting 2019 toegevoegd, omdat een deel van de betalingen in 2019 plaatsvindt.

Tevens verwacht PBL extra opdrachten voor onderzoeksprogramma’s van o.a. de Europese Commissie en DG Water en Bodem

Ontvangsten

De verhoging betreft voornamelijk de opbrengst van de onderzoeksopdrachten van PBL vanuit de Europese Commissie.

Artikel 98 Apparaat van het kerndepartement

Verplichtingen 293.059 293.059 6.648 299.707 915 1.710 1.973 2.525 2.558
Uitgaven 299.115 299.115 13.348 312.463 2.123 2.771 2.615 2.525 2.558
98.01 Personele uitgaven 223.422 223.422 10.501 233.923 2.273 2.141 1.985 1.835 1.705
– waarvan eigen personeel 193.622 193.622 7.110 200.732 2.348 2.068 1.912 1.912 1.782
– waarvan externe inhuur 21.241 21.241 3.391 24.632 – 75 73 73 – 77 – 77
– waarvan overige personele uitgaven 8.559 8.559 8.559
98.02 Materiele uitgaven 75.693 75.693 2.847 78.540 – 150 630 630 690 853
– waarvan ICT 20.383 20.383 3.491 23.874
– waarvan bijdrage aan SSO's 34.527 34.527 210 34.737 1 1 1 1 0
– waarvan overige materiële uitgaven 20.783 20.783 – 854 19.929 – 151 629 629 689 853
Ontvangsten 5.430 5.430 6.651 12.081

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties hangen samen met onderstaande toelichtingen op de uitgaven. Het verschil betreft eerdere verplichtingenschuiven naar 2018.

98.01 Personele uitgaven

De verhoging van de uitgaven eigen personeel betreft o.a. de bijdragen vanuit de Europese Commissie (€ 1,2 miljoen) en EZK (€ 1,4 miljoen) aan PBL voor onderzoeksprogramma’s en een bijdrage van RWS aan de exploitatie van het Standaard platform (€ 1,3 miljoen). Daarnaast betreft het de (voorbereidingskosten) kilometerheffing vrachtverkeer (€ 0,8 miljoen), het project Smart Mobility (€ 0,5 miljoen) en beheerskosten Sap t.b.v. Buitenlandse Zaken (€ 0,5 miljoen). Ook vindt er een overboeking plaats van artikel 22 ter dekking van noodzakelijke detacheringen voor Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s (OenM € 0,8 miljoen).

De toename externe inhuur betreft een bijdrage vanuit Canada, UK en Denemarken voor de realisatie van het programma Global Commission on Adaption (€ 1,5 miljoen) en een overheveling vanuit het IF voor de Vrachtwagenheffing (€ 1,7 miljoen).

98.02 Materiële uitgaven

De toename van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk de verrekening met Buitenlandse Zaken voor de beheerskosten SAP (€ 1,6 miljoen). Daarnaast verwacht PBL meerkosten voor de transitie naar SSC Campus (€ 0,8 miljoen) en extra contractonderzoek vanuit de Europese Commissie (€ 0,2 miljoen).

Ontvangsten

De hogere ontvangsten zijn onder andere het gevolg van verwachte externe ontvangsten voor onderzoeksopdrachten bij het Planbureau voor de leefomgeving (€ 1,2 miljoen), een bijdrage van Buitenlandse Zaken in de beheerskosten SAP (€ 2,1 miljoen), en een bijdrage van € 1,5 miljoen vanuit Canada, UK en Denemarken voor de realisatie van het programma Global Commission on Adaption (voor de overige ontvangsten voor GCA, zie toelichting artikel 19).

Daarnaast betreft het ontvangsten van agentschappen voor uitgaven bedrijfsvoering als gevolg van interne leveranties binnen apparaat en een bijdrage van RWS aan de exploitatie van het Standaard platform (€ 1,3 miljoen).

Artikel 99 Nominaal en onvoorzien

Verplichtingen – 15.973 – 15.973 211.726 195.753 201.844 201.176 194.984 200.942 189.126
Uitgaven – 15.992 – 15.992 211.726 195.734 201.844 201.176 194.984 200.942 189.126
99.01 Nominaal en onvoorzien – 15.992 – 15.992 211.726 195.734 201.844 201.176 194.984 200.942 189.126
Ontvangsten

99.01 Nominaal en Onvoorzien

Het betreft grotendeels de ontvangen Loon- en Prijsbijstelling (€ 213,8 miljoen in 2019). Deze middelen worden bij Ontwerpbegroting 2019 toebedeeld binnen Hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds en het Deltafonds. Tevens is er € 5 miljoen toegevoegd voor een maatregel van asbest- naar duurzaam. Verder is € 3,6 miljoen van de bij Eerste suppletoire begroting 2018 toegevoegde middelen Cyber-security toebedeeld aan het Deltafonds (€ 3 miljoen) en artikel 98 (€ 0,6 miljoen).

