Definitief rapport van de Integrated Regulatory Review Service (IRRS) Follow Up missie
Opwerking van radioactief materiaal
Brief regering
Nummer: 2019D22321, datum: 2019-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25422-255).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 25422 -255 Opwerking van radioactief materiaal.
Onderdeel van zaak 2019Z10835:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-04 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-05 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-06 12:00: Nucleaire veiligheid (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
25 422 Opwerking van radioactief materiaal
Nr. 255 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2019
In mijn brief van 26 november 20181 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de belangrijkste resultaten van de Integrated Regulatory Review Service (IRRS) Follow Up missie. Bij deze Follow Up missie is onder leiding van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) de voortgang van aanbevelingen en suggesties uit de IRRS-missie van 2014 beoordeeld. In mijn brief heb ik u tevens aangegeven dat ik het definitieve rapport, zodra beschikbaar, met een kabinetsreactie naar uw Kamer zou sturen. Dit voorjaar heeft het rapport het kwaliteitstraject van het IAEA doorlopen en is definitief geworden. Hierbij stuur ik u het definitieve rapport van het IAEA2.
Zoals eerder aangegeven, hecht ik grote waarde aan de adviezen van het IAEA. Ik streef naar voortdurende verbetering van de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming bij zowel de vergunninghouder, als de ANVS. Bij de IRRS-missie is gekeken naar alle aspecten van stralingsbescherming en nucleaire veiligheid vanuit de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid en is het Nederlandse stelsel getoetst aan de IAEA veiligheidstandaarden. De Follow Up missie borgt dat een IRRS-missie daadwerkelijk tot verbeteringen leidt, doordat de voortgang van implementatie van eerder gemaakte aanbevelingen en suggesties wordt beoordeeld. Ik heb er vertrouwen in hoe het stelsel in Nederland geregeld is, en ik ben blij dat internationale deskundigen dit bevestigen in deze rapportage.
Conclusies van de IRRS Follow Up missie
Het reviewteam heeft onder andere geconcludeerd dat de Nederlandse overheid zich sterk heeft ingezet voor de verbetering van de regulering van de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Belangrijk punt daarbij is de vorming van de ANVS die als IRRS-aanbeveling in 2014 werd genoteerd. Sinds de vorming in 2015 heeft de ANVS substantiële vooruitgang geboekt op verschillende gebieden en is inmiddels een stevige, professionele organisatie geworden die zich voortdurend ontwikkelt.
Tijdens de IRRS-missie in 2014 zijn er 45 aanbevelingen en suggesties (hierna: bevindingen) geadresseerd. Het reviewteam heeft tijdens de Follow Up missie getoetst hoe Nederland met deze bevindingen is omgegaan en per bevinding vastgesteld of er voldoende vooruitgang was geboekt om deze te «sluiten».
Zoals in mijn brief van 26 november j.l. (Kamerstuk 25 422, nr. 240) aangegeven, blijft slechts één van de bevindingen open. Dit betreft de aanbeveling over het vaststellen van vrijgavegrenzen om, na ontmanteling van installaties of na gebruik van radioactieve stoffen op een terrein, het toezicht op de stralingsveiligheid op te kunnen heffen en het terrein geschikt te verklaren voor ander gebruik (vrij te geven). Van de 44 gesloten bevindingen zijn er achttien gesloten «op basis van de geboekte voortgang en het vertrouwen dat ze worden afgerond». Het reviewteam heeft geoordeeld dat, hoewel nog niet helemaal afgerond, de geboekte voortgang in de aanpak van deze bevindingen vertrouwen geeft in een spoedige afronding.
Hoe gaat het nu verder?
De ANVS heeft de resterende werkzaamheden opgepakt en zal deze afhandelen voor de volgende IRRS missie. Voor wat betreft de openstaande aanbeveling, de ANVS is bezig vrijgavegrenzen te ontwikkelen die aansluiten bij het bodembeleid van IenW en voldoen aan de kaders van de Europese Richtlijn voor stralingsbescherming (Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming Bbs) die vorig jaar is geïmplementeerd. Het RIVM ondersteunt de ANVS hierbij, bijvoorbeeld met onderzoek naar internationale ontwikkelingen en met de opstellen van protocollen voor metingen. Naar verwachting zullen de werkzaamheden in 2020 afgerond worden.
De resultaten van deze collegiale toetsing zullen aan de EU-lidstaten en de Europese Commissie worden gestuurd, zoals vereist in de EU-richtlijn Nucleaire Veiligheid3. Met het oog op transparantie en in lijn met de adviezen van het IAEA zal het rapport zal ook op de website van de ANVS worden gepubliceerd.
Verder verplicht de EU-richtlijn Nucleaire Veiligheid in het kader van continue verbetering de EU-lidstaten om ten minste elke 10 jaar een zelfevaluatie uit te voeren en een internationale toetsing hierop. Ik heb het IAEA dan ook gevraagd om een volgende IRRS-missie te plannen in 2023.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer