Lijst van vragen over diverse onderwerpen op het gebied van mijnbouw en Groningen (Kamerstuk 33529-612)
Gaswinning
Lijst van vragen
Nummer: 2019D24774, datum: 2019-06-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D24774).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.I. Diks, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.P. Jansma, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z10136:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-05-28 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-04 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-06-12 12:00: Mijnbouw/Groningen (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-06-27 14:00: Mijnbouw/Groningen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-07-02 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-07-03 14:40: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D24774 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de Rapportage van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) over het tweede halfjaar van 2018 (Kamerstuk 33 529, nr. 586); de Uitkomsten review Staatstoezicht op de Mijnen op HRA (Kamerstuk 33 529, nr. 591); de Voortgang TCMG en jaarrapportage Onafhankelijke Raadsman (Kamerstuk 33 529, nr. 593); het Tcbb-advies Landelijk Aanpak Afhandeling Mijnbouwschade (Kamerstuk 32 849, nr. 181); de Beoordeling causaliteitsvraag bij de afhandeling van schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld (Kamerstuk 33 529, nr. 605); het Advies waardedaling woningen in aardbevingsgebied Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 608); het Besluit versterkingsoperatie gebouwen Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 609); de Stand van zaken Landelijke Aanpak Afhandeling Mijnbouwschade (Kamerstuk 32 849, nr. 187); Diverse onderwerpen mijnbouw en Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 612) en het Vervolg Agrarische Tafel (Kamerstuk 33 529, nr. 610).
De daarop door de Minister gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Diks
Adjunct-griffier van de commissie,
Jansma
1 | In hoeverre wordt, gelet op het jaarverslag van het SodM over 2018 waarin staat dat de versterking achterblijft omdat er geen expliciete afspraken waren over verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden en financiering, nu voldoende invulling aan gegeven met de nieuwe afspraken over schadeafhandeling en versterking? |
2 | Kunt u toelichten hoe de metingen van een aardbeving werken en wat de internationale standaard daarvoor is? Wordt de hoogste meting van één meetpunt gegeven of van het gemiddelde van verschillende meetpunten? |
3 | Klopt het dat de aardbevingen als gevolg van de mijnbouw in Groningen niet leiden tot gevoelens van onveiligheid, maar tot onveiligheid? |
4 | Is het mogelijk het doel om de gaswinning naar nul te brengen wettelijk te verankeren? Is hier over nagedacht? |
5 | Kan er een overzicht worden gegeven van alle wettelijke stappen die inmiddels zijn ondernomen om het systeem van schadeafhandeling te hervormen? |
6 | Kan er een overzicht worden gegeven van alle wettelijke stappen die nog moeten worden genomen om het systeem van schadeafhandeling te hervormen? |
7 | Hoeveel ambtenaren (berekend in fte) zijn bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkzaam die zich bezig houden met de mijnbouw en de gevolgen van de mijnbouwschade in Groningen, uitgesplitst in de beleidsterreinen versterkingsoperatie, schadeafhandeling en het brengen van de gaswinning naar nul? Hoeveel ambtenaren waren dit op 1 januari 2018, 1 januari 2017, 1 januari 2016 en 1 januari 2015? |
8 | Waar kunnen gedupeerden met een uitspraak van de arbiter na 1 september 2019 naartoe ná 1 januari wanneer zij opnieuw naar de arbiter willen gaan vanwege een conflict met de NAM over de herstelmethodiek en/of herstelkosten? |
9 | Wat gebeurt er met de gedupeerden die zijn afgewezen op basis van de zogenaamde «Witteveen+Bos»-rapporten in het voormalig buitengebied? Kunnen zij een herbeoordeling van de schade kunnen krijgen? |
10 | Waarom kiest u ervoor om alleen schademeldingen van voor 1 januari 2020 automatisch te vergoeden terwijl de beving in Westerwijwerd plaatsvond op 22 mei 2019, gelet op het feit dat alle Groningers die voor 1 januari 2019 schade door gaswinning hebben gemeld bij de TCMG een eenmalige vergoeding van 5.000 euro aangeboden krijgen of maximaal 10.000 euro om schade te laten herstellen voor een aannemer? |
11 | Wanneer is er, gelet op het gegeven dat u aangeeft dat mensen die geruime tijd wachten op schadeafhandeling een standaardvergoeding krijgen als compensatie voor de wachttijd en dat hij aangeeft dat er voor de versterking wordt bezien of er een vergelijkbare voorziening getroffen kan worden voor het overschrijden van termijnen, precies sprake van een overschrijding? Over welke termijnen gaat het precies? |
12 | Welke acties gaat u ondernemen wanneer niet alle 9.000 gedupeerden het aanbod accepteren van 5.000 (tot 10.000) euro om toch de uitvoering van de motie-Sienot c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 636) te verzekeren? |
13 | Wanneer is het landelijke schadeprotocol voor de gaswinning uit kleine velden gereed? |
14 | Acht u het waarschijnlijk dat alle mijnbouwbedrijven instemmen met een protocol en dat ook gegarandeerd kan worden dat alle mijnbouwbedrijven achter een vrijwillig protocol blijven staan? Zo niet, kunt u niet beter meteen met wetgeving komen voor een landelijk schadeprotocol met één loket? |
15 | Kunt u toelichten hoe u het voor u ziet dat alle mijnbouwbedrijven instemmen met een protocol voor hun sector (zout, gas/olie, geothermie)? Worden dat niet moeilijke onderhandelingen waarbij het moeilijk is om alle partijen in een sector op één lijn te krijgen? |
16 | Wat wordt bedoeld met de zinsnede «voor de gaswinning uit de kleine velden een meer gedetailleerd inzicht in de concrete uitvoeringspraktijk nodig is, voordat bedrijven bereid zijn zich te committeren aan uitspraken van de commissie»? |
17 | Wat zijn de kosten om het plan van aanpak van de actualisatie van de HRA te maken? Hoeveel fte’s zijn daar bij betrokken? Wie betaalt deze kosten? |
18 | De halfjaarrapportage is logischerwijs kwantitatief van karakter. Dat biedt een mooi overzicht, maar geeft nog niet veel informatie over de complexiteit waarin de NCG zijn werk doet, over de toegevoegde waarde van de NCG et cetera. Wat kan hierover in meer kwalitatieve zin worden gezegd? |
19 | Hoe verhoudt zich het aantal versterkte woningen van 132 in 2018 ten opzichte van de totale versterkingsopgave? Neemt het aantal te versterken woningen toe of af? |
20 | Hoe verloopt het eigen initiatief «Heft in eigen hand» op dit moment? Op welke manier wordt nu en in de toekomst eigen regie voor de versterking van woningen vormgegeven? |
21 | Kunt u aangeven hoe het staat met de publiekrechtelijke regeling voor aardbevingsbestendige nieuwbouw? |
22 | Kunt u aangeven of er voldoende middelen zijn voor het koopinstrument en of het koopinstrument voldoende ruimhartig is? |
23 | Hoe succesvol is de op 1 juli 2019 aflopende Nieuwbouwregeling geweest? Is er aanleiding deze regeling te verlengen? |
24 | Kan inzichtelijk worden gemaakt hoeveel bewoners in 2018 beschikten over een versterkingsovereenkomst? |
25 | De eerste aanvraag in de pilot mkb-compensatieregelingen is gedaan op 7 november 2018, maar deze is niet ontvankelijk verklaard. Hoe nuttig en succesvol is deze regeling van de NAM? Hoeveel aanvragen zijn er inmiddels binnen gekomen en hoeveel daarvan zijn gehonoreerd? Hoe is het verschil daartussen te verklaren? |
26 | Is onderzocht waarom bewoners zelden naar formele zorgaanbieders gaan? Een intensievere samenwerking tussen gemeenten, informele zorg, formele zorgaanbieders en NCG is toch nodig? Is dit het project «Samen voor herstel»? Zijn de uitkomsten van deze pilots beschikbaar? Is er een voornemen om «Samen voor herstel» structureel in te bedden? |
