[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de (Her)publicatie Wob-verzoeken Syrië (Kamerstuk 32623-266)

Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Lijst van vragen

Nummer: 2019D28028, datum: 2019-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D28028).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z11976:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D28028 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 12 juni 2019 inzake de (Her)publicatie Wob-verzoeken Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 266).

De voorzitter van de commissie,
Pia Dijkstra

De griffier van de commissie,
Van Toor

1 Bent u bereid, na het opnieuw openbaar maken van staatsgeheime informatie, na een intern onderzoek en daaruit getrokken lessen, een extern onderzoek in te stellen naar het opnieuw lekken, alsmede in bredere zin het functioneren van uw departement, waaronder het hoge ambtelijke niveau? Zo nee, waarom niet?
2 Binnen welke termijn verwacht u de opnieuw offline gehaalde Wob-documenten, waarin opnieuw staatsgeheime informatie geopenbaard is, opnieuw te publiceren?
3 Waarom openbaart het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw staatsgeheime informatie, die het de Kamer steevast onthoudt en daarmee een publiek debat ernstig belemmert?
4 Klopt het dat er naar aanleiding van de tweede ronde lekken op 21 juni 2019 nu externe technische expertise ingezet wordt om staatsgeheime informatie te controleren? Welke «externe technische expertise» betreft dit?
5 Bent u, gezien de eerder gemaakte interne evaluatie niet heeft geleid tot het voorkomen van het wederom lekken van staatsgeheime informatie, voornemens een externe partij te laten evalueren hoe er in deze zaak is omgegaan met de Wob-verzoeken?
6 Hoeveel lopende nog niet afgeronde Wob-verzoeken heeft het ministerie op dit moment in behandeling? Hoeveel van deze Wob-verzoeken betreffen informatieverzoeken waarbij staatsgeheime informatie gelakt dient te worden?
7 Welke aanvullende directe maatregelen heeft u genomen n.a.v. de tweede ronde lekken op 21 juni 2019 om het lekken van staatsgeheime informatie te voorkomen?
8 Zijn er mensen in gevaar gekomen en zijn afspraken met bondgenoten geschaad, doordat er twee keer staatsgeheime informatie rond het Non-Lethal Assistance (NLA)-programma gecompromitteerd is? Zo ja, welke verdere informatie heeft het ministerie hierover?
9 Heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken contact opgenomen met gesteunde groepen of bedrijven van wie de rol in het NLA-programma gecompromitteerd is geraakt in het eerste en tweede lek?
10 Zijn er onderwerpen binnen de NLA-documenten, anders dan de namen van de door Nederland gesteunde groepen en informatie over hun locaties, die later dan bij aanvang in 2015 van het programma als staatsgeheim zijn gekwalificeerd? Zo ja, om welke reden? Zo ja, wanneer? Zo ja, op wiens instigatie?
11 Zijn er, nadat u geïnformeerd werd over de aanstaande publicatie van de NLA-stukken op 8 november 2018, nog aanpassingen gemaakt aan de publicatie? Zo ja, welke?
12 Hebben de Minister of ambtenaren op het directoraat generaal politieke zaken, op enig moment geïntervenieerd in het proces van het rubriceren dan wel het derubriceren van bepaalde informatie in de Wob-publicatie omtrent NLA? Zo ja, wanneer? Zo ja, op welke wijze?
13 Is het waar dat namen van bedrijven die betrokken waren bij de uitvoering van het NLA-programma, gewoon in de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken terug te vinden waren? Zo ja, waarom is deze vertrouwelijke en/of staatsgeheime informatie op deze wijze openbaar?
14 Is het waar dat Nieuwsuur, toen het vorige zomer begon met research naar het NLA-programma, plotsklaps door Buitenlandse Zaken werd verteld dat veel informatie «staatsgeheim» was verklaard, terwijl het daarvoor slechts «vertrouwelijk» was, een heel andere kwalificatie (https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2274018-van-de-hoofdredactie-staatsgeheim-makkelijk-middel-om-informatie-achter-te-houden.html)? Hoeveel informatie, zoals overdrachtsbewijzen, is met terugwerkende kracht door u tot staatsgeheim verklaard?
15 Klopt het dat er geen afspraken zijn gedocumenteerd met de VS over het NLA-programma? In hoeverre zijn er verplichtingen richting de VS over geheimhouding van de namen van door Nederland gesteunde rebellengroepen?
16 Heeft consultatie met buitenlandse partners plaatsgevonden, naar aanleiding van de Wob-verzoeken, over de mogelijke consequenties van eventuele openbaarmaking van de betreffende informatie, conform artikel 10 lid 2 onder a van de Wet Openbaarheid Bestuur? Zo ja, met welke en wat was de uitkomst hiervan? Zo nee, waarom niet?
17 Zijn er nieuwe lakhandelingen verricht ná het verschijnen van het rapport van de Commissie van Onderzoek? Hoeveel blunders zijn er daarna ontdekt?
18 Hoe kwalificeert u 300 aanvullende lakhandelingen? Hoeveel staatsgeheime informatie heeft u dus op 20 november 2018 openbaar gemaakt? Is er meer misgegaan dan alleen het lekken van een paar namen?
19 Herinnert u zich het IOB-onderzoek naar stabilisatieprogramma's in Syrië, waarin het volgende staat over de NLA in het noorden: «While the Dutch contribution was coordinated with the US, there is no wider donor coordination regarding the type and amount of support given, nor any exchange of information»? Zijn er afspraken met de VS over geheimhouding? Zo nee, waarom verschuilt u zich achter staatsgeheimen als bij het programma in het noorden geen sprake was van enige informatieuitwisseling en er, behalve enige coördinatie met de VS, geen enkele coördinatie plaatsvond met andere donoren?
20 Bent u bereid een verzoek te doen aan bij het NLA-programma betrokken bondgenoten of zij bezwaar hebben tegen openbaarmaking van namen en locaties van rebellengroepen die door Nederland gesteund zijn? Zo nee, waarom niet?
21 Wanneer kan het Ministerie van Buitenlandse Zaken de Tweede Kamer informeren over wat de verdere stappen – met behulp van externe expertise – zijn?
22 Bent u bereid een externe commissie onderzoek te laten doen naar uw – ter discussie staande – gebruik van het staatsgeheim in het NLA-dossier? Zo nee, waarom niet?
23 Op welke wijze heeft Nederland met de VS samengewerkt bij het NLA-programma? Betrof dit alleen de vettingprocedure van rebellengroepen? Of was sprake van meer coördinatie?
24 Denkt u dat president Trump, die alle steun aan door zijn voorganger Obama gesteunde Syrische rebellengroepen gestopt heeft, bezwaar zou hebben tegen het openbaar maken van rebellengroepen die Nederlandse NLA ontvangen hebben? Bent u bereid dit na te vragen?
25

Herinnert u zich de volgende bevinding van de Commissie Davids, die onderzoek gedaan heeft naar de voorbereiding en besluitvorming over de politieke steun van Nederland aan de inval in Irak in de periode zomer 2002 tot zomer 2003: «Overigens merkt de Commissie op dat in Nederland, daargelaten de toepassing van de Archiefwet, niet – zoals in veel landen daarbuiten wel het geval is – een stelsel wordt gehanteerd waarin na verloop van zekere tijd een toetsing plaatsvindt of een rubricering versoepeld of opgeheven kan worden door derubricering. De Commissie heeft in als staatsgeheim gerubriceerde documenten inzage gehad waarvan zij zich heeft afgevraagd welke de redelijke zin nog kan zijn van de daaraan gehechte rubricering. Geschiedschrijving en waarheidsvinding wordt hiermee zonder voldoende grond belemmerd.» (blz. 31–32).

– Erkent u dat u dat geschiedschrijving, waarheidsvinding en het afleggen van publieke verantwoording over het NLA-programma door het gebruik van staatsgeheim mogelijk zonder voldoende grond kan worden belemmerd?

– Bent u, in plaats van steeds meer informatie (soms met terugwerkende kracht) te rubriceren als staatsgeheim, over te gaan tot zoveel mogelijk derubricering?

– Bent u bereid, naar voorbeeld van andere landen, een stelsel in te voeren waarin na verloop van zekere tijd een toetsing plaatsvindt of een rubricering versoepeld of opgeheven kan worden door derubricering? Zo nee, waarom niet?

26 Bent u bereid alle archieven inzake het NLA-programma, inclusief alle staatsgeheime documenten, open te stellen voor onderzoek door een externe commissie, zoals de AIV en CAVV? Zo nee, waarom niet?
27 Bent u, nu er opnieuw staatsgeheime informatie openbaar gemaakt is door Buitenlandse Zaken, wél onderzoek in te stellen naar apparatuur, zoals op pagina 9 van het rapport van de Commissie van Onderzoek staat? Zo nee, waarom weigert u een meer ingrijpende onderzoeksmethode?
28 Is er, nu er opnieuw staatsgeheime informatie geopenbaard is door Buitenlandse Zaken, opnieuw sprake van «menselijke fouten»? Heeft u de aanbevelingen van de Commissie van Onderzoek niet volledig uitgevoerd? Wat is de oorzaak van dit nieuwe falen?
29 Herinnert u zich het rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten CTIVD inzake de rol van de MIVD en de AIVD bij een evacuatiemissie in Libië (32709–8), waarin zeer uitgebreid ingegaan is op de rol van inlichtingendiensten bij het helikopterdrama in Libië? Waarom kon er toen wél openheid van zaken worden gegeven, nota bene over de mislukte uitvoering van een speciale operatie, en blijft u zich nu bij het NLA-programma verschuilen achter staatsgeheimen?
30 Zijn er, nu er voor de tweede keer staatsgeheime informatie geopenbaard wordt, aanwijzingen dat dit bewust plaatsvindt vanuit het departement omdat de Minister geen openheid van zaken richting de media en de Kamer wil geven?
31 Bent u bereid alsnog antwoord te geven op de eerder gestelde vraag 5 bij het Onderzoek naar compromittering staatsgeheime informatie in Wob-publicatie (32 623, nr. 257): «Waarom heeft u, in het licht van de politieke gevoeligheid van het NLA-programma en de grote hoeveelheid Kamervragen, besloten om Wob-verzoeken te laten behandelen door ambtenaren die geen kennis van rubricering, noch ervaring hadden met Wob-verzoeken?»
32 Overweegt u disciplinaire maatregelen binnen uw departement, nu er voor de tweede keer staatsgeheime informatie op straat is beland, zelfs na het rapport van de Commissie van Onderzoek? Zo nee, waarom niet?
33 Heeft u de herpublicatie van de Wob-documenten bewust over de verkiezingen voor het Europees parlement heen getild, aangezien u per brief 9 mei (Kamerstuk 32 623, nr. 257) meldde dat herpublicatie uiterlijk zou plaatsvinden binnen twee weken? Welke extra zorgvuldigheid is betracht waardoor er meer vertraging kwam, en met welk effect, nu u wéér staatsgeheimen geopenbaard heeft?
34 Waarom bent u tot herpublicatie van de Wob-documenten overgegaan, terwijl de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie van Onderzoek pas in het najaar zullen zijn doorgevoerd?
35 Hoe verhoudt zich uw bewering dat NLA bedoeld was om weerstand te kunnen bieden tegen extremisme tot de geopenbaarde samenwerking van rebellengroepen met extremistische groeperingen als Ahrar al-Sham? In hoeverre heeft het NLA-programma extremistische groeperingen door deze coalities juist versterkt?
36 Zijn er leveringsdocumenten en/of overdrachtsbewijzen waarin expliciet staat dat NLA-goederen niet offensief ingezet mochten worden door NLA-ontvangers?
37 Hoe beoordeelt u de situatie dat alle NLA-steun van Nederland na het stopzetten van het programma, in handen is van rebellengroepen die ermee kunnen doen wat ze willen, mogelijk overgenomen is door extremistische groepen, ingezet wordt tegen de Koerden, zonder dat Nederland nog enige controle of zeggenschap heeft?
38 Bent u bereid NLA-goederen terug te vorderen bij de door Nederland gesteunde rebellengroepen? Zo nee, waarom niet?
39 Zijn of worden er extra maatregelen ingesteld nadat de herpublicatie van de Wob-verzoeken ook foutief bleek te zijn? Zo nee; hoe wordt de zorgvuldigheid bij toekomstige Wob-verzoeken gewaarborgd?
40 Heeft het Ministerie (extra) veiligheidsmaatregelen moeten treffen door de foutieve publicatie?
41 Waarom is maximale zorgvuldigheid niet voldoende om de wob-verzoeken juist te verwerken?
42 Kan het kabinet garanderen dat door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gepubliceerde staatsgeheimen niet meer toegankelijk zijn via andere bronnen dan de rijksoverheid website?
43 Heeft Nederland een verantwoordelijkheid onder nationaal en/of internationaal recht richting de mensen die direct en/of indirect gevaar lopen door het publiceren van staatgeheimen?
44 Voldoen de ICT-middelen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om grootschalige Wob-verzoeken te verwerken?
45 Welke aanbevelingen van het onderzoeksrapport «onderzoek naar compromittering van Stg. Informatie in wob-publicatie» (24 april 2019) zijn al overgenomen en geïmplementeerd?
46 Wordt een Wob-functionaris als mogelijke nieuwe functie in overweging genomen?
47 Kunt u – in het belang van onze democratie – open zijn over de reeds gepubliceerde staatsgeheimen richting de Tweede Kamer?
48 Neemt u in overweging om de reeds gepubliceerde staatsgeheimen alsnog te publiceren op de rijksoverheid website?