Motie van het lid Drost c.s. over een kader waarlangs de Wet straffen en beschermen zal worden geëvalueerd
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen)
Motie
Nummer: 2019D26605, datum: 2019-06-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35122-28).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Drost, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.M. van Toorenburg, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J. van Wijngaarden, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 35122 -28 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen).
Onderdeel van zaak 2019Z12908:
- Indiener: N. Drost, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.M. van Toorenburg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J. van Wijngaarden, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-06-20 11:45: Wet straffen en beschermen (35122) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-06-25 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 122 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Wet straffen en beschermen)
Nr. 28 MOTIE VAN HET LID DROST C.S.
Voorgesteld 20 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Wet straffen en beschermen leidt tot een grote wijziging in de regeling van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en de detentiefasering als geheel;
overwegende dat er bij diverse organisaties zorgen zijn over onder andere de gevolgen van de inperking van de maximumduur van de voorwaardelijke invrijheidsstelling (vi) voor de re-integratie van gedetineerden, de kans op recidive en de deelname aan een vi-traject;
overwegende dat bepaalde gevolgen van de wet, bijvoorbeeld voor mensen met een licht verstandelijke beperking, mogelijk al op korte termijn zichtbaar worden, maar dat de gevolgen voor resocialisatie en het voorkomen van recidive pas op latere termijn zichtbaar zullen worden;
constaterende dat in het wetsvoorstel geen evaluatiebepaling is opgenomen;
verzoekt de regering, een kader op te stellen waarlangs de Wet straffen en beschermen, eventueel in fasen, zal worden geëvalueerd met daarin specifieke voorstellen voor KPI's, en de Kamer hierover uiterlijk in het najaar te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Drost
Van Wijngaarden
Van den Berge
Van Toorenburg
Van Nispen