[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda)

Memorie van toelichting

Nummer: 2019D28303, datum: 2019-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35235-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35235 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda).

Onderdeel van zaak 2019Z13769:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 235 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van Infrastructuur en Waterstaat.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

B. BEGROTINGSTOELICHTING

a. Inhoudelijke toelichting

Het kabinet heeft besloten extra middelen beschikbaar te stellen om versneld te werken aan reducering van broeikasgasuitstoot. Hiervoor worden de beschikbare middelen op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat uit de begrotingsreserve Maatregelen CO2-reductie ingezet. In onderstaande overzichtstabel is de verdeling van het budget over de verschillende departementen en over de verschillende jaren opgenomen.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK, VII) 35,00 148,00
Infrastructuur en Waterstaat (IenW, XII) 7,55 78,451
Economische Zaken en Klimaat (EZK, XIII) 114,40 23,50
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV, XIV)) 14,00 74,50
Totaal 170,95 324,45
1 Onderdeel hiervan is een kadercorrectie, omdat niet alle maatregelen aan de uitgavenkant van de begroting plaatsvinden. Voor de uitbreiding van de fiscale regelingen MIA/VAMIL in 2020 ten behoeve van circulaire technieken of bedrijfsmiddelen worden extra middelen beschikbaar gesteld (€ 14,7 miljoen). De MIA/VAMIL zijn gebudgetteerde fiscale regelingen en vallen als zodanig onder het inkomstenkader. Omdat verwacht wordt dat middels deze regeling kostenefficiënt CO2-reductie kan worden gerealiseerd in 2020 is besloten om een deel van het budget uit de begrotingsreserve voor CO2 reductie te gebruiken om deze regeling op te hogen middels een kadercorrectie van de Rijksbegroting. Het uitgavenplafond wordt met eenzelfde bedrag verlaagd. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is beleidsverantwoordelijk voor de MIA- en VAMIL-regeling. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Belastingdienst voeren de MIA en VAMIL uit.

Met de incidentele suppletoire begrotingen worden de bedragen voor het jaar 2019 en 2020 budgettair verwerkt. Via de incidentele suppletoire begrotingen worden de geplande onttrekkingen aan de begrotingsreserve Maatregelen CO2-reductie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) geraamd. De bedragen die door andere departementen dan EZK worden besteed worden overgeheveld naar de desbetreffende departementale begrotingen.

De begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verhoogd met een bedrag van in totaal € 71,3 miljoen, waarvan € 7,55 miljoen in 2019 en € 63,75 miljoen in 2020. Deze middelen worden als volgt verdeeld over de volgende beleidsartikelen:

– Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid – met € 6,0 miljoen

– Artikel 21 Duurzaamheid – met € 65,3 miljoen

Onderstaand treft u voor de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat per begrotingsartikel een toelichting aan bij de financiële instrumenten. De stand vastgestelde begroting 2019 is inclusief de nota van wijziging (NvW)1 en de stand 1e suppletoire begroting 2019. Voor tijdige realisatie van de maatregelen zullen in 2019 al zoveel als mogelijk verplichtingen worden aangegaan voor uitvoering van de projecten.

Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

14.01 Netwerk

Opdrachten

De uitgaven voor het opdrachtenbudget op dit artikelonderdeel worden verhoogd met € 2,55 miljoen in 2019 en met € 3,45 miljoen in 2020. De Urgenda-middelen voor artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid worden ingezet om de gedragsmaatregelen naar duurzame mobiliteit versneld in gang te zetten. Hiermee worden onder andere de (intensivering van de) campagnes «Band op Spanning» en «Het Nieuwe Rijden» en het versterken van overige gedragsmaatregelen en communicatieactiviteiten gefinancierd.

Artikel 21 Duurzaamheid

21.05 Duurzame productketens

Opdrachten

De uitgaven voor opdrachten duurzame productketens op dit artikelonderdeel worden in 2020 verhoogd met € 0,3 miljoen. Dit betreft uitvoeringkosten voor RVO voor de ophoging van de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) om extra ruimte te bieden aan het MKB om technieken, bedrijfsmiddelen en initiatieven die bijdragen aan de circulaire economie te stimuleren. De ophoging van de MIA/VAMIL regeling wordt extracomptabel zichtbaar in de begroting van IenW en verantwoord in de budgettaire nota’s van de Minister van Financiën.

Subsidies

De uitgaven voor subsidies duurzame productketens op dit artikelonderdeel worden verhoogd met € 3 miljoen in 2019 en € 44,5 miljoen in 2020. Het betreffen twee soorten uitgaven die lopen via een gerichte ophoging van de Demonstratieregeling Energie- en klimaatinnovaties (DEI+), te weten:

– Stimulering van Recycling en biobased kunststoffen en textiel (in 2019 € 1 miljoen en in 2020 € 21,5 miljoen).

– Stimulering van CO2-reducerende maatregelen Circulaire Economie (in 2019 € 2 miljoen en in 2020 € 23 miljoen).

