[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota van wijziging

Voorstel van wet van het lid Raemakers tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma

Nota van wijziging (initiatiefvoorstel)

Nummer: 2019D24779, datum: 2019-06-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35049-8).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35049 -8 Voorstel van wet van het lid Van Meenen tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma.

Onderdeel van zaak 2018Z17437:

Onderdeel van zaak 2019Z12009:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 049 Voorstel van wet van het lid Raemakers tot wijziging van de Wet kinderopvang teneinde te bevorderen dat ouders kunnen kiezen tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma

Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13Ā juni 2019

In het voorstel van wet wordt in artikel I het voorgestelde artikel 1.49a als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na Ā«personeelĀ» ingevoegd Ā«in enigerlei vormĀ».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Voor zover handelen overeenkomstig het eerste lid het maken van indirect onderscheid op grond van godsdienst of levensovertuiging met zich meebrengt is dat gerechtvaardigd in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Algemene wet gelijke behandeling.

Toelichting

1.

Met deze wijziging wordt beoogd om duidelijk te maken dat het hier gaat om een ruimere kring van personen dan alleen zij die een arbeidsovereenkomst met het kindercentrum hebben. Onder de omschrijving van personeel dat in enigerlei vorm in dienst is ā€“ die ontleend is aan artikel 1 van de Wet kinderopvang ā€“ kunnen ook stagiaires, zzpā€™ers en uitzendkrachten vallen.

2.

De toevoeging van dit lid beoogt buiten twijfel te stellen dat het in het eerste lid bedoelde toelatingsbeleid, voor zover dat indirect onderscheid op grond van godsdienst of levensovertuiging met zich mee brengt, gerechtvaardigd is in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Algemene wet gelijke behandeling. Dat impliceert dat de wetgever ervan uit gaat dat sprake is van een legitiem doel en van een middel voor het bereiken daarvan dat passend en noodzakelijk is.


Raemakers