[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies van de Autoriteit Persoonsgegevens inzake de verstrekking van gegevens uit het handelsregister

Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Brief regering

Nummer: 2019D22073, datum: 2019-05-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32761-133).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32761 -133 Verwerking en bescherming persoonsgegevens.

Onderdeel van zaak 2019Z10691:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 133 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2019

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft eind december uit eigen beweging twee adviezen uitgebracht aan de Kamer van Koophandel en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Deze adviezen volgden op uitlatingen in de pers in april van 2018. De betreffende adviezen gaan in op de bescherming van persoonsgegevens bij levering van informatieproducten uit het handelsregister. Ik heb hier in februari jl. schriftelijk op gereageerd, waarop de AP in maart mij nog een korte reactie stuurde. Met deze brief wil ik uw Kamer conform artikel 24, eerste lid, onderdeel b, van de Kaderwet adviescolleges, in kennis stellen van mijn appreciatie van het aan EZK gerichte advies en de vervolgstappen die ik naar aanleiding hiervan zal nemen.

De AP geeft in het advies aan dat zij gerichter en effectiever toezicht kan houden op partijen in het veld, wanneer de handelsregisterwetgeving meer gericht is op het voorkomen van een (te) ruime beschikbaarheid van persoonsgegevens. In dat licht deed zij een aantal tot mij gerichte aanbevelingen. Ik heb daar met interesse kennis van genomen; ook ik acht het van groot belang dat er een effectief toezicht kan worden uitgeoefend op de naleving van de privacyregels.

Eerst reageer ik in algemene zin op hetgeen de AP aan de orde stelt ten aanzien van de doelstellingen van het handelsregister, alvorens ik toelicht welke maatregelen ik naar aanleiding van het advies van de AP voornemens ben te nemen of te verkennen.

Doelstellingen van de Handelsregisterwet 2007

In artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007 staan de doelen van het handelsregister genoemd: «Er is een handelsregister van ondernemingen en rechtspersonen:

a. ter bevordering van de rechtszekerheid in het economisch verkeer;

b. voor de verstrekking van gegevens van algemene, feitelijke aard omtrent de samenstelling van ondernemingen en rechtspersonen ter bevordering van de economische belangen van handel, industrie, ambacht en dienstverlening;

c. voor het registreren van alle ondernemingen en rechtspersonen als onderdeel van de gegevenshuishouding die bijdraagt aan het efficiënt functioneren van de overheid.»

De AP geeft aan dat haar advies zich niet richt op het doel «het registreren van alle ondernemingen en rechtspersonen als onderdeel van de gegevenshuishouding die bijdraagt aan het efficiënt functioneren van de overheid» (artikel 2, onderdeel c). Dan blijven er twee doelstellingen over.

Met betrekking tot de doelstelling «bevordering van de rechtszekerheid in het economisch verkeer» (artikel 2, onderdeel a) geeft de AP aan dat dit een doelstelling van algemeen belang is, waarbij evenredig is dat bepaalde persoonsgegevens openbaar zijn en dat daarvoor producten ontwikkeld kunnen worden.

Vervolgens stelt de AP dat dit anders ligt bij «de verstrekking van gegevens van algemene, feitelijke aard omtrent de samenstelling van ondernemingen en rechtspersonen ter bevordering van de economische belangen van handel, industrie, ambacht en dienstverlening» (artikel 2, onderdeel b). Volgens de AP moet de levering van informatieproducten aan individuele bedrijven onder deze doelstelling noodzakelijkerwijs beperkt zijn. Eventuele leveringen dienen volgens de AP niet het algemeen belang, en zijn dus niet in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

In mijn reactie aan de AP heb ik aangegeven dat bij deze strikte uitleg van bovengenoemde doelstelling kanttekeningen kunnen worden geplaatst. Immers, het kunnen achterhalen wie potentiële leveranciers en klanten zijn en waar ze zich bevinden, is bij uitstek een doelstelling in het algemeen economisch belang. Deze informatie helpt toetreders op de markt en ondernemers die willen groeien; dit draagt bij aan het vestigingsklimaat, groei van de werkgelegenheid en aan de economie in brede zin. Uiteindelijk levert het meer succesvolle ondernemers op en daarmee meer economische ontwikkeling. De conclusie dat de levering van informatieproducten onder de genoemde doelstelling niet bijdraagt aan het algemeen belang, kan ik daarom niet zonder meer onderschrijven.

