Reactie op het verzoek van Karabulut, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 12 juni 2019, over de situatie van Nederlanders die zich in Turkije bevinden met een uitreisverbod
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2019D27403, datum: 2019-06-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-V-74).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 V-74 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2019Z13340:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2019-06-26 10:15: Debat over het bericht dat de fractievoorzitter van de SP Eindhoven wordt vastgehouden in Turkije (Plenair debat (debat)), TK
- 2019-06-26 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-07-04 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2019-09-04 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019
Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2019
Hierbij bied ik de reactie aan op het verzoek van de Kamer gedaan tijdens een ordedebat op 12 juni 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 92). U verzoekt mij om informatie over de situatie van Nederlanders die zich in Turkije bevinden met een uitreisverbod en welke stappen het kabinet onderneemt om de situatie van deze groep en in het bijzonder die van een Nederlandse man met tevens de Turkse nationaliteit, gemeenteraadslid te Eindhoven, te verbeteren.
Op dit moment bevinden zich in Turkije ongeveer 20 Nederlanders die in afwachting van hun rechtszaak of gerechtelijk onderzoek een uitreisverbod opgelegd hebben gekregen. Voor de genoemde zaak van het Eindhovense gemeenteraadslid en andere lopende zaken in Turkije en elders in de wereld blijft Nederland zich actief inspannen om succesvol consulaire bijstand te bieden, in lijn met de motie van het lid Karabulut zoals die door de Kamer is aangenomen (Kamerstuk 32 623, nr. 260).
Op grond van internationaal recht mag Nederland aan zijn gedetineerde onderdanen in het buitenland die daar prijs op stellen consulaire bijstand verlenen. Alle Nederlanders in Turkije met een consulaire hulpvraag kunnen dus bijstand verzoeken van de Nederlandse ambassade in Ankara of het consulaat-generaal in Istanboel. Ik verwijs graag naar mijn brief van 25 april jl. (2019D17598) voor een beschrijving van de inhoud van die bijstand voor gedetineerde burgers in Turkije. Overigens kan het feit dat Turkije in strafzaken tegen bipatride personen vaak alleen de Turkse nationaliteit erkent, de consulaire bijstand bemoeilijken, zoals dat ook in andere landen tot hindernissen kan leiden.
Nederlanders die in afwachting van hun rechtszaak of gerechtelijke onderzoek een uitreisverbod uit Turkije opgelegd hebben gekregen, kunnen ook een beroep doen op consulaire bijstand. Via regelmatig contact blijft de ambassade op de hoogte van hun situatie.
Ook betrokkene uit Eindhoven ontving vanaf het eerste begin bijstand. Na drie dagen in politie-detentie is hij voorwaardelijk vrijgelaten, zonder de mogelijkheid het land te verlaten, in afwachting van de lopende juridische procedure. De bijstand is ook daarna onverkort voortgezet.
Voor de groep burgers in deze bijzondere situatie, waarbij vertrek uit Turkije niet is toegestaan gedurende de juridische procedure, wordt bij herhaling aandacht gevraagd bij de Turkse autoriteiten, gericht op het bevorderen van voortvarendheid in de behandeling van lopende procedures.
Zoals eerder is benadrukt en in debatten met uw Kamer is gewisseld, kan Nederland zich niet inhoudelijk mengen in de rechtsgang in andere landen. Dit is een internationaal uitgangspunt dat Nederland naleeft. Dit uit respect voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht (ook in andere landen). Bovendien speelt wederkerigheid hierbij een rol.
De rechtsgang zal wel nauw worden gevolgd indien daartoe aanleiding is. Verder zal wanneer nodig via stille diplomatie aandacht worden gevraagd voor specifieke gevallen om het belang te signaleren dat Nederland hecht aan een snelle en eerlijke rechtsgang. Voor dit specifieke geval en andere consulaire gevallen is recent verschillende keren aandacht gevraagd, op hoog niveau, zowel in Turkije als in Nederland.
Nederland doet in het publieke domein geen uitspraken over deze zaken. Ten eerste om alle schijn van inhoudelijke bemoeienis te vermijden. Bovendien kent Nederland niet alle feiten, achtergronden en omstandigheden van het ten laste gelegde delict. Daarnaast bestaat het risico dat met een politieke boodschap een consulaire zaak juist in het politieke wordt getrokken, wat doorgaans niet in het belang is van de personen om wie het gaat. Voor het overbrengen van zorgen over democratie, mensenrechten en rechtsstaat zijn andere kanalen beschikbaar, bilateraal en multilateraal. Deze worden daartoe ook benut.
Om Nederlanders te wijzen op de Turkse wet- en regelgeving, vermeldt het reisadvies voor Turkije al geruime tijd dat de Turkse autoriteiten personen kunnen vervolgen die steun uitspreken voor organisaties die Turkije beschouwt als terroristisch, en dat dat ook geldt voor uitingen die in het buitenland zijn gedaan. Daarbij is aangevuld dat ook uitingen op sociale media (ook in het buitenland gedaan) gebruikt kunnen worden als aanleiding voor dergelijke vervolging.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok