Lijst van vragen over het jaarverslag Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2018 (Kamerstuk 35200-XVII-1)
Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2018
Lijst van vragen
Nummer: 2019D21486, datum: 2019-05-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D21486).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. de Roon, voorzitter van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (PVV)
- Mede ondertekenaar: E.A.M. Meijers, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z07215:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-05-15 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-05-16 13:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-05-23 14:00: Jaarverslag Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2018 (Inbreng feitelijke vragen), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-06-20 17:00: Jaarverslag 2018 (Wetgevingsoverleg), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-06-26 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D21486 LIJST VAN VRAGEN
De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het Jaarverslag BuHa-OS 2018 (Kamerstuk 35 200 XII, nr. 1).
De voorzitter van de commissie,
De Roon
De adjunct-griffier van de commissie,
Meijers
Nr | Vraag |
1 | Waarom bevat het jaarverslag geen volledige lijst van in 2018 gesteunde organisaties? |
2 | Waarom is ondanks de conclusies van de Algemene Rekenkamer wederom summier gerapporteerd over de revolverende fondsen? |
3 | Hoeveel FTE werkten er in 2018 bij de directies die onder de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vallen? Hoe waren de FTE verdeeld? |
4 | Hoeveel FTE hielden zich in 2018 bezig met handelsbevordering zonder aid-element? |
5 | Hoeveel FTE werkten in 2018 bij de Taskforce Innovatieve Financiering? |
6 | Welke andere EU- en niet-EU-landen hebben hun Official Development Aid (ODA-)uitgaven gekoppeld aan hun Bruto Nationaal Inkomen (BNI)? |
7 | Hoe betrekt Nederland de eigen private sector bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen in ontwikkelingslanden? Welke partners worden en zijn hierbij gekozen? |
8 | Welk deel van de in 2018 gedane ODA-uitgaven was verdragsrechtelijk verplicht (en dus niet zozeer juridisch verplicht, maar verplicht op basis van een verdrag waar Nederland partij bij is)? |
9 | Welke bijdrage blijft over als alleen de bijdragen waar Nederland verdragsrechtelijk toe verplicht is (dus niet: juridisch verplicht) zou betalen? |
10 | Waar staat u met de uitvoering van het amendement-Van Haga over het stimuleren van oplossingen voor «indoor air pollution» in ontwikkelingslanden (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 13)? |
11 | Hoe heeft u vooralsnog uitvoering gegeven aan de motie-van Haga over de bilaterale hulpinspanning meer richten op de focusregio's (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 30)? Welke voorbereidingen zijn in dit kader verricht? Houdt u zich bij de uitvoering ook echt aan het dictum door u te richten op hulpinspanningen? Zo ja, welke? |
12 | Kunt u een lijst maken van alle landen in de wereld, en in de vorm van een tabel aangeven in welke van deze landen in 2018 direct of indirect Nederlands belastinggeld is besteed in het kader van ontwikkelingssamenwerking of humanitaire hulp? |
13 | Kunt u een lijst verschaffen van de tien ngo's die van uw departement het meeste geld hebben ontvangen in 2018? Kunt u daarbij de bedragen noemen? |
14 | Welk percentage van ontwikkelingssamenwerking- en noodhulpmiddelen werd in 2018 uiteindelijk uitgevoerd door ngo's? |
15 | Welk percentage van ontwikkelingssamenwerking- en noodhulpmiddelen werd in 2018 uiteindelijk uitgevoerd door bedrijven? |
