[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Özütok, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 5 juni 2019, over het bericht ‘Nauwelijks rem op inhuur dure ict'er’

Vernieuwing van de rijksdienst

Brief regering

Nummer: 2019D28927, datum: 2019-07-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31490-254).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31490 -254 Vernieuwing van de rijksdienst.

Onderdeel van zaak 2019Z14066:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 254 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2019

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 5 juni 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 89, item 6) heeft uw Kamer verzocht om een brief over de toegenomen externe inhuur van (ICT-)personeel en het overschrijden van de norm voor uitgaven aan externen bij zes ministeries, naar aanleiding van een artikel in het Algemeen Dagblad1. Dat artikel baseert zich op cijfers uit de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2018 die ik u op 15 mei 2019 heb toegestuurd2.

Ik ben me bewust van de toegenomen uitgaven voor externe inhuur van (ICT) personeel. In de voorliggende brief ga ik in op de context van deze (toegenomen) uitgaven en wat ik hierop vanuit mijn positie (reeds) onderneem.

Context (toegenomen) uitgaven aan extern personeel

Roemernorm

De uitgaven aan externe inhuur zijn genormeerd op 10% van de totale personeelsuitgaven. Dit is de zogeheten Roemernorm. In het geval dat deze norm op departementaal niveau wordt overschreden, is het uitgangspunt «comply-or-explain». Er zijn immers redenen denkbaar waarom de norm niet behaald kan worden. De primaire verantwoordelijkheid voor het beheersen van externe inhuur ligt bij de afzonderlijke departementen.

Toegenomen uitgaven externe inhuur

Zoals gerapporteerd in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2018 is er sprake van toegenomen uitgaven aan externe inhuur. De toename heeft meerdere oorzaken, die ik hieronder in hoofdlijnen zal schetsen. Een uitgebreide toelichting is te vinden in de departementale jaarverslagen.

Ten eerste heeft een aantal departementen te maken met (beleids)intensiveringen en personele tekorten. In combinatie met arbeidsmarktkrapte is inhuur, in dergelijke gevallen een oplossing geweest om het werk uit te kunnen voeren. Het gaat dan veelal om uitvoerend personeel. Ten tweede kent de rijksoverheid een grote vraag naar specialistisch en/of tijdelijk inzetbaar personeel, bijvoorbeeld ter voorbereiding op organisatorische transities of voor grote complexe projecten. Die vraag is niet altijd vooraf te voorspellen en kan soms beter en goedkoper door extern personeel ingevuld worden. Bij deze tijdelijke opdrachten geldt doorgaans dus dat uit doelmatigheidsoverwegingen gebruik wordt gemaakt van externen. Ook hier geldt dat het vooral gaat om de inhuur van uitzendkrachten voor uitvoerend werk. Ten derde kent de toename van de uitgaven voor externe inhuur deels een technische oorsprong. Alleen al de stijging van het prijspeil zal bij gelijkblijvende inzet een toename van de inhuurkosten laten zien.

Hoezeer ik ook vind dat we kritisch moeten zijn en blijven op het totaal aan externe inhuur bij het Rijk wil ik de doelmatigheidsoverweging niet uit het oog verliezen. Het Rijk dient goede en snelle kwaliteit te leveren, tegen de juiste prijs. Als dit doel het beste bereikt wordt met inhuur van externen, dan wil ik dat departementen en hun uitvoeringsorganisaties ook de flexibiliteit hebben om dit te kunnen doen. Omdat het grootste deel – 38% – van de externe inhuur bestaat uit ICT-personeel, ga ik daar specifieker op in.

Toenemende vraag naar (externe) ICT kennis en kunde

Het Rijk wordt steeds ICT-intensiever. Dat leidt tot een toenemende (flexibele) vraag naar ICT-capaciteit. Een deel van die vraag wordt door externen ingevuld. De genoemde redenen voor externe inhuur gelden ook, zo niet sterker, voor ICT-inhuur.

– Juist in het vakgebied ICT is veel sprake is van tijdelijke projecten, piekbelastingen en/ of specifieke benodigde expertise, waarbij externe inhuur de meest doelmatige oplossing biedt. Zonder externe ICT’ers zou het Rijk minder flexibel zijn, oftewel minder taken tijdig kunnen uitvoeren, minder kwaliteit kunnen bieden en minder snel kunnen omgaan met veranderende behoeften.

– Er is in algemene zin sprake van een krappe arbeidsmarkt voor ICT-personeel op dit moment. Als gevolg daarvan is het op bepaalde ICT-expertisegebieden moeilijk om de juiste eigen capaciteit aan te trekken voor het Rijk, zoals ik reeds heb aangegeven in de aanbiedingsbrief bij de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2018. Een deel van de externe inhuur van ICT-personeel komt voort uit deze schaarste.

De huidige totale uitgaven aan externe inhuur ICT-personeel3 binnen het Rijk bedragen 531 miljoen in 2018. De meeste externe ICT’ers worden ingezet op bbra4 schaal 11 en 12 tegen marktconforme tarieven; met name op het gebied van «ICT bouw5».

Rijksbrede maatregelen

De verantwoordelijkheid en afwegingen om uitgaven voor externe inhuur onder de norm van 10% te houden, liggen bij de departementen zelf. Bij diverse ministeries lopen reeds projecten om ingehuurd (ICT-)personeel in vaste dienst te nemen. Wel heb ik mijn rol als systeemverantwoordelijke voor een professionele inkoop- en inhuurorganisatie en zet ik in op versterking van ICT-kennis en kunde.

Versterken ICT-kennis en kunde

Ik hecht veel waarde aan het versterken van de «eigen» ICT-kennis en kunde binnen het Rijk. Mede daarom heb ik dit onderwerp opgenomen als één van de vier belangrijkste pijlers van de Strategische I-agenda Rijksdienst 2019–2021 die ik uw kamer op 5 februari heb doen toekomen6. Via het programma «Versterking HR ICT Rijksdienst 2018–2021», waarover ik u eind 2017 heb geïnformeerd7, wil ik voorzien in de rijksbrede groeiende vraag naar goed ICT-personeel. Binnen dit programma lopen diverse initiatieven zoals I-traineeships, wervingscampagnes en een aanpak voor betere samenwerking met het Hoger Onderwijs, waardoor de noodzaak voor externe inhuur op termijn wordt verkleind.

Categoriemanagement

Al enige jaren maakt het Rijk voor de inkoop van goederen en diensten gebruik van rijksbreed categoriemanagement, zo ook voor de inhuur van (ICT-)personeel. Het bundelen van kennis, ervaring en de inkoop zelf in deze inkoopcategorieën draagt bij aan een efficiënte rijksoverheid, die haar inkoopkracht optimaal benut. Voor de categorie ICT-inhuur geldt dat het Rijk hiermee een sterkere inkooppositie heeft richting de markt.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Daarnaast blijf ik u uiteraard informeren over externe inhuur via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. Sander van Mersbergen en Peter Winterman, «Nauwelijks rem op inhuur dure ICT’ers», Algemeen Dagblad 5 juni 2019↩︎

  2. Kamerstuk 31 490, nr. 249↩︎

  3. Uitgaven onder categorie: «advisering opdrachtgevers automatisering» in Jaarrapportage Bedrijfsvoering 2018↩︎

  4. Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren↩︎

  5. Zoals applicatieontwikkeling, systeemontwikkeling, testen↩︎

  6. Kamerstuk 26 643, nr. 591↩︎

  7. Kamerstukken 31 490 en 26 643, nr. 235↩︎