Het artikel ‘Kan ik meer verdienen met hetzelfde werk in het PO?’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D22226, datum: 2019-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z10746).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z10746:
- Gericht aan: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Indiener: R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z10746
Vragen van het lid RudmerHeerema (VVD) aan de Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het artikel «Kan ik meer verdienen met hetzelfde werk in het PO?» (ingezonden 29 mei 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Kan ik meer verdienen met hetzelfde werk in het PO»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat leerlingen gebaat zijn bij een docententeam op school met vaste aanstellingen en zo min mogelijk wisselingen gedurende een schooljaar?
Vraag 3
Hoeveel van het totaal aantal vakleerkrachten lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs hebben geen vaste aanstelling op de school waar ze werken, maar werken voor een organisatie zoals bijvoorbeeld de gemeente, een sportservicebureau of een uitzendbureau? Kunt u dit uitsplitsen per organisatie?
Vraag 4
Klopt het dat juist de aanstelling bij een sportservicebureau ervoor zorgt dat docenten lichamelijke opvoeding minder verdienen dan wanneer ze in dienst zijn bij een school[bestuur]?
Vraag 5
Klopt het ook dat juist deze groep docenten meer dan gemiddeld gedurende het schooljaar van school verandert, waardoor leerlingen vaker een nieuw gezicht voor de klas zien?
Vraag 6
Wat is de reden dat schoolbesturen de vakleerkrachten lichamelijke opvoeding geen vaste aanstelling aanbieden en de voorkeur lijken te hebben voor inhuurconstructies?
Vraag 7
Klopt het dat een school uiteindelijk duurder uit is als een vakleerkracht lichamelijke opvoeding via een inhuurconstructie ingehuurd wordt, terwijl de vakleerkracht minder verdient? Bij wie komt het verschil tussen salaris en werkelijke inhuurkosten terecht? Kunt u aangeven om welke bedragen dit gaat? Hoeveel winst maken sportservicebureaus met deze verhuurconstructie?
Vraag 8
Kunt u in overleg treden met de PO Raad om uw bezorgdheid te uiten over het grote aantal vakleerkrachten lichamelijke opvoeding dat onnodig ingehuurd wordt in plaats van een vaste aanstelling te krijgen en daarbij aangeven dat een sterke docententeam baat heeft bij vaste aanstellingen, waardoor docenten zich ook meer verbonden aan en betrokken bij school voelen?
https://www.kvlo.nl/over-kvlo/uitgaven/2019-lo-2.html; PO: primair onderwijs↩︎