Daarnaast wordt de taakstellende onderuitputting op artikel 99 nominaal en onvoorzien budgettair ingevuld op de beleidsbegroting van IenW.

2.4 De agentschappen

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften worden hieronder de exploitatie- en kasstroomoverzichten opgenomen van agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5 procent van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

Rijkswaterstaat

Baten
Omzet moederdepartement 2.238.924 2.364 2.241.288
Omzet nog uit te voeren werkzaamheden 0 164.603 164.603
Omzet overige departementen 31.251 24.213 55.464
Omzet derden 184.657 27.401 212.058
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 3.000 0 3.000
Totaal baten 2.457.832 218.581 2.676.413
Lasten
Apparaatskosten 1.060.001 37.467 1.097.468
– Personele kosten 818.108 37.467 855.575
– Waarvan eigen personeel 752.691 38.967 791.658
– Waarvan inhuur externen 63.917 0 63.917
– Waarvan overige personele kosten 1.500 – 1.500 0
– Materiele kosten 241.893 0 241.893
– Waarvan apparaat ICT 30.000 0 30.000
– Waarvan bijdrage aan SSO's 56.000 0 56.000
– Waarvan overige materiele kosten 155.893 0 155.893
Onderhoud 1.342.978 192.396 1.535.374
Rentelasten 5.878 – 5.075 803
Afschrijvingskosten 39.975 – 15.207 24.768
– Materieel 38.500 – 14.435 24.065
– Waarvan apparaat ICT 6.000 – 1.432 4.568
– Waarvan overige materiele afschrijvingskosten 32.500 – 13.003 19.497
– Immaterieel 1.475 – 772 703
Overige lasten 0 0 0
– Dotaties voorzieningen 0 0 0
– Bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 2.448.832 209.581 2.658.413
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 9.000 9.000 18.000
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 9.000 9.000
Saldo van baten en lasten 9.000 0 9.000
Dotatie aan reserve Rijksrederij 9.000 0 9.000
Te verdelen resultaat 0 0 0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement wordt met name veroorzaakt door de toekenning van middelen voor de eerste tranche van de korte termijn fileaanpak (€ 37,1 mln., waarvan € 14,4 mln. in 2019) en een bijdrage vanuit de klimaatenveloppe tranche 2019 voor de opdracht Circulaire Economie: Recycling en hergebruik van asfalt, beton en staal in de infrastructurele sector (€ 5,0 mln. in 2019). Tegenover deze verhogingen staat een aantal verlagingen van de omzet moederdepartement. De voornaamste verlaging betreft de meevaller op het programma Meer Kwaliteit Leefomgeving, welke is overgeheveld naar de investeringsruimte van het Hoofdwegennet (€ 27,8 mln. waarvan € 17,6 mln. in 2019).

Omzet nog uit te voeren werkzaamheden

Een deel van de kosten Beheer en Onderhoud wordt dit jaar gefinancierd vanuit de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW). Dit betekent dat de balanspost NUTW dit jaar naar verwachting zal afnemen met € 164,6 mln. van € 524,2 mln. ultimo 2018 naar € 359,6 mln. ultimo 2019.

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen wordt met name veroorzaakt door de apparaats- en programmakosten die RWS bij het Ministerie van BZK en het Ministerie van EZK in rekening brengt voor de werkzaamheden in het kader van Beleidsondersteuning en Advisering en de Omgevingswet.

Omzet derden

De hogere omzet derden wordt met name veroorzaakt door de opbrengsten in het kader van Werken voor en met Partners, de opbrengsten uit schaderijden en schadevaren ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden en de opbrengsten vanuit de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD) en de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW).

Lasten

Personele kosten

De hogere personele kosten zijn met name het gevolg van de CAO loonstijging per 1 juli 2018 van 3% en het aantrekken van capaciteit voor de toegenomen productieopgave van RWS, waaronder de korte termijn fileaanpak, en voor het Werken voor en met Partners.