Nader onderzoek informatieproducten

Ik neem de aanbevelingen van de AP ter harte om alle informatieproducten tegen het licht te houden en te toetsen op privacy-risico's. De Kamer van Koophandel is reeds een onderzoek gestart, waarbij alle informatieproducten afzonderlijk getoetst worden aan de AVG. Daarin wordt ook aandacht besteed aan de verschillende typen gegevens die onderdeel uitmaken van de diverse informatieproducten. Aan de hand van de uitkomsten van deze doorlichting en in overleg met de Kamer van Koophandel zal ik nader bezien welke maatregelen vervolgens genomen kunnen worden.

De AP heeft voorts een aantal overwegingen benoemd over de betekenis van beginselen als minimale gegevensverwerking (de verwerking moet volgens de AVG worden beperkt tot wat noodzakelijk is) en «privacy by design» (bulkproducten zouden enkel aan betrouwbare afnemers geleverd moeten worden). Ik merk daarbij op dat we de afgelopen jaren een ontwikkeling hebben doorgemaakt waarin door middel van ICT steeds efficiënter gebruik wordt gemaakt van gegevens en gegevensstromen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het verplichte gebruik van handelsregistergegevens door andere overheden, hetgeen met de invoering van de Handelsregisterwet 2007 is gerealiseerd. Maar ook diverse organisaties die voor zichzelf of voor derden de rechtszekerheid toetsen, zoals administratiekantoren, banken, verzekeraars en bedrijven die de kredietwaardigheid beoordelen, kunnen de openbare gegevens uit het handelsregister rechtstreeks raadplegen ten behoeve van hun diensten aan derden. Dat dit op een efficiënte wijze mogelijk is, zonder tussenkomst van menselijk handelen en ten behoeve van deelname aan het economisch verkeer door derden, dient het algemeen belang.

Het gaat hier tevens om gegevensstromen die zo frequent kunnen zijn, dat er van bulkverstrekking gesproken kan worden. Deze worden door verschillende afnemers gebruikt in lijn met juist ook de eerste doelstelling, de rechtszekerheid in het economisch verkeer.

Dit betekent uiteraard niet dat alles is toegestaan, niet alle gegevens in het handelsregister zijn openbaar in die zin dat iedereen deze kan inzien of ontvangen. Zo heeft de wetgever in het verleden besloten dat bijvoorbeeld het burgerservicenummer standaard moet worden afgeschermd. Dit gegeven wordt alleen geleverd aan de daarvoor geautoriseerde partijen. Daarnaast geef ik uitvoering aan de motie van de leden Amhaouch (CDA) en Wörsdörfer (VVD) over het afschermen van het woonadres bij ondernemers van ondernemingen welke zijn ondergebracht in rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid.1

Verkenning nadere maatregelen

Er rijzen regelmatig vragen over de wenselijkheid en rechtmatigheid van het gebruik van handelsregistergegevens voor in het bijzonder direct marketing toepassingen. De Kamer van Koophandel verstrekt, hierop anticiperend, vanaf 1 juli niet langer het product Adressenbestand Online, een product dat hoofdzakelijk voor direct marketing activiteiten wordt gebruikt. Ik merk, mede in de gesprekken met de leden van de Tweede Kamer, dat het maatschappelijk draagvlak voor het gebruik van ongevraagde direct marketing afneemt. Dit met name bij ondernemers van ondernemingen welke zijn ondergebracht in rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid, en bij wie privéleven en onderneming nauw met elkaar verweven zijn. Door deze groep wordt ongevraagde direct marketing beleefd als een inbreuk op de privacy.

Ik zie hierin dan ook aanleiding om te verkennen of nadere maatregelen nodig zijn om gebruik van handelsregistergegevens voor ongewenste direct marketing te beperken. Ik zal de komende tijd in samenwerking met de Kamer van Koophandel als uitvoerder van de Handelsregisterwet 2007 bezien of een verdere beperking op de verwerking van persoonsgegevens een wenselijk perspectief is en uw Kamer op de hoogte te houden over het vervolg.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer


  1. Kamerstuk 32 637, nr. 333.↩︎