Reactie op het verzoek van het lid De Roon, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 4 juni 2019, over uitspraken van de minister-president van Maleisië over het justitieel onderzoek inzake vlucht MH-17 (Rd.nl, 31 mei 2019) en beantwoording vragen commissie over het dossier MH-17
Vliegramp MH17
Brief regering
Nummer: 2019D28267, datum: 2019-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33997-141).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 33997 -141 Vliegramp MH17.
Onderdeel van zaak 2019Z13760:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-07-04 14:10: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-12 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-10-01 19:15: Debat over de vervolging van vier verdachten voor betrokkenheid bij het neerhalen van de MH17 (Plenair debat (debat)), TK
- 2019-10-02 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
33 997 Vliegramp MH17
Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2019
Hierbij bied ik uw Kamer, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden op de feitelijk vragen van de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid over het dossier MH17 (ingezonden 6 juni 2019) en het verzoek van de VKC JenV over uitspraken van de Minister-President van Maleisië over het justitieel onderzoek inzake vlucht MH-17 (Handelingen II 2018/19, nr. 88, item 18).
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
1. Wat is de reactie van Maleisië nadat onze regering opheldering heeft gevraagd over de recente uitspraken van de Minister-President van dat land, waarin hij de onafhankelijkheid van het justitieel onderzoek MH-17 in twijfel trekt. Wat is uw appreciatie?
De Maleisische Minister-President heeft op 30 mei jl. tijdens een persconferentie in Tokio, en op 20 juni jl. na de bekendmaking van de vervolgingsbeslissing door het JIT, uitspraken gedaan die tot teleurstelling en verwarring bij de nabestaanden hebben geleid. Het kabinet heeft de Maleisische autoriteiten na beide momenten meteen via diplomatieke kanalen om opheldering gevraagd, meest recent tijdens een gesprek van de Minister van Buitenlandse Zaken met de Maleisische Minister Saifuddin op 20 juni jl.
Ondanks de uitspraken van Minister-President Mahathir stelden Maleisische gesprekspartners, zowel in diplomatieke contacten als in het kader van het Joint Investigation Team (JIT) waar Maleisië deel van uitmaakt, dat Maleisië onverminderd achter het werk van het JIT staat. Tijdens de persconferentie op 19 juni was Maleisië prominent op het podium vertegenwoordigd als onderdeel van het JIT. De Maleisische vertegenwoordiger onderschreef ook hier de conclusies van het JIT. Op 20 juni is de VN-Veiligheidsraad per brief van Nederland, mede namens Maleisië en de andere JIT-landen, geïnformeerd over de aankondiging van het JIT dat vier verdachten strafrechtelijk vervolgd zullen worden in verband met het neerhalen van vlucht MH17. In deze brief aan de Veiligheidsraad is ook benoemd dat Rusland niet adequaat en/of onvolledig heeft meegewerkt aan rechtshulpverzoeken die zijn gedaan in het kader van het lopende onderzoek. De Maleisische ambassadeur in Nederland stuurde op 20 juni tevens een brief aan de nabestaanden waarin het JIT-commitment van Maleisië werd bevestigd.
Hoewel er naar inschatting van het kabinet aan de concrete Maleisische medewerking in JIT-verband en aan de officiële positie van Maleisië niets veranderd lijkt, begrijpt het kabinet dat de uitspraken van Minister-President Mahathir vragen hebben opgeroepen, in de eerste plaats bij de nabestaanden, over het commitment van Maleisië aan het strafrechtelijk onderzoek van het JIT. Het kabinet betreurt deze verwarring, en zal in de contacten met Maleisië het belang van ondubbelzinnige communicatie over het commitment van Maleisië aan het JIT onder de aandacht blijven brengen.
2. Klopt het, zoals de Minister-President van Maleisië suggereerde, dat Maleisië niet mocht deelnemen aan het onderzoek van de black box(en) van het vliegtuig? Zo ja, waarom mocht dat niet? Zou Maleisië alsnog in de gelegenheid kunnen worden gesteld zo’n onderzoek uit te laten voeren door een onafhankelijke onderzoeker, zoals die Minister-President heeft geopperd?
De Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) heeft destijds onderzoek gedaan naar de toedracht van de ramp met vlucht MH17. Hierbij is ook onderzoek gedaan naar de vluchtrecorders (zwarte dozen) van het vliegtuig. Het onderzoek is in 2015 reeds afgerond en heeft conform alle ICAO-normen plaatsgevonden. Uit het rapport van de OVV blijkt dat ook Maleisische experts bij de totstandkoming van het rapport betrokken zijn geweest. Ten aanzien van de overdracht van de vluchtrecorder wordt in het rapport van eerste bevindingen van de OVV van september 2014 in paragraaf 2.9 beschreven dat de vluchtrecorder aan een Maleisische functionaris is overgedragen die hem op zijn beurt aan de OVV heeft overgedragen.
De conclusies van het onderzoek van de OVV naar de toedracht van de crash zijn internationaal breed geaccepteerd.
3. De Minister-President van Maleisië heeft ook geopperd, dat de BUK-raket waarmee MH-17 is neergeschoten uit de Oekraïne kwam en niet uit Rusland. Kunt u uitsluiten dat de raket uit Oekraïens arsenaal afkomstig was?
Alle relevante informatie betreffende de herkomst van het wapensysteem waarmee vlucht MH17 is neergehaald, wordt onderzocht. Op basis van de beschikbare informatie blijft het kabinet ervan overtuigd dat de inzet van een wapensysteem van de 53e brigade van het Russische leger heeft geleid tot het neerhalen van vlucht MH17.
4. Wat is de voortgang van het justitieel onderzoek? Is er vooruitzicht op het aanwijzen van een of meer verdachten
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de brief die op 19 juni 2019 naar uw Kamer is verstuurd (Kamerstuk 33 997, nr. 140).
5. Waarom deed Maleisië niet, samen met Nederland en Australië, mee aan het aansprakelijk stellen van Rusland?
Nederland en Australië hebben alle landen die slachtoffers te betreuren hebben, waaronder Maleisië, op de hoogte gesteld van de stap om Rusland aansprakelijk te stellen onder internationaal recht. Nederland en Australië blijven hierover in contact met de andere «Grieving Nations». Het is aan elk land om een eigen afweging te maken over het al dan niet meedoen in een aansprakelijkstelling.
6. Wat betekenen de uitspraken van de Minister-President van Maleisië voor de samenwerking van de getroffen landen?
De uitspraken van de Maleisische Minister-President hebben vooralsnog geen gevolgen gehad voor de samenwerking van de getroffen landen. Onlangs waren vertegenwoordigers van justitiële autoriteiten van de landen die slachtoffers vanwege het neerhalen van MH17 hebben te betreuren, bijeen in Den Haag. Deze landen, waaronder Maleisië, hebben daar hun verbondenheid in deze zaak uitgesproken voor de komende jaren.
7. Wat zijn de gevolgen voor de relatie tussen Nederland en Maleisië?
Aangezien de Maleisische medewerking aan het JIT niet veranderd lijkt, en ook de Maleisische regering de bevindingen formeel onderschrijft (zie ook antwoord op vraag 1), zijn gevolgen voor de relatie tussen Nederland en Maleisië op dit moment niet aan de orde. Overigens onderhouden Nederland en Maleisië goede betrekkingen, hetgeen bevestigd werd tijdens het bezoek van Minister Blok aan Maleisië op 28 maart jl.