[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Europese Raad van 20 en 21 juni 2019 en geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad van 30 juni 2019

Europese Raad

Brief regering

Nummer: 2019D27333, datum: 2019-06-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-1468).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-1468 Europese Raad.

Onderdeel van zaak 2019Z13284:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

21 501-20 Europese Raad

Nr. 1468 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2019

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese Raad van 20 en 21 juni 2019. Dit verslag dient tevens als geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad van 30 juni 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

Verslag van de Europese Raad van 20 en 21 juni 2019

Op 20 en 21 juni vond een Europese Raad (ER) plaats die heeft gesproken over de Strategische Agenda, het Meerjarig Financieel Kader, klimaat, desinformatie en externe betrekkingen. Aan het begin van de bijeenkomst vond een gedachtewisseling plaats met de voorzitter van het Europees Parlement (EP), de heer Tajani. En marge van de ER vonden ook een ER artikel 50 (Brexit) en een Eurotop plaats. De Europese Raad heeft het besluit genomen op 30 juni opnieuw informeel bijeen te komen ten behoeve van nadere besluitvorming over de benoemingen van topposities bij de EU-instellingen. Dit verslag dient daarom tevens als geannoteerde agenda voor de bijeenkomst op 30 juni.

De Minister-President sprak tijdens de Europese Raad zijn afschuw en medeleven uit in verband met de moord op de Duitse CDU-politicus Walter Lübcke. Hij sprak zich uit tegen extremisme en geweld en hij riep de lidstaten op zich gezamenlijk teweer te stellen tegen dergelijk gevaarlijk extremisme. Hiermee werd invulling gegeven aan de motie van de leden Asscher en Van Ojik over een gemeenschappelijke inzet om extremisme tegen te gaan.

Strategische Agenda

De Europese Raad heeft de prioriteiten voor de EU voor de komende jaren vastgesteld in de Strategische Agenda 2019–2024.1 Over de inhoud hiervan was grote mate van overeenstemming tussen de lidstaten. De inhoudelijke behandeling verliep dan ook vlot. Regeringsleiders spraken hun waardering uit voor de constructieve wijze waarop de tekst tot stand is gekomen. Ook riepen lidstaten op tot eensgezindheid in de implementatie van de overeengekomen prioriteiten. Voor Nederland reflecteert de Strategische Agenda de essentiële punten, in lijn met de vijf prioriteiten uit de Kamerbrief betreffende de Staat van de Europese Unie 2019, en de aandacht voor het functioneren van de EU (Kamerstuk 35 078, nr. 1). De Minister-President kon daarom instemmen met de tekst, met de kanttekening dat een kleinere omvang van het college, zoals ook vastgelegd in het Verdrag van Lissabon, de Commissie effectiever kan maken. Hij sprak zich verder uit voor goede opvolging en implementatie van de gestelde prioriteiten. De Europese Raad is op een later moment teruggekomen op de kwestie van een kleinere omvang van de Commissie, maar daar bestond geen draagvlak voor.

Benoemingen topposities EU-instellingen

Zoals uw Kamer bekend, hebben de regeringsleiders en staatshoofden stilgestaan bij de selectie van kandidaten voor topposities bij de EU-instellingen, in het bijzonder de voordracht van de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Ondanks lang onderhandelen is nog geen akkoord bereikt over een kandidaat die over voldoende draagvlak beschikt om het voorzitterschap van de Commissie te bekleden, en evenmin over een pakket van benoemingen dat de verscheidenheid van lidstaten, politieke stromingen en de genderbalans in de EU reflecteert. Hoewel de voorzitter van de Europese Raad het voornemen had geuit besluiten te nemen over meerdere benoemingen, spitste de discussie zich vooral toe op de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. De besluitvorming over de benoemingen bleek ook deze keer weer buitengewoon complex, een akkoord vereist voldoende draagvlak in zowel de ER als in het Europees Parlement. Het bereiken van een akkoord vergt zorgvuldigheid en tijd.

Deze week zullen de consultaties dan ook worden voortgezet met het Europees Parlement en tussen lidstaten. Tevens is de verwachting dat hierover nadere gesprekken plaatsvinden tussen Europese regeringsleiders in de marge van de G20 Top in Osaka (28–29 juni). De uitkomsten van deze gesprekken zullen worden meegewogen tijdens de informele Europese Raad op 30 juni.

