Motie van de leden Azarkan en Van Brenk over een alternatieve, meer realistische manier om de rekenrente vast te stellen
Toekomst pensioenstelsel
Motie
Nummer: 2019D26234, datum: 2019-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32043-479).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Azarkan, Tweede Kamerlid (Ooit DENK kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid (Ooit 50PLUS kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32043 -479 Toekomst pensioenstelsel.
Onderdeel van zaak 2019Z12714:
- Indiener: F. Azarkan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-06-19 16:00: Debat over het pensioenakkoord (Plenair debat (debat)), TK
- 2019-06-25 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 043 Toekomst pensioenstelsel
Nr. 479 MOTIE VAN DE LEDEN AZARKAN EN VAN BRENK
Voorgesteld 19 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de omvang van het Nederlandse pensioenvermogen is gegroeid van circa 700 miljard in 2007 naar circa 1.450 miljard in 2019;
constaterende dat in dezelfde periode veel pensioenen niet zijn geïndexeerd, en in de komende jaren opnieuw dreigen om niet geïndexeerd te worden;
overwegende dat dit komt doordat toekomstige pensioenverplichtingen worden verdisconteerd tegen een onrealistisch lage rekenrente, die veel lager is dan die welke in de afgelopen 30 jaar is gerealiseerd;
overwegende dat door deze onrealistisch lage rekenrente de pensioenfondsen zich kunstmatig arm rekenen, waarmee de waardevastheid van de pensioenen voor de deelnemers stelselmatig ondermijnd wordt;
verzoekt de regering, om een onderzoek te doen naar een alternatieve, meer realistische manier om de rekenrente vast te stellen, waarin rekening gehouden wordt met de daadwerkelijke beleggingsportefeuille van de pensioenfondsen;
verzoekt de regering tevens, hierover voor 1 april 2020 te rapporteren aan de Kamer, en hierbij een kabinetsappreciatie aan de Kamer te doen toekomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Azarkan
Van Brenk