27 | Is er bij het onderzoek naar de gezondheidsgevolgen ook aandacht voor de geestelijke zorg? |
28 | Hoeveel procent van de 22,2 miljard euro is daadwerkelijk bij de gedupeerden terecht gekomen? |
29 | Kunt u in een overzicht duidelijk maken hoe de uitgaven zijn verdeeld onder NCG, CVW, TCMG, Instituut Mijnbouwschade, gedupeerden (schade, versterking en toekomstperspectief)? Wat zijn daarbij de nettokosten voor de overheid en voor de NAM? |
30 | Wat is het exacte verband tussen daling van de gaswinning en het veiligheidsrisico? Hoe is in dit verband veiligheidsrisico gedefinieerd? |
31 | In de review van het HRA-model heeft het SodM geconstateerd dat de aanbevelingen van een comité van internationale experts uit 2018 voor verbetering van het HRA-model op een systematische wijze zijn opgevolgd. Eerder is gesproken over validatie van het model door TNO en over het door TNO – dus onafhankelijk van de NAM – laten opstellen van een modellentrein. Wat is de stand van zaken dienaangaande? |
32 | Wat is het bedrag dat de NAM netto heeft bijgedragen aan NPG? |
33 | Hoeveel van de 14 gegronde AOS-meldingen werden voorafgaande aan de beving van Westerwijtwerd geprioriteerd door het HRA-model? |
34 | Hoeveel van de HRA-geprioriteerde woningen hebben schade opgelopen tijdens de beving van Westerwijtwerd? |
35 | Gaat het HRA-model er van uit dat alle woningen hersteld zijn? Zo ja, kunt u dan volledig vertrouwen op de uitkomsten? |
36 | Kan kwantitatief en begrijpelijk worden uiteengezet op grond waarvan in de HRA2018 zo’n 7200 gebouwen een (licht) verhoogd risicoprofiel hadden en de HRA2019 zo’n 5500? Welke factoren maken dat deze daling is opgetreden? |
37 | Waar liggen die gebouwen precies en zijn de bewoners daarvan op de hoogte of worden ze op de hoogte gebracht? |
38 | Waar liggen de 3000 gebouwen die volgens SodM een hoger risicoprofiel hebben gekregen dan tot op heden bekend was? Welke feiten hebben ertoe geleid dat deze 3000 gebouwen niet eerder in de lijst zijn opgenomen? Zijn de bewoners van deze 3000 gebouwen hiervan op de hoogte gebracht? Zo nee, wanneer gebeurt dat? |
39 | Welke maximale kracht op de schaal van Richter (de magnitude) was bij de verschillende HRA’s die er zijn geweest het uitgangspunt voor de berekening van het aantal te versterken gebouwen? Is het juist dat het gaat om M5 of M5.1? Zo nee, om welke magnitude gaat het dan wel? |
40 | Welke argumenten lagen ten grondslag aan het gebruiken van juist die maximale magnitude en hoe reëel zijn die argumenten? |
41 | Welke maximale magnitude heeft de Mijnraad gehanteerd in het advies voor de versterking van vorig jaar? Welke argumenten gebruikte de Mijnraad hiervoor? |
42 | Welke maximale magnitude kan op grond van de huidige plannen voor de gaswinning uit het Groningenveld het beste worden gebruikt voor de bepaling van het aantal te versterken gebouwen? |
43 | Op grond van welke argumenten is het onjuist om hiervoor een maximale magnitude van 4 te gebruiken? Hoeveel gebouwen zouden versterkt moeten worden uitgaande van een maximale magnitude van 4? |
44 | Welke daling van de gaswinning voorziet SodM? Kan expliciet aangegeven worden om hoeveel kubieke meter gas uit Groningen het gaat tot 2031 per jaar bij zowel een koude, een gemiddelde als een warme winter? |
45 | Hoe verhoudt zich de verwachte daling van de gaswinning uit het Groningenveld tot het gebruik van aardgas van Groninger kwaliteit (L-gas) tot het jaar 2031? Hoeveel L-gas is tot het jaar 2031 jaarlijks nodig bij respectievelijk een koude, een gemiddelde en een warme winter voor gebruik in Nederland respectievelijk voor de export naar Duitsland, Frankrijk en België? Hoe wordt per jaar tot 2031 in deze vraag voorzien? |
46 | Hoeveel bedraagt op dit moment de maximale uitzendcapaciteit van het Groningenveld per uur, per dag en per week? |
47 | Is de vergunningsprocedure openbaar verlopen? Kunt u het proces schetsen? |
48 | Komt in de vergunning voor deze nieuwe stikstoffabriek een einddatum van bijvoorbeeld 2031, omdat op dat moment immers de gaswinning uit het Groningenveld stopt? Zo nee, welke zijn de argumenten om een vergunning af te geven voor een langer durende vergunning? |
49 | Hoe komt het KNMI aan de hoogte van de magnitude van een beving? Hoe komt het dat in de wijde omgeving sensoren soms veel grotere magnitudes meten? |
50 | Hoeveel seismische energie is er jaarlijks vanaf het jaar 2000 vrijgekomen uit het Groningenveld? Kunnen de gegevens zowel in getallen als grafisch worden weergegeven? |
51 | Is het aanleggen van een extra stikstofleiding, zoals tussen IJmuiden en Wieringermeer, samen met het aanpassen van de menginstallatie in Wieringermeer, een (goede) manier van versneld afbouwen van het gebruik van laagcalorisch gas? Is dit haalbaar? Zo ja, binnen welke termijn? |
52 | Waar komt het hoogcalorisch gas vandaan, dat in Wieringermeer gemengd wordt? |
53 | Wanneer wordt de export van aardgas naar België, Duitsland en Frankrijk gestopt? Hoe ziet het afbouwschema er uit? |
54 | Wat is de stand van zaken bij het omschakelen van laagcalorisch gas naar hoogcalorisch van grootverbruikers? |
55 | Hoeveel gascentrales die op hoogcalorisch werken zijn gesloten? Hoeveel zijn er open? |
56 | Hoeveel gascentrales die op laagcalorisch gas werken zijn gesloten? Hoeveel zijn er open? |
57 | Zijn er niet-openbare reacties gekomen op de internetconsultatie van het Wetsvoorstel houdende wijziging van de Gaswet betreffende een verbod op laagcalorisch gas voor de grootste afnemers? Zo ja, worden deze openbaar? Wanneer? |
58 | Is het een optie om tijdelijk de centrales die op Gronings laagcalorisch gas draaien te sluiten, en degene die op hoogcalorisch gas draaien en nu uit staan, in gebruik te nemen? Klopt het dat dan in de tussentijd de centrales die op G-gas werken, omgebouwd kunnen worden naar H-gas en daarna weer in bedrijf komen? |
59 | Kan worden aangegeven wat de status is van de oude schadegevallen? Hoeveel van deze schadegevallen zijn inmiddels afgehandeld? |
60 | Kan een overzicht worden gegeven van hoeveel huizen er sinds 2012 zijn versterkt? Kan dit worden uitgesplitst per jaar? Kan dit worden uitgesplitst naar gebouwen op norm en gebouwen niet op norm? |
61 | Kan er een overzicht worden gegeven van hoeveel PRBE's er sinds 2012 zijn versterkt? Kan dit worden uitgesplitst per jaar? |
62 | Kan er, uitgesplitst per jaar, een overzicht worden gegeven hoeveel inspecties er sinds 2012 hebben plaatsgevonden? |
63 | Kan er, uitgesplitst per jaar, een overzicht worden gegeven hoeveel versterkingsadviezen er sinds 2012 zijn afgegeven? |
64 | Hoe verhoudt zich momenteel de ontwikkeling van de schadeopnames en de afwikkeling daarvan met de werkvoorraad? Kloppen berichten in de media dat de TCMG de tijd die hij nodig heeft voor schadebeoordeling verdubbelt? Hoe verhoudt dat zich tot de versnellingsmaatregelen? |
65 | Kunt u in een overzicht weergeven in hoeveel badges en andere groeperingen (als Heft in Eigen Hand) er zijn? Kunt u tevens aangeven hoeveel panden uit die badges uit de HRA komen? |
66 | Hoeveel panden komen uit de HRA die niet binnen een bepaalde groep vallen? |
67 | Hoeveel aannemers zijn tot nu toe betrokken bij de aannemersvariant van de TCMG? Hoeveel daarvan zijn lokale aannemers? |
68 | Hoeveel aannemers komen daarbij nu de versnelling wordt ingevoerd? Hoeveel zijn daarvan lokaal? |
69 | Welke rol heeft de VBOG (Verenigde bouwondernemers Groningen)? |
70 | Hoe duidt u de wetenschappelijke mening van professor Bal en zeven andere internationale aardbevingswetenschappers, dat de schade niet aan bevingen met kleine magnitudes te koppelen is? Kunt u uw antwoord toelichten? |
71 | Hoe is te voorkomen dat aannemers aansprakelijkheid vrezen, wat van invloed kan zijn op de beschikbare capaciteit? Hoe is te voorkomen dat aannemers bang zijn dat als de TCMG niet betrokken is bij het schadeherstel en/of de wijze van repareren niet is vastgelegd, zij aansprakelijk worden gesteld bij herhaalde schade («het eerste herstel is niet deugdelijk uitgevoerd en nu moet de aannemer op eigen kosten de schade repareren»)? |
72 | Op welke periodieke basis is het onderscheid tussen «oude» en «nieuwe» schademeldingen gemaakt? |
73 | Wat is de huidige status van de 12.000 schademeldingen die in 2018 nog niet waren opgenomen door de TCMG? |
74 | Kunt u toelichten wat de voortgang is ten aanzien van de ruim 900 «oude» schademeldingen waarover nog geen akkoord is waarvan zo’n 650 schademeldingen op een oordeel van de Arbiter Bodembeweging wachten? Hoe wordt de voortgang van de oude schadegevallen bijgehouden? |
75 | Kunt u een reactie geven op de vaststelling van de onafhankelijke raadsman dat de afwikkeling van (complexe) arbitragezaken na een uitspraak van de Arbiter vaak moeizaam verloopt? Wat gaat hier mis? Hoe gaat u NAM eraan houden dat adequaat gevolg geven dient te worden aan de uitspraken van de Arbiter? |
76 | Is er bij de versnellingsmaatregel voor schadeafhandeling sprake van het loslaten van de beoordeling van de causaliteit? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor het eigendomsrecht van de NAM? Zo nee, waarom kan dit dan niet voor alle schadegevallen versneld worden? |
77 | Hoe is het mogelijk dat er toch nog schadeverzoeken worden afgewezen, bijvoorbeeld als zijnde «zettingsschade» (door temperatuurverschillen), als het bewijsvermoeden wettelijk is vastgelegd? |
78 | Kunt u toelichten hoe het proces loopt ten aanzien van een regeling voor waardedaling en of, en zo ja hoe, partijen nog kunnen reageren over de vaststelling van waardedaling? |
79 | Kan een overzicht worden gegeven van hoeveel schadegevallen er sinds 2012 zijn afgehandeld? Kan dit worden uitgesplitst per jaar? |
80 | Kan een overzicht worden gegeven hoeveel schademeldingen er het afgelopen jaar open hebben gestaan? |
81 | Kan worden aangegeven wat de status is van de oude schadegevallen? Hoeveel van deze schadegevallen zijn inmiddels afgehandeld? |
82 | Kunt u aangeven welk effect er is wanneer de peildatum ligt op 1 januari 2012, de waarde van woningen voor de beving in Huizinge? |
83 | Welke compensatie krijgen woningen met schade buiten aangewezen postcodegebieden? |
84 | Hoe verhoudt zich de compensatie van herstelde en/of versterkte panden tot vergelijkbare panden, van dezelfde waarde is hetzelfde postcodegebied, die nog hersteld of versterkt zijn? |
85 | Kunt u een overzicht maken waaruit een op een blijkt welke risico woningen gekoppeld zijn aan welke referentiewoningen? |
86 | Kunt u een overzicht maken waaruit per (6 positie) postcodegebied blijkt wat voor de verkochte woningen in dat gebied per jaar (2012–2017) het gemiddelde is van de waarden van de verschillende variabelen voor aardbevingsinvloed die in het model van Atlas worden onderscheiden? |
87 | Kunt u een overzicht maken waaruit per (6 positie) postcodegebied blijkt wat voor de verkochte woningen in dat gebied per jaar (2012–2017) het gemiddelde is van de waarden van de verschillende variabelen voor aardbevingsinvloed die in het model van Atlas worden onderscheiden? |
88 | Wat heeft u met het volgende advies gedaan: «Vanuit oogpunt van zorgvuldigheid en transparantie doet de adviescommissie de aanbeveling aan EZK, Waarderingskamer, provincie en aardbevingsgemeenten om de komende maanden gezamenlijk een analyse te laten uitvoeren in hoeverre een systematisch afwijking bestaat tussen WOZ en transactieprijs. Daarbij kan tevens onderzocht worden of een dergelijke afwijking verandert in de tijd (voor een publiekrechtelijke regeling is de meest actuele afwijking relevant) en of deze verschilt tussen gemeenten (die een iets ander beleid kunnen voeren t.o.v. WOZ-vaststelling en met andere taxateurs kunnen werken). Op basis van de uitkomsten zou een generieke correctie kunnen worden uitgevoerd op de WOZ, om vervolgens de gecorrigeerde WOZ als grondslag te hanteren als basis voor de schadevergoeding»? |