De voordracht van kandidaten en besluitvorming over benoemingen zijn gebaat bij een bepaalde mate van beslotenheid, ten behoeve van de onderhandelingen tussen alle betrokken partijen en ter bescherming van de kandidaten zelf. Daarom kan in dit verslag niet nader worden ingegaan op de onderhandelingsdynamiek zoals die op 20 en 21 juni plaatsvond. Wel kan worden benadrukt dat Nederland tijdens de besprekingen de voorkeur is blijven uitdragen dat de kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie een slagvaardig persoon moet zijn met de juiste kwaliteiten om de agenda voor de komende vijf jaar adequaat te kunnen uitvoeren. De kandidaat-voorzitter van de Commissie moet in staat zijn concrete invulling te geven aan de prioriteiten uit de Strategische Agenda, ook wat betreft de effectieve aansturing van de Europese Commissie.

Meerjarig Financieel Kader

De Europese Raad besprak de voortgang in de onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK). Het krachtenveld was op nagenoeg alle openstaande onderwerpen sterk verdeeld. De Nederlandse inzet is gericht gebleven op een modern en financieel houdbaar MFK dat de lasten eerlijk verdeelt. De kabinetsappreciatie van de Commissievoorstellen (Kamerstuk 21 501-20, nrs. 1349 en 1379) en de relevante BNC-fiches vormden de basis voor de Nederlandse inbreng.

De toon van het MFK-debat werd gezet door het Roemeense voorzitterschap dat bij de aftrap van de beraadslagingen haar aanpassingen in het onderhandelingsdocument bestempelde tot één van de grootste successen van de afgelopen maanden. Nederland sprak waardering uit voor de inspanningen van het voorzitterschap, maar tekende tegelijkertijd aan dat er nog steeds een kloof overbrugd moet worden om tot een aanvaardbare basis voor verdere onderhandelingen te komen. Nederland onderstreepte dat de Roemeense «negotiating box» nog te onevenwichtig is en vooruit loopt op onderhandelingen die nog moeten plaatsvinden. Voorbeelden daarvan betreffen de focus van onderzoek en innovatie, methodes van fondsenallocatie en aanpassingen in de eigen middelen.

Verschillende lidstaten sloten zich bij Nederland aan en spraken zich uit tegen een ongeclausuleerde verwelkoming van de «negotiating box», hetgeen weer een reactie ontlokte van andere lidstaten die juist aandrongen op expliciete verwelkoming van de box. Uiteindelijk konden alle lidstaten leven met een verwelkoming in meer algemene zin van het werk dat door het Roemeense voorzitterschap is verzet, en een verzoek aan het Finse voorzitterschap de «negotiating box» uit te werken. Een discussie over de timing van de onderhandelingen leidde uiteindelijk niet tot aanpassing van de conclusies. Veel lidstaten benadrukten de «sense of urgency» in de onderhandelingen en hechtten aan de ambitieuze doelstelling de onderhandelingen eind 2019 te voltooien.

Klimaat

De Europese Raad sprak uitgebreid over de klimaatambities van de EU. Doel was onder andere te komen tot een gezamenlijke EU-inzet ten behoeve van de VN-Klimaattop in september dit jaar. De discussie richtte zich vooral op de noodzaak de balans te bewaren tussen enerzijds een ambitieus klimaatbeleid en, anderzijds, de gevolgen voor de burgers en de concurrentiepositie van de EU en haar lidstaten. Een aantal lidstaten gaf aan verdere analyses nodig te hebben en nationale plannen te moeten ontwikkelen om de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 op realistische wijze te kunnen halen. Een grote groep landen, waaronder Duitsland, heeft zich dit keer voor het eerst aangesloten bij de ambitieuze groep lidstaten waar Nederland al deel van uitmaakte en zich duidelijk uitgesproken voor het 2050-doel. Nederland riep in de discussie op de ambities ondubbelzinnig overeind te houden, op zo’n manier dat het ook economische groei oplevert. Een juiste benadering zal een grote stimulans kunnen betekenen voor groene technologie, voor nieuwe banen en een moderne economische inrichting. Na een lange discussie kon er echter geen consensus worden gevonden over het noemen van het jaartal 2050 in de raadsconclusies, en is gekozen voor «in lijn met het Parijs akkoord». In de voetnoot bij deze paragraaf is wel opgenomen dat een grote meerderheid van de lidstaten vasthoudt aan klimaatneutraliteit in 2050.