16 | Welke door uw departement gesteunde ngo's hebben in 2018 bonussen uitgekeerd? |
17 | Kunt u van alle EU-landen aangeven welk percentage van hun Bruto Binnenlands Product naar ODA gaat? |
18 | Kunt u een overzicht verschaffen van alle in 2018 uitgekeerde vrijwillige afdrachten aan VN-organisaties? Kunt u daarbij aangeven om welke organisaties van de Verenigde Naties het ging, welke vrijwillige afdrachten van Nederland ze hebben ontvangen en hoe deze afdrachten zich verhielden tot het juridisch verplichte deel? |
19 | Welke consultancybureaus heeft u in 2018 ingehuurd? Voor welke doeleinden? |
20 | Hoeveel is in totaal uitgegeven aan het zogenaamde project Human Cities Coalition? Klopt het dat dit project in 2018 is afgelopen (zie Trouw, «Akzo wilde sloppenwijken leefbaar maken, maar nu niet meer», d.d. 11 mei 2019)? Zo ja, waarom? Op welke wijze zijn Nederlandse middelen voor dit project effectief ingezet? |
21 | Kunt u een overzicht geven van de ruim € 17 miljoen aan ODA-gelden die in 2018 naar de Palestijnse gebieden is gegaan, uitgesplitst naar project? |
22 | Wat is het totale bedrag aan niet-ODA-gelden die vanuit Nederland richting de Palestijnse gebieden zijn gegaan in 2018? Kunt u een overzicht geven van deze bestedingen, uitgesplitst naar project? |
23 | Kunt u een overzicht geven van de ontvangende landen van de in totaal € 578 miljoen die Nederland in 2018 besteedde aan internationale klimaatfinanciering? Kunt u per land aangeven hoeveel er specifiek in dat land aan klimaatactie is gefinancierd en tevens per land de vijf duurste projecten noemen? |
24 | Kunt u een overzicht geven van de publieke bestedingen die in 2018 uitgegeven zijn om private klimaatinvesteringen te mobiliseren? Wat was het aandeel van multidonorfondsen daarin? |
25 | Kunt u inzichtelijk maken waaraan de in 2018 gemobiliseerde private klimaatinvesteringen specifiek zijn besteed (bijv. aan projecten, organisaties, multilaterale investeringsbanken)? |
26 | Hoe verklaart u de stijging van de gerealiseerde private klimaatfinanciering ten opzichte van de raming? |
27 | Welk deel van de gerapporteerde € 579 miljoen aan publieke klimaatfinanciering is bereikt via bilaterale en welk deel via multilaterale kanalen? En hoeveel is op basis van diezelfde indicatoren bereikt met de gemobiliseerde private klimaatfinanciering? |
28 | Is er bij de gemobiliseerde private klimaatfinanciering een onderscheid te maken tussen klimaatadaptatie en klimaatmitigatie? Is er een onderverdeling te maken in groepen landen (met name, minst ontwikkelde landen, kleine eilandstaten) of regio’s? |
29 | Betekent de zin «De SDGs vormen het kader van het beleid voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking» dat ook uw gehele buitenlandse handel-portefeuille, en dus het handelsbeleid, in dat kader moet worden gezien? |
30 | Wat bedoelt u concreet met de mededeling dat de tweede helft van het jaar 2018 (mede) in het kader stond van Theories of Change? Hoe heeft het departement zich in dit kader ingezet en wat zijn de gevolgen daarvan (geweest)? |
31 | Welke betekenis hebben Theories of Change in de doelstelling van het ministerie? Hoe beïnvloeden deze haar inzet in binnen- en buitenland? |
32 | Wat wordt precies bedoeld met «Theories of Change»? |
33 | Wat zijn de doelstellingen van het National Determined Contributions (NDC-) partnerschap voor de komende twee jaar dat Nederland voorzitter is? Welke andere landen zijn hierin betrokken? |
34 | Hoe en waar breidde Nederland zijn internationale inzet op klimaatactie uit? |
