[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Doorlooptijden CBR

Maatregelen verkeersveiligheid

Brief regering

Nummer: 2019D25843, datum: 2019-06-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-29398-732).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29398 -732 Maatregelen verkeersveiligheid.

Onderdeel van zaak 2019Z12478:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 732 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18Ā juni 2019

Sinds begin dit jaar heb ik het toezicht op het CBR aangescherpt. Als onderdeel van dit aangescherpte toezicht heb ik het CBR gevraagd maatregelen te treffen om de lange doorlooptijden tegen te gaan, de klantenservice uit te breiden en mij maandelijks te rapporteren. Daarnaast heeft het CBR diverse voorrangs- en spoedprocedures ingevoerd om de gedupeerden zoveel mogelijk tegemoet te komen. Bovendien heb ik het CBR gevraagd om te prioriteren op afloopdatum van het rijbewijs. Ten slotte zijn er door het CBR meerdere procedures ingericht om burgers met extra of dubbele kosten tegemoet te komen.

Ondanks deze inzet moet ik helaas constateren dat uit de analyses van het CBR en Galangroep blijkt dat ook aan het einde van jaar de problemen nog niet opgelost zijn en te veel mensen met een verlopen rijbewijs worden geconfronteerd. Met alle gevolgen van dien voor bijvoorbeeld hun werk en mantelzorg. Tevens zijn er andere groepen, zoals examenkandidaten en chronisch zieken, die door de aanhoudende drukte bij het CBR in de knel beginnen te komen.

Wat mij ook zorgen baart, is dat door de aanhoudende problemen bij het CBR inmiddels de verkeersveiligheid om twee redenen onder druk kan komen te staan. Ik zie dat door de aanblijvende hoge werkvoorraad mensen die zich tussentijds zelf melden voor een medische keuring dreigen onder te sneeuwen. Dit is vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid een risicocategorie die juist prioriteit zou moeten krijgen. Dit betreft mensen van wie het rijbewijs niet is verlopen en die nog niet de leeftijd van een verplichte keuring hebben bereikt, maar die zich bijvoorbeeld na een operatie melden bij het CBR voor een keuring van hun medische rijgeschiktheid. Daarnaast bestaat het risico dat mensen uit angst voor vertraging bij het verlengen of verkrijgen van hun rijbewijs in toenemende mate in de verleiding kunnen komen de eigen verklaringen niet (volledig) naar waarheid in te vullen. Hierdoor zouden mensen met een onterechte verklaring van medische geschiktheid een (nieuw) rijbewijs kunnen krijgen.

Tegen deze achtergrond onderzoek ik de mogelijkheid om de regelgeving voor de huidige 75+ doelgroep aan te passen door een administratieve verlenging van rijbewijzen met maximaal een jaar. Zo kan ruimte worden gecreƫerd voor het CBR om zich prioritair te richten op de meest risicovolle groepen. Hiermee kan een groot deel van de mensen met een verlopen rijbewijs worden geholpen.

Het idee is om vanuit een risico-gestuurde benadering de groep mensen die hier gebruik van maken langs de volgende voorwaarden te beperken:

ā€¢ het huidige rijbewijs is voor de normale termijn afgegeven;

ā€¢ het rijbewijs is niet gevorderd door de politie;

ā€¢ er is geen sprake van categorie CDE-rijbewijs (i.v.m. Europese wetgeving);

ā€¢ er zijn geen relevante beperkende rijbewijscodes met een medische achtergrond van toepassing; en

ā€¢ zij blijven onverkort meewerken aan het verkrijgen van het oordeel over hun medische rijgeschiktheid.

Deze administratieve verlenging zou worden geregistreerd in het rijbewijsregister, waardoor mensen niet met een ongeldig rijbewijs rijden. Hiermee wordt ook voorkomen dat zij het rijbewijs tussentijds moeten omwisselen, dat zou extra lasten en kosten met zich meebrengen.