Minder gebruik van plastics en textiel levert direct een vermindering op van de afvalstroom. Gewenste situatie is dat nieuwe technische en logistieke systemen worden ontwikkeld waardoor minder plastic en textiel gebruikt hoeft te worden waarmee de CO2-uitstoot kan worden teruggedrongen. Ook kan met meer sortering, mechanische en chemische recycling van afgedankte fossiele plastics en textiel en recycling van bioplastics de hoeveelheid plastic dat nu nog in de verbrandingsoven belandt (en dus CO2-uitstoot in Nederland veroorzaakt) worden teruggedrongen. Met een gerichte ophoging van de DEI+ regeling kunnen initiatieven en investeringen hiertoe worden ondersteund.

Artikel 21.06 Natuurlijk kapitaal

Opdrachten

De uitgaven voor uitvoering natuurlijk kapitaal op dit artikelonderdeel worden verhoogd met € 2 miljoen in 2019 en € 15,5 miljoen in 2020. De uitgaven betreffen CO2-reducerende maatregelen in de Grond- Weg- en Waterbouw (GWW).

– GWW-maatregelen bij Rijkswaterstaat (in 2019 € 1 miljoen en in 2020 € 6,5 miljoen).

– GWW-maatregelen bij decentrale overheden via een tender, ondersteund door RVO (in 2019 € 1 miljoen en in 2020 € 9 miljoen).

b. Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Verplichtingen 76.987 98.022 2.550 100.572 3.450
Uitgaven 93.317 112.610 2.550 115.160 3.450
Waarvan juridisch verplicht 84% 87% 85%
14.01 Netwerk 76.797 96.090 2.550 98.640 3.450
14.01.01 Opdrachten 24.301 26.949 2.550 29.499 3.450
– Beter Benutten 7.402 11.052 11.052
– BOA wegverkeersbeleid 2.350 1.436 1.436
– Wegverkeersbeleid 1.296 2.210 2.210
– Overige Opdrachten 13.253 12.251 2.550 14.801 3.450
14.01.02 Subsidies 42.816 39.604 39.604
– Overige Subsidies 650 750 750
– Sub.DUMO 42.166 38.854 38.854
14.01.03 Bijdragen aan agentschappen 9.680 14.135 14.135
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 4.724 4.724 4.724
– Waarvan bijdrage aan agentschap NEa 2.122 3.122 3.122
14.01.04 Bijdragen aan medeoverheden 15.202 15.202
– Waarvan bijdrage aan Caribisch Nederland 15.202 15.202
14.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties 200 200
14.02 Veiligheid 16.520 16.520 16.520
14.02.01 Opdrachten 6.606 6.534 6.534
– Opdrachten Verkeersveiligheid 6.606 6.534 6.534
14.02.02 Subsidies 8.370 8.370 8.370
– VVN 3.736 3.736 3.736
– SWOV 3.869 3.869 3.869
– Overige Subsidies 765 765 765
14.02.03 Bijdragen aan agentschappen 597 669 669
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 597 669 669
14.02.05 Bijdragen aan internationale organisaties 30 30 30
– Euro NCAP 30 30 30
14.02.06 Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s 917 917 917
– CBR 917 917 917
Ontvangsten 6.782 7.004 7.004

Artikel 21 Duurzaamheid

Verplichtingen 50.173 35.383 5.000 40.383 60.300
Uitgaven 49.962 34.951 5.000 39.951 60.300
waarvan juridisch verplicht 84% 84% 81%
21.04 Duurzaamheidsinstrumentarium 1.188 168 168
21.04.01 Opdrachten 1.188 168 168
21.04.03 Bijdrage aan agentschappen
– waarvan bijdrage aan RWS
21.05 Duurzame Productketens 42.936 33.902 3.000 36.902 44.800
21.05.01 Opdrachten 21.003 16.110 16.110 300
– Uitvoering Duurzame productketens 10.119 7.098 7.098 300
– Caribisch Nederland afvalbeheer
– Transitie inkopen 7.500 5.600 5.600
– Overige opdrachten 3.384 3.412 3.412
21.05.02 Subsidies 14.216 6.962 3.000 9.962 44.500
– Caribisch Nederland afvalbeheer 3.559
– Chemische recycling kunststoffen 10.000 4.456 4.456
– Overige subsidies 657 2.506 3.000 5.506 44.500
21.05.03 Bijdrage aan agentschappen 7.247 6.801 6.801
– waarvan bijdrage aan RWS 7.247 6.801 6.801
21.05.04 Bijdrage aan medeoverheden 3.559 3.559
– Caribisch Nederland afvalbeheer 3.559 3.559
21.05.06 Bijdrage aan ZBO en RWT 470 470 470
21.06 Natuurlijk kapitaal 5.838 881 2.000 2.881 15.500
21.06.01 Opdrachten 5.838 881 2.000 2.881 15.500
– Innovaties bouw 5.000
– Overige opdrachten 838 881 2.000 2.881 15.500
21.06.02 Subsidies
21.06.03 Bijdrage aan agentschappen
– waarvan bijdrage aan RWS
21.07 Duurzame mobiliteit
21.07.01 Opdrachten
21.07.02 Subsidies
21.07.03 Bijdrage aan agentschappen
– waarvan bijdrage aan RWS
Ontvangsten

  1. Zie kamerstuk 35 000-XII nr. 6↩︎