[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Afhandeling bezwaren tegen btw-correctie privégebruik auto 1e helft 2011

Belastingdienst

Brief regering

Nummer: 2019D25297, datum: 2019-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-494).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -494 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2019Z12262:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

31 066 Belastingdienst

Nr. 494 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2019

In mijn brief van 26 november 20181 heb ik u geïnformeerd over vertraging in de afhandeling van bezwaarschriften door de Belastingdienst. Ik heb in deze brief aangegeven belang te hechten aan een tijdige behandeling van bezwaren en dat ik daar maatregelen voor heb genomen. In deze brief heb ik verder aangegeven dat ik uw Kamer over de lopende massaalbezwaarprocedures separaat informeer. Voor de massaalbezwaarprocedure over het privégebruik auto in de omzetbelasting (PGA OB) heb ik dat onder meer gedaan in mijn brief van 21 december 20182. In dit kader informeer ik u over het volgende.

In mijn brief van 21 december 2018 heb ik een aantal leerpunten gesignaleerd om te komen tot een betere en snellere afhandeling van bezwaren. Eén van deze punten betreft een strakkere sturing op de wijze van indiening en de eisen waaraan bezwaren moeten voldoen, waaronder in ieder geval het begin van een motivering zodat duidelijk is welke geschilpunten aangevoerd worden.

In dit kader meld ik u dat bij de afdoening van de ruim 2 miljoen massaalbezwaren PGA OB mij thans is gebleken dat 17.040 bezwaren PGA OB die zien op de eerste helft 2011 tot de massaalbezwaarprocedure zijn gerekend, terwijl ze zijn ingediend op andere rechtsgronden dan waar de procedure voor is aangewezen op 29 maart 2017. Bij indiening en registratie van deze bezwaren in 2011/2012 is niet onderkend dat ze buiten de massaalbezwaarprocedure vielen vanwege een afwijkende rechtsgrond. Deze verkeerde vastlegging heeft de afhandeling bemoeilijkt en het proces onnodig veel vertraagd. Deze bezwaren zijn daarom nog niet afgehandeld.

Ik heb opdracht gegeven om de afhandeling op een zorgvuldige wijze te starten en zo spoedig mogelijk af te ronden. Gezien het tijdsverloop sinds de indiening van de bezwaren, zal dit gebeuren door middel van een aankondiging van het voornemen van de beslissing.

Op die manier krijgen belanghebbenden de gelegenheid om hierop te reageren alvorens zij een definitieve beslissing ontvangen. Een groot deel van de bezwaren ziet op een rechtsgrond die de Hoge Raad inmiddels heeft verworpen3 en zal derhalve in principe worden afgewezen.

Omdat mij pas recent is gebleken dat de 17.040 bezwaren niet onder de massaalbezwaarprocedure vallen, zijn ze niet meegeteld in de voorraadstanden in de brief van 26 november 2018. In de voortgangsrapportage die ik eind deze maand aan uw Kamer stuur, zullen deze bezwaren PGA OB worden opgenomen en in de voorraad voor de omzetbelasting worden meegerekend. Na het afdoen van deze bezwaren worden deze ook meegeteld bij de berekening van het percentage aangiften dat binnen de termijnen van de Algemene wet bestuursrecht is afgedaan.

De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel


  1. Kamerstuk 31 066, nr. 441.↩︎

  2. Kamerstuk 31 066, nr. 450.↩︎

  3. Hoge Raad 12 april 2013, zaaknr. 12/01372, ECLI:NL:HR:2013:BX9444.↩︎