Amendement van het lid Van Kooten-Arissen over een verbod op de jacht tijdens de broed- of zoogperiode
Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten in verband met de overgang van de Wet natuurbescherming naar de Omgevingswet (Aanvullingswet natuur Omgevingswet)
Amendement
Nummer: 2019D27508, datum: 2019-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34985-17).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. van Kooten-Arissen, Tweede Kamerlid (Ooit vKA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34985 -17 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten in verband met de overgang van de Wet natuurbescherming naar de Omgevingswet (Aanvullingswet natuur Omgevingswet) .
Onderdeel van zaak 2019Z13394:
- Indiener: F.M. van Kooten-Arissen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-07-02 15:10: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2019-07-04 13:26: Aanvang middagvergadering: Stemmingen (over alle punten van 2 en 3 juli) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 985 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten in verband met de overgang van de Wet natuurbescherming naar de Omgevingswet (Aanvullingswet natuur Omgevingswet)
Nr. 17 AMENDEMENT VAN HET LID VAN KOOTEN-ARISSEN
Ontvangen 26 juni 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 1.1, onderdeel O, wordt in het voorgestelde artikel 4.31, tweede lid, onder b, na «is toegestaan,» ingevoegd «waarbij geldt dat de uitoefening van de jacht op dieren niet is toegestaan tijdens de periode waarin het risico bestaat dat dieren broedend of zogend zijn,».
Toelichting
In dit amendement wordt een verbod op jagen in de broed- of zoogperiode van dieren geregeld. Per diersoort dient daartoe een zogenaamde schoontijd te worden ingesteld. Het vangen of doden van dieren in een kwetsbare periode, met het risico dat jonge dieren die afhankelijk zijn van zorg van hun moeder onverzorgd achterblijven en een hongerdood sterven is ethisch onverantwoord en in strijd met de wettelijke zorgplicht.
Van Kooten-Arissen