[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van de leden Van der Molen en Van den Berg over het bericht ‘Universiteiten nemen spionagerisico voor lief’

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2019D25605, datum: 2019-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-3058).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z10365:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3058

Vragen van de leden Van der Molen en Van den Berg (beiden CDA) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Universiteiten nemen spionagerisico voor lief» (ingezonden 23 mei 2019).

Mededeling van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 19 juni 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Universiteiten nemen spionagerisico voor lief»?1 Wat is uw reactie op dit bericht?

Vraag 2

In hoeverre heeft de afgelopen jaren in Nederland spionage en diefstal van onderzoeksbevindingen plaats gevonden binnen (legale samenwerkingsverbanden van) academische kennisinstellingen, waarvoor de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) waarschuwt en kunt u een aantal voorbeelden met ons delen?

Vraag 3

Wat vindt u van de uitspraak van de directeur van het Mercator Institute for China Studies dat het bij vermoedens van spionage mogelijk moet zijn om in het kader van de nationale veiligheid buitenlanders te weren van onderwijs- of onderzoeksprogramma’s? Hoe vaak heeft de afgelopen jaren een universiteit een buitenlandse student en /of medewerker al dan niet proactief geweerd vanwege (vermoedens van) spionage of diefstal?

Vraag 4

Welke (juridische) mogelijkheden hebben universiteiten momenteel om bij (vermoedens van) spionage of diefstal buitenlanders (proactief) te weren van onderwijs- of onderzoeksprogramma’s?

Vraag 5

Wat kunnen deze instellingen in uw ogen doen om hun zogenaamde «dual-use»-technologieën minder kwetsbaar te maken voor spionage, diefstal en oneigenlijk gebruik? Deelt u de mening dat Chinese studenten uitgesloten moeten worden van bepaalde studierichtingen gerelateerd aan vitale sectoren en high tech technology, dit naar analogie van Iraanse studenten rondom (nucleaire) wapens?2

Vraag 6

Hoe verhouden academische vrijheid en nationale veiligheid zich volgens u tot elkaar?

Vraag 7

Welke concrete maatregelen kunt en bent u van plan te nemen om het veiligheidsbewustzijn en de weerbaarheid van het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen te vergroten, die volgens de AIVD op dit moment beide onvoldoende zijn?

Vraag 8

Zou, naar aanleiding van de conclusie in de beleidsnotitie «Nederland-China: een nieuwe balans» dat er in Nederland, anders dan in China, vrijwel geen centrale regie is over academische samenwerking3 meer centrale regie een deel van de oplossing voor bovengenoemd spionageprobleem kunnen zijn? Indien ja, hoe zou deze centrale regie volgens u vorm kunnen krijgen?

Mededeling

De leden Van der Molen en Van den Berg (beiden CDA) hebben vragen gesteld over het bericht «Universiteiten nemen spionagerisico voor lief». In verband met afstemming met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de NCTV en de AIVD kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

Ik vraag uw Kamer uitstel en zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de beantwoording van de vragen doen toekomen.


  1. Financieele Dagblad, 14 mei 2019; https://fd.nl/achtergrond/1299976/universiteiten-nemen-spionagerisico-voor-lief.↩︎

  2. https://nos.nl/artikel/2275965-kabinet-verscherpt-toezicht-op-iraanse-studenten.html↩︎

  3. Zie Kamerstuk 35 207, nr. 1, p. 85↩︎