Met deze mogelijke wijziging wil ik zorgen dat het CBR de prioriteit legt bij de mensen die zich zelf gemeld hebben en dat het CBR deze mensen snel uitsluitsel biedt. Om te stimuleren dat mensen die van deze regeling gebruik maken zich zelf melden zal het CBR een brief sturen. Hierin worden zij opgeroepen zich te melden als zij vermoeden dat ze een beperking hebben die veilig rijgedrag in de weg staat. We zullen hiervoor wijzen op de beschikbare informatie en bijvoorbeeld de online zelfscan voor senioren. We zullen nadrukkelijk wijzen op risicoā€™s van progressieve chronische aandoeningen waarbij de rijgeschiktheid snel verslechtert. Ook zal ik de artsenfederatie vragen of zij de voorlichting aan risicogroepen willen intensiveren. Het CBR zal de informatievoorziening hierover aan de doelgroep intensiveren. Dit geldt vooral voor beperkingen met een hoog risicoprofiel zoals aan het gezichtsveld.

Het Verbond voor Verzekeraars geeft aan dat deze oplossing praktisch uitvoerbaar is. Dat betekent dat deze regeling geen problemen qua verzekerbaarheid oplevert voor de doelgroep.

De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeerveiligheid (SWOV) geeft aan dat deze oplossing gegeven de omstandigheden niet onverstandig is voor de verkeersveiligheid en een opmaat kan zijn naar een beter systeem in toekomst, waarbij melden over de hele looptijd een centrale rol krijgt.

In het licht van de vergrijzing is het immers van belang om op lange termijn een duurzaam systeem te ontwikkelen met betrekking tot de beoordeling van de (medische) rijgeschiktheid. In plaats van het huidige systeem waarbij de periodieke keuring enkel gebaseerd is op leeftijd en niet op medische indicatie wil ik onderzoeken of het mogelijk is om over te gaan op een meer risicogeoriƫnteerde aanpak waarbij een actieve meldingsplicht gedurende de looptijd van het rijbewijs het uitgangspunt is. In deze mogelijke systeemwijziging wil ik bezien in hoeverre de rijgeschiktheid gedurende de looptijd van het rijbewijs kan worden beoordeeld.

Onvoldoende medische besliscapaciteit blijft een knelpunt in het proces voor het krijgen van een verklaring van geschiktheid. Daarom heb ik het CBR opdracht gegeven om nog voor het reces een plan van aanpak aan te leveren voor zowel het op korte termijn uitbreiden van de medische besliscapaciteit als het structureel op orde krijgen ervan. Het aangescherpte toezicht blijft onverminderd van kracht.

Om voor de korte termijn de administratieve verlenging mogelijk te maken moet het Reglement rijbewijzen worden aangepast, dit kost circa 6ā€“9 maanden. Voordat ik deze wetswijziging in gang zet wil ik er uiteraard ook van verzekerd zijn dat het CBR hiermee de problemen in de doorlooptijden van de medische verklaringen oplost Ć©n daarmee ruimte heeft om zich te richten op de risicogroepen. Onderdeel van het onderzoek naar de hierboven beschreven maatregel is dat ik het CBR gevraagd heb een uitvoeringsanalyse uit te voeren. Daarbij verwacht ik ook dat het CBR inzichtelijk maakt wat het beeld is per doelgroep eind 2019 en wat men doet om dit te verbeteren. Daarbij zal ik met de Minister van Justitie en Veiligheid de juridische- en handhavingsconsequenties bezien. Ik wil de duur van deze voorziening zo beperkt mogelijk houden.

Gezien de urgentie onderzoek ik ook de mogelijkheid om vooruitlopend op het ingaan van de AMVB deze werkwijze alvast toe te passen. Hierbij moeten de aansprakelijkheidsrisicoā€™s worden afgewogen.

Het is ook belangrijk dat burgers zelf tijdig hun aanvraag voor verlenging van het rijbewijs blijven indienen. Sommige bestuurders zullen meer tijd nodig hebben omdat zij nog onderzocht moeten worden door Ć©Ć©n of meer medisch specialisten. In de brief die zij van de RDW ontvangen waarin vermeld wordt dat het rijbewijs afloopt, wordt hierop ook gewezen. Mensen ontvangen deze brief 19 weken voor de verloopdatum van hun rijbewijs.

Ik zal uw Kamer voor het zomerreces informeren over de verdere uitwerking van deze mogelijke oplossing en het plan van aanpak van het CBR ten aanzien van de medische capaciteit.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga