Schriftelijke inbreng concept evaluatie-opdracht Wet veiligheidsregio's
Veiligheidsregio's
Brief regering
Nummer: 2019D22965, datum: 2019-06-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29517-171).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29517 -171 Veiligheidsregio's.
Onderdeel van zaak 2019Z11128:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-06-05 10:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-07-04 14:10: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-01-19 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 517 Veiligheidsregio’s
Nr. 171 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2019
Met mijn brief van 19 maart 2019 heb ik de concept evaluatie-opdracht voor de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) aan uw Kamer aangeboden.1 Recent heeft de commissie Justitie en Veiligheid besloten tot een schriftelijk overleg over de evaluatie van de Wvr. De inbrengdatum voor het stellen van vragen ten behoeve van dit schriftelijk overleg is vastgesteld op 20 juni 2019.
Mijn streven is er nu op gericht dat de evaluatie van de Wvr medio juli van start gaat. Daartoe zal de Instellingsregeling – waarvan de evaluatie-opdracht deel uitmaakt – uiterlijk in de ministerraad van 12 juli, de laatste ministerraad vóór het zomerreces, moeten zijn behandeld.
Met het oog daarop zou ik het zeer op prijs stellen als ik de vragen vanuit uw Kamer op 13 juni 2019 zou mogen ontvangen. De beantwoording van die vragen zal ik uw Kamer uiterlijk 18 juni toesturen. Eventueel resterende punten kunnen dan in het AO Nationale Veiligheid van 20 juni aan de orde worden gesteld. Op deze wijze kan de opdracht nog voor het zomerreces worden vastgesteld en kan de evaluatiecommissie vervolgens haar werk starten.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Kamerstuk 29 517, nr. 166↩︎