De Europese Raad nodigt de Commissie en de Raad uit om te werken aan de voorwaarden, aan stimulerende maatregelen en aan een kader dat het mogelijk maakt om een transitie naar een klimaatneutrale EU in lijn met het akkoord van Parijs zeker te stellen terwijl tegelijkertijd het Europees concurrentievermogen behouden blijft. Zo’n kader moet eerlijk en sociaal gebalanceerd zijn en rekening houden met de specifieke omstandigheden in de lidstaten. Zij moeten eigenstandig kunnen besluiten over hun energiemix en daarbij voortbouwen op de maatregelen die al overeengekomen werden om het 2030 reductiedoel te behalen. De Europese Raad sprak af dat vóór het eind van het jaar de richting wordt vastgesteld om begin 2020 de EU Lange Termijn Strategie aan te nemen en in te dienen bij de UNFCCC. De Europese Raad riep in dit kader ook de Europese Investeringsbank op meer activiteiten te ontplooien om klimaatactie te ondersteunen.

De leiders spraken verder af dat zij gecommitteerd zijn aan een actievere mobilisatie van internationale private en publieke financieringsbronnen en dat zij een tijdig, ordelijk en succesvol proces van bijstorting in het Groen Klimaatfonds zullen verzekeren.

Desinformatie en hybride dreigingen

De Europese Raad nam conclusies aan over desinformatie, met name over het versterken van weerbaarheid van de Europese samenlevingen. Hij verwelkomde de aankondiging door de Commissie om de uitvoering van de Code of Practice te evalueren. In een toelichting over de Europese verkiezingen werd het gezamenlijke rapport van de Europese Commissie en Hoge Vertegenwoordiger Mogherini toegelicht. Dat rapport geeft een breed overzicht over het verloop van de verkiezingen. Het kabinet heeft de rapportage verwelkomd.

Voor Nederland is van belang dat de bestrijding van desinformatie primair een taak is van niet-gouvernementele actoren zoals onafhankelijke media, maatschappelijk middenveld, online platforms en wetenschappers. Als desinformatie wordt verspreid door statelijke (of daaraan gelieerde) actoren en de politieke of economische stabiliteit of nationale veiligheid bedreigen, is een reactie van nationale overheden wel gegrond. Daarbij moeten fundamentele rechten zoals de vrijheid van meningsuiting te allen tijde worden gewaarborgd.

De Europese Raad verwelkomde de aanname van het EU cybersancties regime, dat mede door Nederland geïnitieerd is. Dit regime maakt nu deel uit van een gezamenlijke diplomatieke EU-respons (instrumentarium voor cyberdiplomatie), waar Nederland zich sinds zijn EU-voorzitterschap in 2016 voor heeft ingezet. De Europese Raad riep lidstaten op verdere maatregelen te treffen om de veiligheidscultuur ten aanzien van cyber en hybride dreigingen te versterken, ter bescherming van de EU’s informatie en communicatienetwerken.

Extern

MH17

Tijdens de Europese Raad heeft Nederland aandacht gevraagd voor het feit dat komende maand het vijf jaar geleden is dat vlucht MH17 werd neergeschoten door een Russische BUK-raket. Hierbij kwamen alle 298 inzittenden, inclusief 196 Nederlanders om het leven. Ook wees Nederland op de persconferentie van het Joint Investigation Team (JIT) van 19 juni jl. waarin bekend werd gemaakt dat vier personen in staat van beschuldiging zijn gesteld. Nederland vroeg en kreeg brede steun in de Europese Raad, die tevens de Russische Federatie opriep zijn medewerking te verlenen aan het onderzoek en zijn vertrouwen uitsprak in de onafhankelijkheid en het professionalisme van het juridisch strafrechtelijk onderzoek en de juridische procedures die in het verschiet liggen.

Sancties Russische Federatie

De Europese Raad sprak tevens over de technische roll-over van de economische en financiële sancties tegen Rusland tot en met januari 2020. Vanwege het feit dat er nog steeds geen sprake is van volledige implementatie van de Minsk-akkoorden, stemde de Europese Raad, conform het Nederlandse standpunt, in met het verlengen van de sancties.

