Amendement van het lid Van den Berge over een volledige rechterlijke toets
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen)
Amendement
Nummer: 2019D26119, datum: 2019-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35122-10).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35122 -10 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen).
Onderdeel van zaak 2019Z12661:
- Indiener: C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-06-25 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 122 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen)
Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN BERGE
Ontvangen 19 juni 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel II, onderdeel E, komt het voorgestelde artikel 15h, eerste lid, als volgt te luiden:
1. De rechtbank beslist zo spoedig mogelijk na ontvangst over een tijdig ingediend bezwaarschrift. De rechtbank heroverweegt de beslissing van het openbaar ministerie.
II
In artikel IVa, onderdeel 1, onderdeel C, subonderdeel 6, komt het voorgestelde artikel 6:6:9, eerste lid, als volgt te luiden:
1. De rechtbank beslist zo spoedig mogelijk na ontvangst over een tijdig ingediend bezwaarschrift. De rechtbank heroverweegt de beslissing van het openbaar ministerie.
III
In artikel IVa, onderdeel 2, onderdeel B, subonderdeel 2, komt het in onderdeel I voorgestelde artikel 6:6:9, eerste lid, als volgt te luiden:
1. De rechtbank beslist zo spoedig mogelijk na ontvangst over een tijdig ingediend bezwaarschrift. De rechtbank heroverweegt de beslissing van het openbaar ministerie.
Toelichting
Met de Raad voor de Rechtspraak is ondergetekende van mening dat verdere marginalisering van de rol van de rechter in de toepassing van voorwaardelijke invrijheidstelling ongewenst is. De beslissing om geen voorwaardelijke invrijheidstelling te verlenen, deze uit te stellen of te herroepen komt in de praktijk neer op een vrijheidsbeneming en daarbij past met het oog op de rechtsbescherming een volwaardige rechterlijke toets in plaats van een marginale toets.
Van den Berge