Motie van het lid Van Meenen over onderzoeken of de ondergrens van solvabiliteit kan worden verlaagd
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Motie
Nummer: 2019D28674, datum: 2019-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-758).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -758 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z13935:
- Indiener: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-07-01 11:00: Herziening bekostigingssystematiek hoger onderwijs en onderzoek (Notaoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-07-04 13:26: Aanvang middagvergadering: Stemmingen (over alle punten van 2 en 3 juli) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 758 MOTIE VAN HET LID VAN MEENEN
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 1 juli 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de commissie-Van Rijn constateert dat universiteiten te hoge reserves c.q. een te hoge solvabiliteit aanhouden en oproept hiervoor een bovengrens te hanteren;
overwegende dat ook de huidige ondergrens van solvabiliteit waarna universiteiten onder verscherpt financieel toezicht komen te staan, hoog is;
overwegende dat universiteiten bij lange na nog niet in financiële problemen komen als de huidige ondergrens wordt onderschreden;
verzoekt de regering, te onderzoeken of de ondergrens van solvabiliteit op een verantwoorde manier kan worden verlaagd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Meenen