35 | Via welke projecten is de € 10 miljoen extra ingezet om radicalisering in de regio Midden-Oosten en Noord-Afrika tegen te gaan? |
36 | Kunt u de inspanningen om meer aandacht te besteden aan geestelijke gezondheid en psychosociale steun in noodhulp verder toelichten? Hoe komen deze inspanningen terug in de statistieken over de bereikte resultaten? |
37 | Hoe worden de uitgave/bijdrage aan de in 2018 aangegane meerjarig partnerschappen met UNICEF, UNHCR, de Wereldbank, IFC en ILO gecontroleerd? |
38 | Via welke projecten of donaties is in 2018 meer aandacht voor geestelijke gezondheid en psychosociale steun in noodhulp gegaan? Hoeveel mensen zijn daarmee geholpen? |
39 | Hoe belangrijk zijn gendergelijkheid en een versterkte positie van vrouwen en meisjes in en voor het handelsbeleid? |
40 | Jaarlijks treden er meer jongeren toe tot de arbeidsmarkt dan dat er banen bijkomen in ontwikkelingslanden. Wat zijn de cijfers hieromtrent? |
41 | Zijn er ook inspanningen verricht in het kader van privatesectorontwikkeling die niet in het kader van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) stonden? Zo ja, welke? |
42 | Wat wordt bedoeld met «Voor een optimale ondersteuning van het bedrijfsleven dat wil bijdragen aan de SDGs is de slagkracht van het financieringsinstrumentarium vergroot»? Wordt hiermee bedoeld dat het bedrijfsleven dat niet per se wil bijdragen aan de SDGs niet voor dezelfde ondersteuning in aanmerking komt? |
43 | Zijn de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationale ondernemingen bedoeld als soft law of als hard law? |
44 | Wat waren de uitkomsten van de door Nederland georganiseerde high-level conferentie «De SDGs en initiatieven voor duurzame waardeketens» in Brussel? |
45 | Is de Nederlandse defensie-industrie belangrijk voor de veiligheid van Nederland (en die van andere landen)? |
46 | Kan het bevorderen van investeringen in of het verzekeren van (de export van) de defensie-industrie in principe maatschappelijk verantwoord zijn? Waarom wel of niet? Denkt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hier hetzelfde over als het Ministerie van Buitenlandse Zaken? |
47 | Vindt het kabinet het van belang dat ook de defensie-industrie competitief kan zijn? Zo ja, waarom wordt deze dan uitgesloten van diverse financieringsinstrumenten? |
48 | Waaruit blijkt dat de Handelsagenda een «actiegerichte» brief is? Welke nieuwe «acties» staan in de Handelsagenda? |
49 | In welk deel van het Handelsbeleid staan de SDGs niet centraal? |
50 | Op welke punten op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) zijn de toewijzingscriteria van het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) strenger dan die van Atradius DSB? |
51 | Waar staat u met de uitvoering van de motie-Van Haga/Van Weerdenburg (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 32)? |
52 | Welke bedrijven die in 2018 een exportkredietverzekering kregen via Atradius DSB komen, vanwege de FMO-uitsluitingslijst, per definitie niet in aanmerking voor financiering via bijvoorbeeld het DTIF? |
53 | Op welke wijze heeft het ministerie in 2018 bijgedragen aan de inzet van Nederlandse kennis en kunde in ontwikkelingslanden op het gebied van SDG 3 (Goede gezondheid en welzijn) in het algemeen en voor tuberculose in het bijzonder? |
54 | Wanneer is een bedrijf een «groot bedrijf»? |
55 | Waarom zijn er geen streefwaarden voor 2020 opgesteld voor het aantal door de Rijksdienst voor Ondernemen Nederland (RVO) voor internationalisering ondersteunde ondernemingen dat in de drie jaar na de beleidsinterventie meer heeft geëxporteerd naar de exportdoelmarkt? |
