[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Raad Algemene Zaken van 21 mei 2019

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2019D21324, datum: 2019-05-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2016).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2016 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2019Z10354:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2016 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2019

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 21 mei 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 21 MEI 2019

Meerjarig Financieel Kader 2021-27 (MFK)

De Raad wisselde van gedachten over de uitgavencategorie onder het EU Meerjarig Financieel Kader voor het externe beleid van de EU. Het Voorzitterschap richtte de discussie op twee vragen over de voorstellen van de Europese Commissie. Ten eerste werden lidstaten gevraagd naar hun posities over het onder het MFK brengen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en het EOF te integreren in het instrument voor Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI). Ten tweede informeerde het Voorzitterschap naar de standpunten van de lidstaten over de wijze waarop de financiering van het nabuurschapsbeleid onder het MFK zou moeten worden vormgegeven. Als inleiding benadrukte de Commissie onder andere het belang van beleidscoherentie en flexibiliteit om onvoorziene uitdagingen in het externe beleid het hoofd te bieden. Commissaris Oettinger ging daarbij met name in op de externe dimensie van migratievraagstukken. Daarnaast riep de Commissaris op tot een versnelling van het bredere MFK-onderhandelingsproces. Het Voorzitterschap kondigde aan voor de Europese Raad in juni een nieuwe versie van het concept onderhandelingsdocument (negotiating box) te presenteren.

Nederland gaf aan de Commissievoorstellen ten aanzien van het budgetteren van het EOF en het integreren van het nabuurschapsinstrument (met ring-fencing) in het NDICI te steunen. Het kabinet verwelkomt de voorgestelde modernisering van de externe financieringsinstrumenten, het samenvoegen van instrumenten en het onder het MFK brengen van het EOF (Kamerstuk 22 122, nr. 2682). Dit bevordert efficiëntie, flexibiliteit, transparantie en beleidscoherentie. Met een algemene kanttekening dat de Unie ook op het externe terrein prioriteiten moet stellen, sprak Nederland steun uit voor de voorgestelde geografische focus van het NDICI op het nabuurschap en Sub-Sahara Afrika.

Uit de discussie bleek dat met name Oost-Europese lidstaten het Europees Nabuurschapsinstrument willen behouden als apart instrument, omdat ze daarmee de politieke zichtbaarheid, sturing en begrotingsruimte voor het nabuurschapsbeleid beter denken te kunnen garanderen. Om dezelfde redenen wil een aantal lidstaten het EOF buiten het MFK houden. Dit zou volgens hen de focus op de landen in Sub-Sahara Afrika versterken. Daarnaast zijn er lidstaten die stelden dat budgettering van het EOF niet mag leiden tot verdringing van andere uitgaven onder het MFK. Evenwel spraken, net als Nederland, meerdere lidstaten steun uit voor de Commissievoorstellen. Veel lidstaten noemden thematische prioriteiten zoals migratie, klimaat en stabiliteit.

Tijdens het Algemeen Overleg van 15 mei jl. vroeg de PVV-fractie (mw. Maeijer) of in de voorstellen van de Europese Commissie voor het NDICI sprake is van een verhoging van drempelwaarden voor de controle van en het toezicht op de besteding de fondsen. Ik bood aan nader op deze vraag terug te komen in dit verslag. Deze verhoging stond inderdaad in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor het NDICI, waar op dit moment over wordt onderhandeld. De Nederlandse inzet is dat de drempelwaarden niet moeten worden verhoogd. Voor deze positie is veel steun in de Raad.

Voorbereiding Europese Raad 20–21 mei 2019

Tijdens de RAZ is gesproken over de ontwerpagenda voor de Europese Raad (ER) van 20–21 juni 2019. Deze ER zal in het teken staan van de vaststelling van de Strategische Agenda. In deze Strategische Agenda stelt de ER prioriteiten vast voor de komende legislatuur om daarmee sturing te geven aan de Europese agenda voor de komende vijf jaar. Daarnaast zal de aandacht uitgaan naar de invulling van de topposities bij de EU-instellingen, in het bijzonder de voordracht van een kandidaat-voorzitter van de nieuwe Europese Commissie aan het Europees Parlement (EP), daarbij rekening houdend met de uitkomst van de EP-verkiezingen.

Onderwerpen die daarnaast op de agenda staan zijn de voortgang in de Eurozone ten opzichte van de Eurotop van december jl., en een vervolgdiscussie over klimaat, gericht op het lange termijn broeikasgasreductiedoel voor de EU mede in het kader van EU-deelname aan de VN-klimaattop in september. Afhankelijk van de voortgang zal mogelijk worden gesproken over uitbreiding. Daarnaast zal het proces en de tijdlijn voor de onderhandelingen van het MFK worden besproken, evenals een rapport van activiteiten van de instellingen en lidstaten om desinformatie tegen te gaan. Mogelijk komt een evaluatie van de vooruitgang rondom Brexit kort aan bod.

Europees Semester

Het Voorzitterschap deed verslag van een conferentie over het Europees Semester die het op 4 april jl. in Boekarest organiseerde. De conferentie (The coordination of economic policies at EU level, a renewed role for the European Semester) was een gelegenheid om de ontwikkeling en de resultaten van het Semester te beschouwen en ideeën uit te wisselen om het proces verder te versterken. Het Voorzitterschap refereerde daarbij onder andere aan nationale investeringen, de koppeling met het MFK en de sociale dimensie. Er zijn bij de conferentie geen conclusies aangenomen. Er waren geen interventies vanuit de Raad.

In het kader van de onderhandelingen over het MFK zet het kabinet zich ervoor in om de koppeling tussen de EU-begroting en de uitvoering van structurele hervormingen te versterken, zodat lidstaten extra worden geprikkeld om de hervormingsprioriteiten daadwerkelijk te implementeren.

Commissiemededeling rechtsstatelijkheid

De Commissie heeft haar recente mededeling COM(2019)163 van 3 april jl. inzake verdere versterking van de rechtsstaat in de Unie toegelicht. Tien lidstaten gaven vervolgens een korte reactie. Een aantal van deze lidstaten, waaronder Nederland, zegde tevens een schriftelijke reactie toe aan de Commissie op de in de mededeling gestelde vragen. Zoals reeds gemeld in de geannoteerde agenda zal het parlement voor eind mei het BNC-fiche inzake deze mededeling ontvangen met daarin een uitgebreide appreciatie van het kabinet. De Commissie heeft aangegeven in juni met verdere voorstellen te zullen komen op basis van door de lidstaten, instellingen en overige relevante actoren geleverde input. Ook inzake die voorstellen zal het parlement te zijner tijd per BNC-fiche het kabinetsstandpunt ontvangen.

Europees Cultureel Erfgoed

Het Voorzitterschap gaf een korte terugkoppeling van de informele bijeenkomst in Parijs op 3 mei jl. die naar aanleiding van de brand in de Notre Dame op 15 april jl. op initiatief van Frankrijk werd georganiseerd. Vanuit Nederland was Minister van Engelshoven aanwezig tijdens deze informele bijeenkomst. In Parijs werd door de aanwezige ministers van Cultuur en Europese zaken uit de lidstaten unaniem een verklaring ondertekend, waarin lidstaten hun solidariteit met Frankrijk uitspraken en het belang van het beschermen en overdragen van Europees cultureel erfgoed als gezamenlijke verantwoordelijkheid werd onderstreept. De meeste lidstaten stelden zich gedurende deze sessie behoudend op voor wat betreft de mogelijke lancering van nieuwe initiatieven, maar boden kennis en expertise voor de restauratie aan en spraken hun steun uit voor een slimmere en flexibelere inzet van bestaande initiatieven en budgetlijnen. Er vond tijdens de RAZ verder geen discussie tussen de lidstaten plaats.