[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake het fiche: mededeling Fraudebestrijdingsstrategie

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2019D28981, datum: 2019-07-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D28981).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z11633:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D28981 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juli 2019 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over het door de Minister van Buitenlandse Zaken met brief van 7 juni 2019 toegezonden BNC-fiche: Mededeling Fraudebestrijdingsstrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 2812)

De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,
Schukkink

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het BNC-fiche over de mededeling fraudebestrijdingsstrategie. De leden van de VVD-fractie hebben daarover nog wel enkele vragen en/of opmerkingen.

De VVD is voorstander van het krachtig kunnen optreden tegen fraude met Europese middelen. Het kabinet is ook voor een krachtiger aanpak. In hoeverre wordt met de nieuwe fraudebestrijdingsstrategie daaraan ook voldoende invulling gegeven? Welke zaken mist het kabinet nog in de voorgestelde aanpak?

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de regelgeving ook een belangrijk element is in de fraudebestrijding. Complexiteit van regelgeving kan leiden tot fraude, dan wel kan fraude vergemakkelijken c.q. uitlokken. Welke acties worden op het terrein van de regelgeving genomen, bijvoorbeeld waar het gaat om vereenvoudiging?

De leden van de VVD-fractie merken op dat de Europese Rekenkamer in het verleden ook regelmatig opmerkingen heeft gemaakt over fraude in de Europese Unie met EU-middelen. In hoeverre is hiernaar gekeken bij de opzet van de fraudebestrijdingsstrategie? Welk overleg heeft er plaatsgevonden met de Europese Rekenkamer? Welk overleg heeft er plaatsgevonden met OLAF, het Europese anti-fraudebureau? Welke afstemming heeft er plaatsgevonden met Europol? In hoeverre is hier rekening gehouden met overlappende of complementaire programma’s dan wel taken? Zijn er nog andere internationale organisaties aangesloten op de verbetering van de samenwerking en werkstromen inzake fraudebestrijding? Hierbij valt te denken aan de Egmont Group, een wereldwijd samenwerkingsverband van 158 Financial Intelligence Units.

Zo ja, wat is daar uitgekomen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de VVD-fractie constateren dat de Europese Rekenkamer eerder heeft aangegeven dat lidstaten zelf ook veel kunnen en moeten doen als het gaat om fraudebestrijding, met name ook waar het gaat om middelen in gedeeld beheer. In hoeverre maakt dit onderdeel uit van de fraudebestrijdingsstrategie? Zo nee, waarom maakt dit er geen deel van uit?

In het regeerakkoord is opgenomen dat intensieve samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van EU-fraude, die vaak grensoverschrijdend van aard is, onontkoombaar is, zo merken de leden van de VVD-fractie op. In hoeverre wordt daar in deze mededeling op ingezet? Welke voorstellen ziet het kabinet voor zich in dit kader om de fraude beter te kunnen bestrijden?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de lijn van het kabinet is dat de uitbreiding van de rol van OLAF binnen de bestaande bevoegdheden en bestaande capaciteit gebeurt. Is dit ook de intentie van de Europese Commissie? Wanneer is er duidelijk of er extra middelen nodig zijn, als dit wel de bedoeling is van de Europese Commissie?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie van lidstaten vraagt om bij te dragen aan de bestaande datasystemen. Wanneer is ook duidelijk wat de eventuele (financiële) gevolgen zijn voor de lidstaten van het bijdragen aan de bestaande datasystemen en passende maatregelen tegen het schaden van de financiële belangen van de Europese begroting? Wat wordt daar precies onder verstaan?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het BNC-fiche over de fraudebestrijdingsstrategie van de Europese Commissie. Zij hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.

Deze leden stellen de inzet van het kabinet om fraude beter aan te pakken zeer op prijs. Een proactieve houding van lidstaten is volgens deze leden van belang om fraude grondig aan te pakken

De leden van de D66-fractie lezen dat deze nieuwe fraudebestrijdingsstrategie tot stand komt in de context van een mogelijk Europees Openbaar Ministerie. Deze leden vinden dit een goede stap om grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken. Deelt het kabinet de mening van de D66-fractie dat een Europees Openbaar Ministerie van groot belang is om grensoverschrijdende criminaliteit zoals fraude met EU-geld te voorkomen en aan te pakken?

Genoemde leden lezen dat de Commissie onvoldoende analyse van fraudegegevens is noemt als een van de problemen. Deze leden lezen ook dat het kabinet vooral wil inzetten op de uitwisseling van informatie en het beter benutten van bestaande systemen. Zij vragen wat de Nederlandse inzet is inzake het beter analyseren van de verzamelde en uitgewisselde gegevens.

De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat de aanpak van fraude met Europees geld prioriteit heeft voor dit kabinet. Zij vinden dat bestrijding van deze fraude essentieel is voor het vertrouwen in de EU. Deze leden vragen in dat licht dan ook wat het kabinet doet om extra te waarborgen tegen fraude met EU-subsidies in Nederland.

De Minister schrijft dat hij veel kansen ziet in het beter uitwisselen van informatie tussen lidstaten. De leden van de D66-fractie vragen welke stappen dit kabinet al heeft genomen om dit van Nederlandse kant te verbeteren en welke stappen nog worden gezet.

Deze leden vernemen dat de budgettaire gevolgen nog niet zijn uitgewerkt. Zij vragen hoe groot het kabinet de kans acht dat de nieuwe fraudebestrijdingsstrategie netto geld oplevert door het voorkomen van fraude en de terugvordering van frauduleus verstrekte EU-subsidies.