56 | Waarom zijn er geen streefwaarden voor 2020 opgesteld voor de cumulatieve exporttoename van de betreffende bedrijven? |
57 | Wat is IS-NIO? |
58 | In welke landen was het Dutch Good Growth Fund (DGGF) actief in 2018? |
59 | Maakten de Faciliteit Opkomende Markten (FOM) en Finance for International Business (FIB) in het verleden ook gebruik van de FMO-uitsluitingslijst? |
60 | Heeft de defensie-industrie, die producten ontwerpt in het kader van de Nederlandse veiligheid, ook te maken met veranderende marktomstandigheden, financieringsbehoeftes, maatwerk en flexibiliteit? |
61 | Hoe is in 2018 invulling gegeven aan de internationale kant van het topsectorenbeleid? |
62 | Hoe centraal stond het versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland in het beleid van 2018? |
63 | Waarom komen de woorden «verdienvermogen» en «concurrentievermogen» respectievelijk één en nul keer voor in het jaarverslag, temeer tegen de achtergrond van de stuurgroep-Buijink? |
64 | In welke textiel producerende landen heeft Nederland een sociale dialoog ondersteund om een breder bewustzijn te creëren voor het belang van het leefbaar loon? Heeft het kabinet ook aanwijzingen dat dit ook leidt tot hogere lonen? |
65 | Hoeveel bedrijven hebben gebruik gemaakt van het instrument Demonstratieprojecten, Haalbaarheidsstudies en Investeringsstudies (DHI)? Hoe wordt DHI beoordeeld? |
66 | Welk deel van het bedrijfsleven is bekend met het DHI-instrument? |
67 | Waarom is er bij de versterking van de Nederlandse concurrentiepositie op artikel 1.2 een onderuitputting van € 8,5 miljoen? |
68 | Waarom is de bijdrage aan RVO gestegen met € 6,7 miljoen? |
69 | Kunt u de technische fout in het financieel administratiesysteem dat heeft geleid dat voor een programma onder artikel 1.3 (Versterkte Private Sector) een automatisch gegenereerde, onterechte decommittering plaatsvond van € 22,8 miljoen toelichten? Om welk programma gaat dit concreet? Wat hield de technische fout in? Wat is hiervan het effect geweest? |
70 | Kan specifieker worden toegelicht welke (subsidie)verplichtingen in 2018 op artikel 1. Duurzame handel en investeringen, niet meer zijn gerealiseerd? Op welke wijze worden deze doorgeschoven naar 2019? |
71 | Hoeveel is er in totaal van de extra middelen uit de eerste en de tweede suppletoire begroting van 2018 niet gerealiseerd? Kan worden uitgesplitst per artikel wat er met dit budget gebeurt? |
72 | Kunt u een overzicht geven van de vastgestelde bedragen en gerealiseerde bedragen voor het DGGF en DTIF van de afgelopen vijf jaar? Hoe vaak is er bij deze programma’s sprake van onderbesteding? |
73 | Op welke wijze zijn de extra middelen uit de eerste suppletoire begroting voor de bestrijding van kinderarbeid uitgegeven (artikel 1.1)? Hoeveel is hiervan niet in 2018 uitgegeven omdat er minder is gerealiseerd? Op welke wijze wordt dit alsnog ingezet? |
74 | Op welke wijze zijn de extra middelen uit de eerste suppletoire begroting voor de IMVO-convenanten uitgegeven (artikel 1.1)? Hoeveel is hiervan niet in 2018 uitgegeven omdat er minder is gerealiseerd? Op welke wijze wordt dit alsnog ingezet? |
75 | Hoeveel waterschapsbestuurders zijn in het kader van de Blue Deal afgereisd naar een ontwikkelingsland? |
76 | Waar bestaat het non-ODA-deel van de centrale klimaatprogramma’s uit? |
77 | In welke landen komt de 40 miljoen euro terecht die wordt verdeeld door het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD)? Kunt u een overzicht geven van (voorgenomen) bestedingen, uitgesplitst per land? |
78 | Hoe is de stijging van de publieke klimaatfinanciering ten opzichte van de raming zoals gepresenteerd in de nota Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) 2018 te verklaren? Verwijst dit naar nieuwe programma’s (ten opzichte van de raming), sterk gewijzigde programma’s, of wordt er anders geteld? |
79 | Hoeveel besteedt Nederland in totaal aan het Agricultural Growth Program (AGP) in Ethiopië? Hebben andere donoren hun bijdragen ook teruggeschroevd? Waarom is er voor gekozen om de besteding te verlagen in plaats van in te zetten op verbetering van het programma, in samenwerking met de regering van Ethiopië en andere donoren? |
80 | Wat heeft het ministerie in 2018 binnen beleidsartikel 3 (sociale vooruitgang) bijgedragen aan de door Nederland ondertekende afspraken gemaakt tijdens de VN High-Level Meeting on Ending AIDS (07-06-2016) én de VN High-Level Meeting on Tuberculosis (26-09-2018), om o.a. het aantal TBC-gerelateerde sterfgevallen onder mensen die leven met hiv terug te dringen met 75% in 2020? |
81 | Op welke wijze hebben de Product Development Partnerships in 2018 bijgedragen aan het beleidsartikel 3 (sociale vooruitgang)? |
82 | Bieden lopende SRGR-partnerschappen de ruimte om in te spelen op co-infecties als gezondheidsrisico, specifiek in het geval van hiv/AIDS en tuberculose? |
83 | Wat heeft het ministerie in 2018 gedaan, zowel financieel als anderszins, om de toepassing en verspreiding te bevorderen van met Product Development Financiering ontwikkelde innovaties, waaronder innovaties in de tuberculosebestrijding, bijvoorbeeld door deze op te schalen en in te bedden in programma’s? |
84 | Welke beleidsbeïnvloedende effecten heeft Samenspraak en Tegenspraak opgeleverd? Op welke gebieden is het beleid beïnvloed? Betreft het andere landen of ook Nederland? |
85 | Waarom heeft deze Minister zich vanuit de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ingezet voor «gesprekken met lokale overheden over het belang van mensenrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging»? Hoeveel middelen zijn hier voor ingezet? Hoort dit thema niet bij de (internationale) mensenrechtenportefeuille die bij de Minister van Buitenlandse Zaken ligt? Zo nee, waarom niet? |
86 | Waarom zijn onder artikel 3.1 de centrale programma’s SRGR & Hiv/aids verminderd met € 52,681 miljoen? |
87 | Waarom is de bijdrage aan UNICEF € 6 miljoen minder dan vastgesteld? |
88 | Klopt het dat het World Food Program (WFP) voor de distributie van humanitaire hulp winstgevende bedrijven mag inhuren? Mag het Ministerie van Buitenlandse Zaken ook winstgevende bedrijven inhuren voor de uitvoering van eigen projecten? Zo nee, op basis van welke regels mag dit niet? |
89 | Met welk doel mogen middelen uit het Noodhulpfonds worden ingezet? |
90 | Klopt het dat de gelden onder bijdrage internationale organisaties voor noodhulpprogramma’s op artikel 4.3 verminderd zijn met ruim € 55 miljoen en dat die gebruikt zijn voor de stijging onder subsidies voor noodhulp (stijging met ruim € 79 miljoen)? Zo ja, wat is hier de verklaring voor? |
91 | Waarom zijn de bestedingen in het kader van opvang in de regio ten opzichte van 2017 onder 4.3 afgenomen? |
92 | Waarom is het bilaterale aandeel in de bestedingen in het kader van regionale opvang zo klein? Gaat dit niet ten koste van de invloed van Nederland op de uitvoering? |
93 | Hoeveel is in respectievelijk 2017 en 2018 in totaal – dus direct en indirect – besteed aan opvang in de regio? |
94 | Waarom is in 2018 ongeveer € 130 miljoen minder gerealiseerd op artikel 4.4 (Noodhulpfonds) dan in 2017? |