89 | Aan welke termijnen wordt gedacht voor een normbesluit en een versterkingsbesluit, waaraan termijnen gesteld zullen worden zoals in het bestuursrecht volgens het voorgestelde besluit versterking gebouwen Groningen? Komen die termijnen vast te liggen en waarom niet in dit besluit? Komen er uitzonderingen voor deze termijnen? |
90 | Moeten het Besluit versterking gebouwen Groningen, de wijziging van het Instellingsbesluit NCG, de Tijdelijke samenwerkingsovereenkomst tussen NCG en CVW en de Tijdelijke overeenkomst operationalisering aansturing versterkingsoperatie tussen NAM en de Staat aangepast worden naar aanleiding van de versnelling van de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie (Kamerstuk 33 529, nr. 639)? |
91 | Kan een overzicht worden gegeven hoeveel gebouwen er sinds 2012 zijn versterkt? Kan dit worden uitgesplitst per jaar? |
92 | Waar is de «plus» op de versterking in de vorm van verduurzaming gebleven? Op welke manier kunnen bewoners hier een beroep op doen? |
93 | Hoe verhoudt een commercieel bedrijf als CVW zich tot een publieke versterking? Gaat de winst die gemaakt wordt terugvloeien naar herstel van de provincie? |
94 | Hoe gaan initiatieven als «vanOnderen» een plek krijgen binnen het versterkingsproces? |
95 | Welke stappen in het versterkingsproces dragen bij aan het herstellen van de langdurige maatschappelijke ontwrichting? Hoe worden dorpen daarbij betrokken? |
96 | Welke stappen in het versterkingsproces dragen bij aan het herstel van de gezondheid van 10.000 Groningers? |
97 | Wat zijn de kosten van het oprichten van de TCV? Wie betaalt die? |
98 | Op welke wijze wordt verduurzaming aan versterking gekoppeld? Wie is er verantwoordelijk voor het bedenken van oplossingen van een integrale aanpak? Wie voor de aanpak? Op welke wijze stimuleert u deze integrale aanpak? |
99 | Welke taak, functie en verantwoordelijkheden krijgen de aardbevingscoaches? Aan welk profiel dienen deze coaches te voldoen? |
100 | Op welke wijze gaat u verantwoordelijkheden loslaten en die overdragen aan lokale overheden? Wanneer gaat u dit doen? |
101 | Kan worden aangegeven in hoeverre de hoeveelheid schademeldingen die in 2018 niet is opgenomen samenhangt met de destijds beschikbare capaciteit van opname? |
102 | Welke rol zou het Centrum Veilig Wonen (CVW) nog kunnen spelen vanaf 2020? |
103 | Zijn inmiddels alle plannen van aanpak vastgesteld door de gemeenteraden en door het SodM positief beoordeeld? Hoe wordt de onderlinge afstemming tussen de lokale plannen van aanpak geborgd? |
104 | Hoe wordt voorkomen dat in de versterking van monumenten financiële argumenten leidend zijn in plaats van het monumentale karakter van een gebouw of gebied? |
105 | Wanneer is de NAM definitief uit het proces van schadeherstel en versterking? Op welke andere deelterreinen is de NAM nog betrokken in het proces of besluitvorming? Wanneer is de NAM volledig op afstand geplaatst? |
106 | Kan de categorie «klacht schadeafhandeling» worden uitgesplitst? |
107 | Kunt u een update geven van de voortgang over de gespreken over de opvolging van de aanbevelingen van de Agrarische Tafel? |
108 | Hoe staat het met de typologieaanpak? Hoeveel woningen hebben overeenkomsten? Zijn er andere factoren die invloed hebben, zoals verbouwingen, op de aanpak van woningen van hetzelfde type? |
109 | Welk deel van het NPG is inmiddels ingezet voor de leefbaarheid? Hoeveel voor het zorgprogramma? Hoeveel voor het erfgoed? |
110 | Kunt u in een overzicht weergeven waaraan geld uit het NPG tot nu toe is uitgegeven? |
111 | Hoeveel monumentale panden zijn er uit het HRA-model gekomen met een risico? |