Nota van wijziging (herdruk)
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied)
Nota van wijziging
Nummer: 2019D24601, datum: 2019-06-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 9
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35125-7-n1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 35125 -7 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied).
Onderdeel van zaak 2019Z01266:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2019Z11940:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-01-29 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-06 15:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-02-19 16:30: Wetsvoorstel strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (Technische briefing), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-02-21 14:00: Strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (35125) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-06-19 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-06-20 14:35: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-05 19:15: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied) (35125) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-09-10 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 125 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied)
Nr. 7 HERDRUK1 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 13 juni 2019
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel B, worden aan het voorgestelde artikel 134b twee leden toegevoegd, luidende:
3. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt niet eerder in werking dan zes weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst.
4. In afwijking van het eerste lid kunnen Onze Minister van Justitie en Veiligheid en Onze Minister van Buitenlandse Zaken gezamenlijk, indien een spoedeisend belang dit vereist, voor een termijn van ten hoogste drie maanden, een gebied aanwijzen als een onder controle van een terroristische organisatie staand gebied. Het ontwerp van een ministeriële regeling wordt ten minste zes weken voordat hij wordt vastgesteld, overgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal.
Toelichting
In het verslag hebben leden van verschillende fracties vragen gesteld over het wijzigen van grenzen van gebieden die door een terroristische organisatie worden gecontroleerd. In gevallen waarin het wenselijk is om vanwege gewijzigde grenzen het verblijf zonder toestemming binnen de nieuwe grenzen strafbaar te stellen, betekent dat dat de algemene maatregel van bestuur (AMvB) waarbij het gebied is aangewezen, gewijzigd moet worden. Dit kan bezwaarlijk zijn in gevallen waarin het noodzakelijk is snel een groter gebied aan te wijzen, omdat er een groot en acuut risico bestaat dat Nederlanders of Nederlandse ingezetenen daarnaar afreizen om deel te nemen aan de gewapende strijd. Hetzelfde geldt in gevallen waarin er een nieuw gebied ontstaat, waarbij sprake is van een dergelijk groot en acuut risico. Om die reden stel ik voor de mogelijkheid te creëren dat vooruitlopend op (de aanpassing van) een AMvB, een gebied tijdelijk bij ministeriële regeling wordt aangewezen als een dergelijk spoedeisend belang dit vereist (vierde lid). Het zal gaan om een ministeriële regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Buitenlandse Zaken gezamenlijk. Zo is verzekerd dat ook in deze gevallen zowel het strafrechtelijk belang als internationale aspecten betrokken worden. Binnen drie maanden na de inwerkingtreding van de ministeriële regeling zal een AMvB in werking moeten zijn getreden waarin het gebied wordt aangewezen, anders vervalt de aanwijzing van het gebied. Zo blijft gewaarborgd dat de hele regering betrokken wordt bij de aanwijzing.
Een soortgelijke voorziening, waarbij vooruitlopend op een AMvB een ministeriële regeling kan worden vastgesteld, is opgenomen in artikel 15 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en artikel X, zevende lid, van de Verzamelwet Brexit (Stb. 2019, 123).
Leden van verschillende fracties hebben verder vragen gesteld over de betrokkenheid van het parlement bij de aanwijzing van het gebied. In het wetsvoorstel zoals dat is ingediend bij de Tweede Kamer is hierin niet voorzien. Naar aanleiding van de gestelde vragen stel ik in deze nota van wijziging voor dat de AMvB waarin het gebied wordt aangewezen met de publicatie in het Staatsblad wordt voorgelegd aan de Tweede en Eerste Kamer. Met de inwerkingtreding van de AMvB zal vervolgens zes weken worden gewacht. Dit geeft de beide Kamers de gelegenheid om zich uit te laten over de aanwijzing van het gebied en daarbij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State te betrekken (derde lid). Ook bij de tijdelijke aanwijzing van het gebied bij ministeriële regeling zal aan de Tweede en Eerste Kamer zes weken de gelegenheid worden geboden om zich daarover uit te laten (vierde lid). Zo is voorzien in een met waarborgen omklede procedure die het mogelijk maakt in spoedeisende gevallen snel te handelen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
I.v.m. toevoegen van de ontvangstdatum.↩︎