Onderhoud

De hogere verwachte uitgaven voor Beheer en Onderhoud worden met name veroorzaakt doordat een deel van de werkzaamheden die in eerdere jaren waren gepland dit jaar in uitvoering wordt genomen. Deze werkzaamheden worden gefinancierd vanuit de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW). Dit betekent dat de balanspost NUTW dit jaar naar verwachting zal afnemen met € 164,6 mln. van € 524,2 mln. ultimo 2018 naar € 359,6 mln. ultimo 2019. Bij de begroting 2020 zal in bijlage 4 Instandhouding nader op de balanspost NUTW worden ingegaan.

Rentelasten

De rentelasten zijn naar beneden bijgesteld omdat de rentepercentages in de afgelopen jaren sterk zijn gedaald. Daarnaast zijn de investeringen zowel in het lopende jaar als de afgelopen jaren lager dan van tevoren gepland.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn naar beneden bijgesteld omdat zowel de investeringen in het lopende jaar als de afgelopen jaren lager zijn dan van tevoren gepland.

Agentschapsdeel Vpb-lasten

Het Agentschap RWS verzorgt activiteiten die tot het departement IenW horen en voor anderen. Voor een aantal activiteiten is RWS belastingplichtig voor de Vennootschapsbelasting (Vpb). Het bedrag van € 9 mln. is gebaseerd op de voorlopige aanslag Vpb-aangifte 2018.

1. Rekening courant RHB 1 januari 2019 303.413 468.825 772.238
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 2.457.832 53.978 2.511.810
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) – 2.408.857 – 233.788 – 2.642.645
2 Totaal operationele kasstroom 48.975 – 179.810 – 130.835
Totaal investeringen (–/–) – 108.110 82.663 – 25.447
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0
3. Totaal investeringskasstroom – 108.110 82.663 – 25.447
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) – 1.043 – 1.043
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 8.600 8.600
Aflossingen op leningen (–/–) – 19.686 1.415 – 18.271
Beroep op leenfaciliteit (+) 71.381 – 46.781 24.600
4. Totaal financieringskasstroom 60.295 – 46.409 13.886
5. Rekening courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4) 304.573 325.269 629.842
(noot: maximale roodstand 0,5 miljoen euro)

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2019

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2019. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2018.

Operationele kasstroom

De ontvangsten binnen de operationele kasstroom zijn gestegen als gevolg van de verhoogde omzet moederdepartement, omzet overige departementen en omzet derden. De uitgaven binnen de operationele kasstroom zijn, naast de verhoogde omzet, met name gestegen doordat een deel van de werkzaamheden die in eerdere jaren waren gepland dit jaar in uitvoering wordt genomen. Dit sluit aan bij de verwachte afname van de balanspost NUTW.

Investeringskasstroom

De investeringen zijn met name naar beneden bijgesteld als gevolg van het besluit van RWS om in het vlootvervangingsprogramma van de Rijksrederij een pas op de plaats te maken en zeker te stellen dat de schepen bij oplevering voldoen aan de gestelde eisen.

Financieringskasstroom

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het uitkeren van het surplus van het Eigen Vermogen aan de eigenaar, op basis van de Regeling agentschappen. Het beroep op de leenfaciliteit is naar beneden bijgesteld als gevolg van de lagere investeringen.

Inspectie Leefomgeving en Transport

Baten
Omzet moederdepartement 120.548 10.000 130.548
Omzet overige departementen 875 0 875
Omzet derden 24.156 0 24.156
Rentebaten 50 0 50
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 145.629 0 155.629
Lasten
Apparaatskosten 144.861 10.000 154.861
– Personele kosten 108.413 10.000 118.413
Waarvan eigen personeel 103.753 10.000 113.753
Waarvan externe inhuur 4.460 0 4.460
Waarvan overige personele kosten 200 0 200
– Materiele kosten 36.448 0 36.448
Waarvan apparaat ICT 200 0 200
Waarvan bijdrage aan SSO's 17.290 0 17.290
Waarvan overige materiele kosten 18.958 0 18.958
Rentelasten 0 0 0
Afschrijvingskosten 668 0 668
– Materieel 668 0 668
Waarvan apparaat ICT 0 0 0
Waarvan overig materiele afschrijvingskosten 668 0 668
Overige lasten 0 0 0
– Dotatie voorziening 100 0 100
– Bijzonder lasten 100 0 100
Totaal lasten 145.629 0 155.629
Saldo van Baten en Lasten 0 0 0

Toelichting

Baten

Omzet Moederdepartement

Via de IenW-begroting worden middelen toegevoegd (€ 10 miljoen) voor de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) om urgente knelpunten aan te pakken en invulling te geven aan de risicogerichte aanpak.

Lasten

Personele kosten

De stijging in de personele kosten zijn het gevolg van de toevoeging van extra middelen van het moederdepartement en worden ingezet om urgente knelpunten aan te pakken en invulling te geven aan de risicogerichte aanpak.

1. Rekening courant RHB 1 januari 2019 20.083 14.683 34.721
Totaal ontvangsten operationele kas 145.629 10.000 155.629
Totaal uitgaven operationele kas – 148.861 – 6.000 – 154.861
2. Totaal operationele kasstroom – 3.232 4.000 768
Totaal investeringen – 200 0 – 200
Totaal boekwaarde desinvesteringen 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom – 200 0 – 200
Eenmalige uitkering aan moederdepartement 0 0 0
Eenmalige Storting moederdepartement 0 0 0
Aflossingen op leningen 0 0 0
Beroep op leenfaciliteit 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom 0 0 0
5. Rekening courant RHB 31 december 2019 16.651 18.638 35.289

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2019

Dit is de mutatie om de rekening courant aan te sluiten op de werkelijke stand per 1-1-2019.

Operationele kasstroom

Dit betreft een technische correctie zodat het kasstroomoverzicht weer aansluit op de staat van baten en lasten.

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Baten
Omzet moederdepartement 55.303 400 55.703
Omzet overige departementen 2.930 2.930
Omzet derden 24.809 24.809
Rentebaten
Vrijval voorzieningen
Bijzondere baten
Totaal baten 83.042 400 83.442
Lasten
Apparaatskosten 46.521 400 46.921
– Personele kosten 32.141 150 32.291
Waarvan eigen personeel 31.345 150 31.495
Waarvan externe inhuur 744 744
Waarvan overige personele kosten 52
– Materiële kosten 25.828 250 26.078
Waarvan apparaat ICT 11.546 11.546
Waarvan bijdrage aan SSO’s 4.075 4.075
Waarvan overige materiele kosten 10.207 250 10.457
Rentelasten
Afschrijvingskosten 3.438 3.438
– Materieel 3.038 3.038
Waarvan apparaat ICT
– Immaterieel 400 400
Overige lasten
– Aardobservatie 21.635 21.635
– Dotatie voorziening
– Bijzondere lasten
Totaal lasten 83.042 400 83.442
Saldo van baten en lasten

Toelichting

Baten

Omzet Moederdepartement

De omzet moederdepartement stijgt door een aanvullende opdracht vanuit het departement (Directoraat-generaal Water en Bodem) in het kader van het project «Verbeterde Voorspelling» (€ 0,4 miljoen).

Lasten

Personele kosten

Voor het uitvoeren van de aanvullende opdracht in het kader van het project «Verbeterde Voorspelling» nemen de personele kosten toe met € 0,4 miljoen. Hiervan heeft € 0,15 miljoen betrekking op het beschikbaar stellen van de benodigde capaciteit (circa 1 Fte; zie «waarvan eigen personeel»), is € 0,2 miljoen benodigd voor uitbesteding en € 0,05 miljoen voor diverse overige materiële kosten (zie «waarvan overige materiële kosten»).

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2019 2.830 10.282 13.112
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 3.438 3.438
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) – 1.973 – 5.434 – 7.407
2. Totaal operationele kasstroom 1.465 – 5.434 – 3.969
Totaal investeringen (–/–) – 2.373 – 3.237 – 5.610
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
3. Totaal investeringskasstroom – 2.373 – 3.237 – 5.610
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 300 300
Aflossingen op leningen (–/–) – 2.029 340 – 1.689
Beroep op leenfaciliteit (+) 2.373 3.237 5.610
4. Totaal financieringskasstroom 644 3.577 4.221
5. Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4) 2.566 5.188 7.754

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

Als gevolg van de jaarafsluiting is de stand aangepast conform de jaarrekening 2018. De toename wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de openstaande facturen (€ 4,4 miljoen) en een stijging van de vooruitontvangen bedragen voor (subsidie)projecten (€ 2,9 miljoen).

Operationele kasstroom

De hogere uitgaven worden veroorzaakt door een betaling aan SCC Campus voor de dienstverlening in 2018 (€ 4,6 miljoen) en een aanvullende diensten in het kader van de het project IT-Migratie (€ 0,9) miljoen.

Investeringenkasstroom

De investeringenkasstroom neemt toe vanwege een investering in de modernisering van de waarneemapparatuur.

Financieringskasstroom

De financieringskasstroom neemt toe door een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën om de geplande investeringen voor 2019 uit te kunnen voeren (€ 3,2 miljoen). Daarnaast is de aflossing lager (€ 0,34 miljoen) doordat in 2018 minder beroep op de leenfaciliteit is gedaan dan begroot.