[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het doorbreken van het medisch beroepsgeheim bij verdenking van een misdaad

Schriftelijke vragen

Nummer: 2019D21970, datum: 2019-05-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z10630).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z10630:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2019Z10630

Vragen van de leden Van den Berg en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het doorbreken van het medisch beroepsgeheim bij verdenking van een misdaad (ingezonden 28 mei 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht waaruit blijkt dat er bij medewerkers van de Mondriaan-kliniek in Maastricht vermoedens bestonden dat een patiënt betrokken was bij een dubbele moord, maar dat hier geen melding van gedaan werd bij de politie?1

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat er in dit geval geen sprake was van verplichte doorbreking van het medisch beroepsgeheim op grond van een wettelijke bepaling? Zo nee, op basis van welke wettelijke verplichting had het beroepsgeheim wel doorbroken moeten worden?

Vraag 3

In hoeverre is er sprake van een conflict van plichten indien een zorgverlener het vermoeden heeft van een door de patiënt beraamde moord?

Vraag 4

Klopt het dat een van de criteria voor doorbreking van het medisch beroepsgeheim op grond van conflict van plichten is, dat het vrijwel zeker moet zijn dat door de geheimdoorbreking de schade kan worden voorkomen of beperkt?

Vraag 5

Kunt u voorbeelden geven van situaties wanneer er sprake van is dat het vrijwel zeker is dat door geheimdoorbreking schade kan worden voorkomen of beperkt?

Vraag 6

Bent u van mening dat in het geval dat iemand vol bloed bij een GGZ-instelling aanklopt, het in de rede ligt te veronderstellen dat er een ernstig gevecht is geweest en mensen mogelijk (zwaar)gewond en mogelijk zelfs in levensgevaar kunnen zijn?

Vraag 7

Kan die veronderstelling voldoende zijn voor het doorbreken van het medisch beroepsgeheim op basis van het voorkomen of beperken van de schade aan anderen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Bent u van mening dat in een dergelijk geval waarbij vermoedens kunnen zijn dat iemand (zwaar)gewond is, zorgverleners een melding bij de politie zouden moeten doen, al dan niet anoniem? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u (geanonimiseerde) voorbeelden geven waarbij het beroepsgeheimen werd verbroken?

Antwoord 10

Kunt u voorbeelden geven die in cursussen voor zorgverleners worden gebruikt om uit te leggen wanneer het beroepsgeheim verbroken mag worden?


  1. AD, «Thijs H. zat ook vóór dubbele moord op gesloten afdeling, maar vertrok weer», 25 mei 2019↩︎