Straat van Kertsj

De Europese Raad riep de Russische Federatie op de Oekraïense zeelieden onvoorwaardelijk vrij te laten, de geconfisqueerde schepen te retourneren en vrije doorvaart door de Straat van Kertsj te garanderen.

Turkse gasproefboringsactiviteiten in de Oost-Middellandse Zee

De Europese Raad veroordeelde de recente, Turkse gasproefboringsactiviteiten in de Oost-Middellandse Zee, sprak daar zijn grote zorg over uit en betreurde het dat Turkije nog niet heeft gereageerd op de herhaalde oproepen van de Unie deze activiteiten te staken. De Europese Raad riep Turkije op terughoudendheid te betrachten, de soevereiniteit van Cyprus te respecteren, en sprak zijn steun uit voor Cyprus. De Europese Raad benadrukte de directe negatieve consequenties die deze illegale activiteiten hebben voor de EU-Turkse betrekkingen. De Europese Raad zal ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen en nodigde de Commissie en EDEO uit op korte termijn zorg te dragen voor de uitwerking van opties voor passende maatregelen, inclusief sancties.

Eurotop

En marge van de Europese Raad vond een Eurotop plaats, ter opvolging van de eerdere top op 14 december jl.

De Eurotop verwelkomde de progressie die is geboekt in de Eurogroep in inclusieve samenstelling van 13 en 14 juni 2019. Er was brede steun voor de voortgang in de aanpassingen van het ESM-verdrag conform de conclusies van de Eurotop van december jl en de wens om het gehele ESM-verdrag inclusief de onderliggende regelgeving in december 2019 af te ronden.

De Eurotop heeft kennis genomen van het akkoord in de Eurogroep ten aanzien van de kenmerken van het begrotingsinstrument voor convergentie en concurrentievermogen (BICC). Belangrijke elementen daarin zijn voor Nederland de nadruk op hervormingen en de aansluiting van de investerings- en hervormingsplannen op het Europese Semester. De Eurotop heeft verder, met het oog op het verzekeren van de autonome beslissingsbevoegdheid van de Eurozonelidstaten, de Eurogroep en de Commissie verzocht verder te werken aan alle openstaande onderhandelingspunten; de Eurotop heeft tevens de Eurogroep verzocht spoedig te rapporteren over de geschikte financieringsopties voor het instrument. Daarbij is aangegeven dat al deze elementen voortvarend opgepakt moeten worden om in staat te zijn de omvang van de BICC in de context van het volgende MFK vast te stellen. Nederland houdt daarbij vast aan financiering van het instrument onder het MFK.

Tenslotte wordt de Eurogroep gevraagd technisch verder te werken aan de versterking van de BankenUnie.

Brexit

In de conclusies van de ER Artikel 50 op 10 april jl. is opgenomen dat de EU27-regeringsleiders tijdens de ER Artikel 50 van juni een tussenstand opmaken van de vooruitgang van de onderhandelingen met het VK. Commissievoorzitter Juncker en ER-voorzittter Tusk konden kort zijn over de huidige situatie. Gezien de lopende procedure van verkiezing van een nieuwe leider van de Conservatieve partij, en daarmee van de leider van de Britse regering, is er sinds 10 april 2019 geen sprake geweest van verdere onderhandelingen. Beide voorzitters hebben bij de persconferentie na afloop van de ER aangegeven uit te kijken naar de samenwerking met de nieuwe VK regeringsleider. De doelstelling blijft te komen tot een terugtrekkingsakkoord dat zekerheid kan bieden aan betrokken burgers en het bedrijfsleven. Daarbij is nogmaals onderstreept dat over het terugtrekkingsakkoord niet meer zal worden onderhandeld. Wel kan nog worden gekeken naar de tekst van de politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen, als dit behulpzaam is voor het Britse interne parlementaire proces en past binnen de relevante eerdere posities en richtsnoeren van de ER Artikel 50. Ten slotte heeft Commissievoorzitter Juncker kort verwezen naar de voorbereidingen op EU niveau in het geval van «no deal» zoals ook vermeld in de laatste Commissie-Mededeling van 12 juni. Uw Kamer ontvangt nog voor het zomerreces een appreciatie van deze mededeling en de stand van zaken van de Nederlandse voorbereidingen.


  1. Zie https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2019/06/20/a-new-strategic-agenda-2019–2024/↩︎