Incidentele suppletoire begroting 2019 inzake Urgenda
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D28290, datum: 2019-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32813-340).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -340 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z13774:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-07-02 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-07-02 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-07-11 12:00: Incidentele suppletoire begroting 2019 inzake Urgenda (TK 32813-340) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 340 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2019
Hierbij bied ik u de incidentele suppletoire begrotingen 2019 aan inzake de budgettaire verwerking van de middelen uit de begrotingsreserve Maatregelen CO2-reductie. Het gaat om de incidentele suppletoire begrotingen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)(Kamerstuk 35 234), het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII)(Kamerstuk 35 235), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII)(Kamerstuk 35 236) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV)(Kamerstuk 35 237). U bent op 28 juni jl. met de Kamerbrief betreffende «Uitvoering Urgenda-vonnis» (Kamerstuk 32 813, nr. 341) over de aanvullende maatregelen geïnformeerd die het Kabinet treft voor de uitvoering van het Urgenda-vonnis. Budgettaire verwerking van die maatregelen vindt plaats met de incidentele suppletoire begrotingen.
In onderstaande overzichtstabel is de verdeling van het budget over de verschillende departementen en over de verschillende jaren opgenomen. Met de Kamerbrief over de aanvullende maatregelen, onderstaande overzichtstabel en de onderliggende incidentele suppletoire begrotingen wordt voldaan aan de motie van de leden Leijten en Nijboer (Kamerstuk 35 095, nr. 9).1
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK, VII) | 35,00 | 148,00 |
Infrastructuur en Waterstaat (IenW, XII) | 7,55 | 78,451 |
Economische Zaken en Klimaat (EZK, XIII) | 114,40 | 23,50 |
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV, XIV) | 14,00 | 74,50 |
Totaal | 170,95 | 324,45 |
1 Onderdeel hiervan is een kadercorrectie, omdat niet alle maatregelen aan de uitgavenkant van de begroting plaatsvinden. Voor die maatregelen wordt een kadercorrectie van de uitgavenkant naar de inkomstenkant doorgevoerd. |
Met de incidentele suppletoire begrotingen worden de bedragen voor het jaar 2019 en 2020 budgettair verwerkt. Via de incidentele suppletoire begrotingen worden de geplande onttrekkingen aan de begrotingsreserve Maatregelen CO2-reductie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) geraamd. De bedragen die door andere departementen dan EZK worden besteed worden overgeheveld naar de desbetreffende departementale begrotingen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Deze motie stelt dat er voor de besluitvorming over de besteding van de begrotingsreserve «Maatregelen CO2-reductie» een overzicht van de voorgenomen besteding aan de Kamer gestuurd wordt, zodat zij hierover nog van gedachten kan wisselen voordat er geld uit de begrotingsreserve onomkeerbaar wordt ingezet.↩︎