[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Van der Lee over het eerder in laten gaan van het verbod

Regels voor het produceren van elektriciteit met behulp van kolen (Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie)

Amendement

Nummer: 2019D27540, datum: 2019-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35167-9).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35167 -9 Regels voor het produceren van elektriciteit met behulp van kolen (Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie).

Onderdeel van zaak 2019Z13411:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 167 Regels voor het produceren van elektriciteit met behulp van kolen (Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie)

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER LEE

Ontvangen 26 juni 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 2 wordt na «Het is» ingevoegd «per 1 januari 2020».

II

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

1. In afwijking van artikel 2 is het verbod tot 1 januari 2024 niet van toepassing op een productie-installatie waarin voornamelijk hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd door middel van biomassa en waarin hernieuwbare warmte wordt geproduceerd.

2. Onze Minister kan na een melding van een vergunninghouder of netbeheerder dat de leveringszekerheid van elektriciteit in gevaar komt, het verbod, als bedoeld in artikel 2, tot 31 december 2020 niet van toepassing verklaren op een productie-installatie, tenzij het een productie-installatie betreft die:

a. een elektrisch rendement van minder dan 44% heeft;

b. waarin geen hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd door middel van biomassa, en

c. waarin geen hernieuwbare warmte wordt geproduceerd.

III

Artikel 3a vervalt.

Toelichting

In het voorliggende wetsvoorstel wordt geregeld dat de Nederlandse kolencentrales uiterlijk in 2024 sluiten, waarbij de Hemwegcentrale uiterlijk per 1 januari 2020 moet sluiten. Hoewel het definitief sluiten van de Nederlandse kolencentrales een zeer goed besluit is, is dit helaas niet voldoende om het doel voortkomend uit het Urgendavonnis te halen.

Hoewel de rechter in 2015 al een vonnis heeft geveld dat de Nederlandse Staat dwong om de Nederlandse broeikasgasuitstoot met 25% te verlagen in 2020 t.o.v. de uitstoot in 1990, is hier nauwelijks gehoor aan gegeven. Het PBL concludeerde in januari dit jaar dat dit doel niet binnen bereik is.1 Het kabinet moet nog steeds met maatregelen komen om dit doel te halen, terwijl het kabinet de facto nog slechts tot eind 2019 heeft om voldoende maatregelen te nemen. Had het kabinet in 2015 of de jaren daarna het Urgendavonnis serieus genomen en direct forse maatregelen genomen, dan was het doel nu wel binnen bereik geweest, Hoe langer men wacht, hoe lastiger en hoe ingrijpender de oplossingen worden.

In januari heeft Groenlinks een plan gepresenteerd om vier van de vijf kolencentrales te sluiten, door middel van beschikte subsidies voor biomassa.2 Hier heeft het kabinet geen gehoor aan gegeven. Dit amendement regelt de uitvoering van dit voorstel door alle kolencentrales in Nederland te sluiten op 1 januari 2020, behalve de Amercentrale waaraan middels het voorgestelde artikel 3, eerste lid, een overgangsperiode wordt geboden tot 1 januari2024.

In een rapport van CE Delft3 worden de effecten omschreven van het sluiten van drie extra kolencentrales, naast de Hemwegcentrale, op 1 januari 2020. Dit is een vergelijkbaar voorstel als het voorliggende amendement. Volgens dit rapport van CE Delft zal deze sluiting leiden tot 9 megaton minder CO2-uitstoot in 2020. De kabinetsreactie op dit rapport (Kamerstuk 32 813, nr.335) erkent dit grotendeels, maar noemt weglek als belangrijkste tegenargument. Het sluiten van deze kolencentrales zou in een Europese context leiden tot 5 megaton. Echter, voor het Urgendavonnis telt de netto nationale uitstoot. Hiervoor geldt dat het sluiten van de kolencentrales leidt tot een besparing van 9 megaton CO2-uitstoot per jaar. Ook is een besparing in de Europese context van 5 megaton CO2 per jaar zeker niet verwaarloosbaar. Bovendien moet er ook gekeken worden naar wat er gebeurt indien ook in Duitsland kolencentrales vervroegd sluiten, een scenario dat zeker niet ondenkbaar is. CE Delft laat zien dat in dat geval de besparing in Europese context stijgt naar meer dan 10 megaton per jaar in 2025.

In de kabinetsreactie wordt gesteld dat het een te optimistische inschatting is dat er voldoende extra gascentralecapaciteit is. Hierbij wordt voorbij gegaan aan de mogelijkheden die interconnectie biedt. CE Delft schat in dat indien tijdig, te weten nu, gestart wordt met het mobiliseren van extra capaciteit dit geen probleem is. De cijfers van TenneT onderschrijven dit. De Minister lijkt een andere mening toegedaan zijn dan de onderzoekers zonder dat er op de argumenten van de onderzoekers ingegaan wordt.

Om toch aan deze kabinetsreactie tegemoet te komen is in dit amendement een clausule opgenomen waarin wordt geregeld dat bij gevaar voor de leveringszekerheid van elektriciteit de sluiting van de kolencentrales kan worden uitgesteld naar 31 december 2020.

De indiener is zich ervan bewust dat het aannemen van dit amendement ingrijpend zal zijn. Er moeten echter ingrijpende maatregelen worden genomen om aan het rechterlijke vonnis te voldoen. Dit amendement zorgt ervoor dat aan dit vonnis wordt voldaan.


Van der Lee


  1. https://www.pbl.nl/publicaties/kortetermijnraming-voor-emissies-en-energie-in-2020↩︎

  2. https://groenlinks.nl/sites/groenlinks.nl/files/downloads/newsarticle/Notitie%20sluiten%20kolencentrales%20dmv%20beschikte%20biomassasubsidies.pdf↩︎

  3. https://www.ce.nl/publicaties/2301/effecten-van-sluiting-drie-extra-kolencentrales↩︎