Antwoord op vragen van de leden Fritsma en Markuszower over de aanpak van een Algerijn die bijna een Groningse held doodstak
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D27075, datum: 2019-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-3165).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van zaak 2019Z08849:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G. Markuszower, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3165
Vragen van het de leden Fritsma en Markuszower (beiden PVV) aan de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de aanpak van een Algerijn die bijna een Groningse held doodstak (ingezonden 29 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 juni 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2746.
Vraag 1, 2
Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat deze levensgevaarlijke Algerijnse crimineel op vrije voeten is gesteld en niet uit Nederland is verwijderd, vooraf gegaan door vreemdelingenbewaring?1
Is deze misdadiger daadwerkelijk in vreemdelingenbewaring gezet zoals in de brief van het openbaar Ministerie van 1 maart j.l. is gesteld? Zo ja, waarom is hij dan zo snel weer vrijgelaten en niet uitgezet? Zo nee, waarom niet en waarom is het slachtoffer met onjuiste informatie op het verkeerde been gezet?
Antwoord 1, 2
Het is staand kabinetsbeleid dat het verton en van maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag in beginsel gevolgen moet hebben voor het verblijf van een vreemdeling in Nederland. Het kabinet zet zich in om de terugkeer van criminele vreemdelingen te bewerkstelligen, zowel op Europees niveau2 als in de nationale praktijk.
In deze specifieke zaak is a tijdens zijn verblijf in strafrechtelijke detentie getracht om de vreemdeling in het kader van de Dublinverordening over te dragen aan de EU-lidstaat die verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielaanvraag. Gedurende de strafdetentie is de termijn voor de overdracht verstreken. Abusievelijk is nagelaten om tijdig aan de verantwoordelijke EU-lidstaat om uitstel te vragen, waardoor de overdracht geen doorgang kon vinden.
Nadat de vreemdeling zijn straf had uitgezeten, is hij aansluitend in vreemdelingenbewaring gesteld. De vreemdelingenbewaring moest worden opgeheven vanwege het ontbreken van een terugkeerbesluit.
Inmiddels zit de vreemdeling weer in bewaring en wordt onverminderd ingezet op terugkeer naar Algerije. Op 3 juni heeft de KMar een terugkeerbesluit uitgereikt.
Vraag 3, 4
Realiseert u zich dat het zomaar in onze samenleving vrij laten van deze agressieveling nog meer onschuldige slachtoffers op kan leveren dan de Groningse held die hij al heeft geprobeerd dood te steken?
Realiseert u zich tevens dat uw belofte criminele vreemdelingen aan te pakken niets waard is omdat u ze in de praktijk gewoon letterlijk laat lopen?
Antwoord 3, 4
Ik merk op dat de vreemdeling zijn straf had uitgezeten. De basis van ons rechtstelsel is dat een veroordeelde dan in vrijheid wordt gesteld en dat hem of haar een tweede kans in de maatschappij wordt geboden. Tenzij er levenslang wordt opgelegd, zal zich dus bij iedere veroordeling tot gevangenisstraf de situatie voordoen dat een persoon die een delict heeft gepleegd weer in vrijheid wordt gesteld nadat de gevangenisstraf is uitgezeten. In gevallen als deze, waarin het gaat om een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf, is dat juist anders, omdat een vreemdeling in dat geval niet in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidstelling en bovendien, als zijn terugkeer niet direct kan worden gerealiseerd, aansluitend op zijn gevangenisstraf, en enkel met het oog op zijn verwijdering, in vreemdelingenbewaring wordt gesteld.
Vraag 5
Waarom wordt na lang aandringen alleen aan het slachtoffer medegedeeld dat de dader inderdaad zoek is, gevolgd door de mededeling dat de kans klein is dat de dader wordt aangehouden en de aan hem opgelegde schadevergoeding (zelf) betaalt? Waarom wordt in plaats van deze laakbare laksheid niet gezegd dat alles op alles gezet gaat worden deze crimineel op te pakken, uit te zetten en hem de schadevergoeding te laten betalen?
Antwoord 5
Het betreft hier informatievoorziening van het Openbaar Ministerie aan het slachtoffer. Zoals aangegeven had betrokkene zijn straf uitgezeten. Het OM heeft de slachtoffers laten weten dat de Staat de schadevergoedingsverplichting van de veroordeelde overneemt. De veroordeelde is in het Nationale Opsporingsregister geplaatst.
Vraag 6
Erkent u dat u de grip op criminele vreemdelingen totaal kwijt bent en dat het mede daardoor de hoogste tijd is voor een volledige asielstop?
Antwoord 6
Nee. Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord op vraag 7 van de vragen van het lid Fritsma (PVV) van 2 januari 2019 over hetzelfde onderwerp.3
Vraag 7
Erkent u tenslotte dat u in dit specifieke geval toch over een individuele zaak dient te berichten omdat de controlerende taak van de Kamer niet opzij gezet kan worden in dit geval van zeer ernstige tekortkomingen rond de aanpak van criminele vreemdelingen en het gevaar dat dit voor de samenleving oplevert?
Antwoord 7
Ik erken dat de controlerende taak van de Tweede Kamer één van de fundamenten van onze democratie vormt en dat deze waar mogelijk moet worden gefaciliteerd. Met het oog op de privacybeschermingswetgeving dient de overheid wel terughoudend om te gaan met het verstrekken van persoonsgegevens, zeker in documenten die openbaar worden gemaakt. Met bovenstaande beantwoording meen ik een goede balans te hebben gevonden.