[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van het lid Amhaouch c.s. over innovatiebeleid en R&D

Innovatiebeleid

Motie

Nummer: 2019D26098, datum: 2019-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33009-75).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33009 -75 Innovatiebeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z12644:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

33 009 Innovatiebeleid

Nr. 75 MOTIE VAN HET LID AMHAOUCH C.S.

Voorgesteld 19 juni 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel de Kamer als de regering het belang onderschrijft om te investeren in onderzoek en innovatie en de ambitie heeft om ten minste 2,5% van het bbp te investeren in R&D;

constaterende dat Nederland momenteel niet op koers ligt om deze doelstelling te halen, waarbij met name de private investeringen in R&D achterblijven ten opzichte van referentielanden;

overwegende dat, wil Nederland concurrerend blijven en zijn economische koppositie behouden, het noodzakelijk is dat de R&D-intensiteit toeneemt en het bbp-percentage onderzoek en ontwikkeling stijgt naar ten minste 2,5%;

verzoekt de regering, om bij de uitwerking van het door de Minister van Financiën bij brief van 3 april 2019 aangekondigde traject «beleids- en uitvoeringsopties in beeld» in elk geval aandacht te besteden aan het innovatiebeleid;

verzoekt de regering tevens, om bij de uitwerking van de verschillende opties op het onderwerp innovatie ook in beeld te brengen welke maatregelen nodig zijn om toe te werken naar de ambitie van 2,5% R&D-uitgaven in Nederland;

verzoekt de regering voorts om, in dat kader nadrukkelijk de dialoog te zoeken met het bedrijfsleven en kennisinstellingen, zodat met name op het vlak van private investeringen de nodige vooruitgang kan worden geboekt;

verzoekt de regering vervolgens, om in het voorjaar van 2020 aan de Kamer te rapporteren over de tussenstand,

en gaat over tot de orde van de dag.

Amhaouch

Veldman

Bruins

Van Eijs