95 | Kan specifieker worden toegelicht waarom op artikel 4 na de tweede suppletoire begroting het verplichtingenbudget met € 135,7 miljoen naar beneden is bijgesteld? Kan per subartikel aangegeven worden waarom het verplichtingenbudget niet is gerealiseerd? Hoe wordt dit overgebleven budget elders ingezet? |
96 | Wat wordt op artikel 4.3 bedoeld met een lager dan geplande uitgave op het thema «Opvang in de regio» van € 6,8 miljoen vanwege lager dan geraamde liquiditeitsbehoefte bij uitvoerders waarmee reeds verplichtingen waren aangegaan? Kan dit specifieker worden toegelicht? |
97 | Waarom is er € 13,2 miljoen meer dan begroot uitgegeven aan het Afghan Rehabilitation Trustfund? Wat heeft dat Nederland opgeleverd? |
98 | Wat is «Primes Municipalités du Contrat Social»? Wat is de doelstelling en wie voert dit programma uit? |
99 | Wanneer is iemand een «potentiële irreguliere migrant»? |
100 | Hoe zijn de «potentiële irreguliere migranten» in kwestie benaderd? |
101 | Kregen de «potentiële irreguliere migranten» een vergoeding voor deelname aan het onderzoek? |
102 | Waar bestond de campagne in kwestie uit? Welke boodschappen kwamen in die campagne voor? |
103 | Welke Libische autoriteiten heeft Nederland aangespoord? |
104 | Hoeveel migranten zijn (dankzij de inspanningen van Nederland) hervestigd naar andere landen? |
105 | Hoeveel aanhoudingen en veroordeling hebben, al dan niet dankzij Nederlandse inspanningen, plaatsgevonden? |
106 | Zijn grensbeheer, capaciteitsopbouw, het bestraffen van mensensmokkel en documentfraude en het wegnemen van de pullfactoren niet veel effectievere manieren om irreguliere migratie aan te pakken dan een overtuigingscampagne? |
107 | In welke landen en met hoeveel geld heeft Nederland geïnvesteerd in grensbeheer, het aanpakken van documentfraude en het trainen van grensbewakers in landen van herkomst en doorvoer? |
108 | Hoe komt het dat ruim € 57 miljoen minder is besteed op artikel 5.2 Overig armoedebeleid dan vastgesteld bij de begroting 2018? |
109 | Wat is een «bijdrage aan migratie»? Met welke inspanningen draagt Nederland bij aan migratie conform artikel 5.3? |
110 | Kunt u uitgebreider toelichten waardoor de maximale fouttolerantie is overschreden? Welke liquiditeitsbehoefte beweerde de organisatie in kwestie te hebben? Welke organisatie betrof het? Hoe heeft het ministerie gehandeld? |
111 | Hoeveel malversaties hebben plaatsgevonden sinds de oprichting van het interne Expertisecentrum Malversaties? |
112 | Wat is de rol van PWC/TJ? |
113 | Hoe werkt de Private Infrastructure Development Group (PIDG)? Hoe wordt de PIDG beheerd en wie stuurt de PIDG aan? |
114 | Wat is het Programma Uitgezonden Managers? |
115 | Wat zijn de Verdragsmiddelen Suriname Schenkingen? Hoe zijn deze verplichtingen tot stand gekomen? |
116 | Wanneer verwacht u het volgende (ex-post) onderzoek naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het huidige Fonds Product Development Partnerships? |
117 | Kunt u het aantal malversaties in 2018 vergelijken met eerdere jaren? |
118 | Wanneer is sprake van een «vermoeden» van een malversatie? |
119 | Waarom maakt u de namen van frauderende (internationale) organisaties niet bekend? |
120 | In welke landen hebben de meeste malversaties (met Nederlands geld) plaatsgevonden? |
121 | Hoe groot is het totale bedrag dat Nederland nog te vorderen heeft op diverse organisaties in gevallen waarin reeds bewezen is dat er sprake is van malversaties? |
122 | Welke organisaties en welke landen ten aanzien waarvan is vastgesteld dat daar in het verleden sprake is geweest van bewezen malversaties, ontvingen in 2018 nog steeds publiek geld van Nederland? Kunt u een overzicht geven van de bestedingen, uitgesplitst naar organisatie/land? |
123 | Hoeveel geld heeft Nederland in totaal overgemaakt naar de organisatie(s) betreffende de malversaties opgenomen onder REF: 18-06, 18-62, 18-68, waarvan de omvang van het Nederlandse aandeel gemoeid met de malversatie niet zou kunnen worden vastgesteld? |
124 | Kunt u inzicht geven in de resultaten van het aanvullende onderzoek dat is gedaan naar aanleiding van de malversatie opgenomen onder REF: 17-13 en tevens een overzicht geven van eventuele overige bewezen malversaties die hebben plaatsgevonden in dat betreffende land waarbij publiek geld uit Nederland was/is gemoeid? |
125 | Kunt u een overzicht geven van de verdeling van de 255.000 ondersteunde banen tussen landen en een overzicht van de verdeling tussen sectoren? |
126 | Waarom is er een verwachte afname in de projectontwikkeling voor 2020? |
127 | Kunt u een overzicht geven van de 8.800 ondersteunde bedrijven tussen landen en een overzicht van de verdeling tussen sectoren? |
128 | Wat is de reden van het grote verschil tussen het aantal mensen dat direct werd bereikt door beleid om tot een verbeterde voedsel inname te komen (18,5 miljoen) en het aantal mensen waarbij daadwerkelijk een verbeterde voedselinname kon worden vastgesteld (11,4 miljoen)? Is het percentage van de bereikte mensen waar verbetering kon worden vastgesteld (61,6%) hoger, lager of in lijn met de verwachting? |
129 | Is het toeval dat de realisatie op alle drie de indicatoren in het thema voedselzekerheid veel lager is dan de streefwaarde, of is er ook een verband en zijn er ook bredere factoren in het spel? In hoeverre spelen extreme weersomstandigheden een rol bij het achterblijven van de resultaten? |
130 | Waarom heeft de Wereldbank minder projecten voltooid dan verwacht? Zijn er problemen geïdentificeerd? Zo ja, zijn er gepaste maatregelen genomen? |
131 | Welke gevolgen heeft het feit dat het aantal op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid versterkte organisaties de target met 620 overschrijdt? Betekent dit dat een bijstelling van de bestedingen wordt overwogen? Zo nee, waarom niet? |
132 | Welke resultaten zijn in 2018 geboekt in het bevorderen van SDG 3 (Goede gezondheid) en specifiek Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR)? Welke doelstellingen zijn hierin voor 2019 gesteld? |
133 | Welke concrete acties zijn ingezet om het aantal vrouwen en meisjes dat toegang heeft tot moderne anticonceptie (als onderdeel van het SRGR-beleid) in 69 FamilyPlanning2020 focuslanden in 2019 te vergroten? |
134 | Wat gaat u doen om meer vrouwen toegang te geven tot anticonceptie en de streefwaarde op dit punt te halen? |
135 | Welke innovatieve manieren om vrouwen en meisjes toegang te geven tot anticonceptie zijn denkbaar, in het bijzonder tegen de achtergrond van het amendement-Van Haga (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 14), later aangenomen in de vorm van het inhoudelijk identieke amendement-Bouali/Kuik (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 22)? |
136 | Wat gaat het kabinet, in samenwerking met het VN-Bevolkingsfonds UNFPA, concreet doen om de mondiale resultaten van FP2020 op het gebied van toegang tot moderne anticonceptie te verbeteren? (p. 116) |
137 | Komt meisjesbesnijdenis meer voor in islamitische gemeenschappen dan in christelijke gemeenschappen? |
138 | Hoe werkt het ministerie er naar toe dat 90% van de grote bedrijven in Nederland de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen onderschrijft in 2023? |
139 | Kan er een toelichting worden gegeven wat de inspanningen van het ministerie zijn geweest met betrekking tot de UN Guiding Principles on Business and Human Rights? |