Reactie op motie van de leden Bruins en Paternotte over knelpunten bij de routes van en naar Lelystad Airport
Evaluatie Schipholbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D21933, datum: 2019-05-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29665-371).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29665 -371 Evaluatie Schipholbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z10614:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-05 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-11 12:00: Reactie op motie van de leden Bruins en Paternotte over knelpunten bij de routes van en naar Lelystad Airport (Kamerstuk 29665-313) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-11 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-11 12:00: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-09-11 13:00: Luchtvaart (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-09-18 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 371 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2019
Naar aanleiding van de aangehouden motie (Kamerstuk 29 665, nr. 313) van de leden Bruins en Paternotte, ingediend op 15 mei 2018, waarover in het VAO van 22 mei 2019 is aangegeven dat deze in stemming zal worden gebracht, bericht ik u als volgt. De motie constateert dat de ontwerpen voor routes van en naar Lelystad Airport recent op een aantal punten zijn verbeterd, maar dat een aantal knelpunten en onzekerheden is blijven bestaan, en verzoekt de regering op een drietal punten om verbetering respectievelijk continuering van de inmiddels bereikte verbeteringen, ook na de luchtruimherziening. Hieronder ga ik kort in op de verzoeken.
Naar aanleiding van het verzoek om een acceptabele oplossing te vinden voor de situatie nabij de woonkern Wezep, kan ik meedelen dat mijn ministerie en de luchtverkeersleidingen LVNL en CLSK het afgelopen jaar in samenwerking met de betrokken gemeenten een aantal varianten hebben ontwikkeld met als doel het overvliegen van bebouwd gebied zoveel mogelijk te vermijden. Ik ben verheugd dat het is mogelijk gebleken om tot een verbetering te komen. Alle varianten leiden tot een substantiële vermindering van het aantal inwoners onder de routes ten opzichte van het huidige ontwerp. Aangezien ook lokale en regionale afwegingen een rol spelen, hecht ik aan advies van betrokken gemeenten. Het overleg daarover is nog gaande. Mede op basis daarvan zal ik een besluit nemen en uw Kamer daarover informeren.
Naar aanleiding van het verzoek ervoor zorg te dragen dat de routes nabij Zwolle zo veel mogelijk de wijk Stadshagen blijven ontzien, kan ik het volgende aangeven. Vorig jaar is het mogelijk gebleken aanpassingen te doen zodat inkomend verkeer op minimaal 5.000 voet Zwolle-Stadshagen zal passeren. Eerder heb ik toegezegd dat bij de luchtruimherziening een oplossing zal worden gezocht die minimaal gelijk is aan 5.000 voet. De uitbreiding van de wijk is niet van invloed op het huidige ontwerp.
Naar aanleiding van het verzoek om de situatie boven het Vechtdal, die verbeterd is met het introduceren van een glijvlucht, niet te laten verslechteren na de herindeling van het luchtruim, kan ik mededelen dat dit bij de luchtruimherziening de inzet is, onder andere door het werken met Continuous Climb Operations respectievelijk Continuous Descent Approaches.
Gezien het bovenstaande beschouw ik de motie als ondersteuning van mijn beleid en wil ik het oordeel aan uw Kamer laten.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga