Instelling commissie belastingheffing multinationals
Herziening Belastingstelsel
Brief regering
Nummer: 2019D27279, datum: 2019-06-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32140-52).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van kamerstukdossier 32140 -52 Herziening Belastingstelsel.
Onderdeel van zaak 2019Z13256:
- Indiener: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-06-27 09:30: Fiscale beleidsagenda 2019 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2019-06-27 14:35: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-07-04 10:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-09-04 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 140 Herziening Belastingstelsel
Nr. 52 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2019
Op 11 juni jl. heeft uw Kamer een motie van het lid Omtzigt c.s. aangenomen (Handelingen II 2018/19, nr. 91, Stemmingen motie Fiscale Arbitrage) om een commissie in te stellen, bestaande uit experts, intern en extern, die over een half jaar adviseert over maatregelen om de belastingheffing over winsten van multinationals eerlijker te maken, terwijl Nederland aantrekkelijk blijft voor Nederlandse hoofdkantoren (Kamerstuk 35 110, nr. 11). In het debat over de belastingafdracht van multinationals van 13 juni jl. heb ik toegezegd uw Kamer een brief te sturen over de invulling van deze commissie (Handelingen II 2018/19, nr. 93, debat over de belastingplicht van multinationals). Met deze brief kom ik tegemoet aan deze toezegging.
Onderzoek naar de toekomst van de vennootschapsbelasting
Reeds op 21 juni 2018 heb ik naar aanleiding van vragen van de leden Omtzigt, Van Weyenberg en Lodders toegezegd om verbeteringen van het belastingstelsel in kaart te brengen voor de volgende kabinetsperiode (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2527). Deze toezegging heb ik op 15 april jl. opgevolgd met een brief waarin ik het proces heb uiteengezet om tot concrete bouwstenen en voorstellen voor verbeteringen en vereenvoudigingen van het stelsel te komen (Kamerstuk 32 140, nr. 50). Daarin heb ik een zestal nieuwe onderzoeken aangekondigd, waaronder een onderzoek naar de toekomst van de vennootschapsbelasting (vpb). Het doel van dat onderzoek is te verkennen welke toekomstkeuzes mogelijk – en wenselijk – zijn met betrekking tot het belasten van bedrijfswinsten. Het startpunt van het onderzoek is een analyse van het soort bedrijven en sectoren dat de vpb momenteel betaalt, op grond van aangiftedata. Verder wordt in het onderzoek onder andere aandacht besteed aan de gevolgen van lopende internationale trajecten binnen de OESO en de EU zoals BEPS 2.0, en worden maatregelen geïnventariseerd en uitgewerkt die Nederland unilateraal kan nemen. Dit onderzoek is een technisch-ambtelijk traject, waarbij beleidsopties en hervormingen in kaart worden gebracht om het fiscale vestigings- en investeringsklimaat te verbeteren, de vpb economisch minder verstorend vorm te geven, de vpb te vereenvoudigen, en/of om belastingontwijking verder tegen te gaan.
Hoewel het opleveren van deze bouwstenen een technisch-ambtelijk traject is, heb ik van meet af aan het belang onderstreept van externe betrokkenheid. Specifiek voor het onderzoek naar de toekomst van de vpb heb ik die betrokkenheid onder meer willen vormgeven door middel van een externe klankbordgroep bestaande uit experts van verschillende disciplines om ervoor te zorgen dat de verschillende relevante invalshoeken worden belicht. Vanaf 15 april jl. zijn de beoogde leden van de klankbordgroep benaderd, waarna zij op 15 mei jl. zijn uitgenodigd voor een eerste bijeenkomst, die op 17 juni jl. heeft plaatsgevonden. De beoogde taakomschrijving van de klankbordgroep stond op de agenda van die eerste bijeenkomst.
Motie belastingheffing bij multinationals
In uw motie (Kamerstuk 35 110, nr. 11) verzoekt u tot het instellen van een separate commissie die binnen een half jaar adviseert over specifiek de belastingheffing van multinationals. Naar aanleiding hiervan en het debat van 13 juni jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 93, debat over de belastingplicht multinationals) stel ik met betrekking tot deze separate commissie het volgende voor.
Samenstelling commissie
Uw motie vraagt om een commissie bestaande uit zowel interne als externe experts. Ik stel voor om de leden van de klankbordgroep op te nemen in deze separate commissie. Dit betreft een gebalanceerde groep experts bestaande uit fiscalisten, economen en specialisten op het gebied van EU-recht. Om recht te doen aan uw motie en ook interne experts in de commissie op te nemen, stel ik tevens voor om experts vanuit het Ministerie van Financiën (waaronder de Belastingdienst) aan de commissie toe te voegen. Om de onafhankelijkheid te waarborgen stel ik voor om een externe voorzitter aan te stellen conform de praktijk bij interdepartementale beleidsonderzoeken. De commissie zal worden ondersteund door een ambtelijk secretariaat. Ik zal uw Kamer zo snel mogelijk informeren over de definitieve samenstelling van de commissie.
Taakopdracht commissie
U vraagt in uw motie de commissie te laten adviseren over maatregelen om de belastingheffing over winsten van multinationals eerlijker te maken, terwijl Nederland aantrekkelijk blijft voor Nederlandse hoofdkantoren. Om de motie uit te voeren moet de commissie dus het begrip «eerlijk» operationaliseren. Of iets eerlijk is, is een politieke keuze. Politici van verschillende politieke kleur zullen hoogstwaarschijnlijk een verschillende invulling aan dit begrip geven. Daarom stel ik na overleg met de beoogde commissie voor om de commissie de opdracht te geven om maatregelen te inventariseren die leiden tot een grondslagverbreding van de vpb, waarbij tegelijkertijd oog wordt gehouden voor het – volgens de motie eveneens belangrijke – behoud van hoofdkantooractiviteiten in Nederland. Op basis van deze inventarisatie kunnen vervolgens politieke keuzes gemaakt worden.
Tijdpad
In overleg met de beoogde commissie is afgesproken dat zij binnen zes maanden, dat betekent nog in 2019, met concrete voorstellen komen.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel