De voortgang van het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de Aanvullingswet Grondeigendom
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D26058, datum: 2019-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z12597).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z12597:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z12597
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de voortgang van het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de Aanvullingswet Grondeigendom (ingezonden 19 juni 2019).
Vraag 1
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Hoeveel gemeenten en provincies zijn inmiddels aangesloten op het DSO en welke data zijn inmiddels beschikbaar via het DSO? Is er sprake van een of meerdere go/no-go-momenten bij de ontwikkeling van het DSO en zo ja, welke zijn dit?
Vraag 2
Kunt u, gelet op het feit dat het Bureau ICT-Toetsing in 2017 aangaf dat de ontwikkeling van het DSO in de toen voorgenomen vorm grote risico’s met zich meebracht, met name door de omvang van het stelsel en het ontbreken van invloed van gemeenten, provincies en het bevoegd gezag, aangeven in hoeverre de afgegeven adviezen en de door uw voorganger geschetste opvolging daarvan zijn uitgevoerd?
Vraag 3
Kunt u aangeven in welke situaties gebruik kan worden gemaakt van de uitzondering op de aanbiedingsplicht aan gemeenten indien zelfrealisatie mogelijk is? Welke middelen houden gemeenten over om cohesie in de ruimtelijke ordening aan te brengen indien met een beroep op zelfrealisatie het maatschappelijk belang wordt geschaad?
Vraag 4
In hoeverre kunnen gemeenten binnen het wetsvoorstel eigenaren van percelen dwingen om tot realisatie over te gaan? Bestaat voor gemeenten de mogelijkheid om in het kader van het realiseren van de woningbouwopgave perceeleigenaren te onteigenen? Bent u bereid om een zelfbewoningsplicht in de wet op te nemen om huisjesmelkerij tegen te gaan?
Vraag 5
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de plenaire behandeling van de Aanvullingswet Grondeigendom?