Verslag informele Europese Raad van 30 juni tot en met 2 juli 2019
Europese Raad
Brief regering
Nummer: 2019D29541, datum: 2019-07-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-1469).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-1469 Europese Raad.
Onderdeel van zaak 2019Z14409:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-04 10:45: Debat over de Europese Top over EU-banen (Plenair debat (overig)), TK
- 2019-09-05 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-09-11 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1469 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de informele Europese Raad van 30 juni tot en met 2 juli 2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Verslag van de Europese Raad van 30 juni tot en met 2 juli 2019
Op 30 juni, 1 en 2 juli vond de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad (ER) plaats over de selectie van kandidaten voor topposities bij de EU-instellingen. Na een lange onderhandeling heeft de Europese Raad op 2 juli een akkoord bereikt over een pakket van benoemingen en voordrachten dat de verscheidenheid van lidstaten, politieke stromingen en de genderbalans in de EU reflecteert. Het vinden van een overeenkomst die gedragen kan worden in de Europese Raad en de instellingen, waar de verhoudingen zodanig zijn dat veel opties verkend moesten worden om de juiste balans te vinden, kostte tijd.
Dit betreft allereerst de benoeming van de Belgische Minister-President Charles Michel tot voorzitter van de Europese Raad voor tweeënhalf jaar, voor de periode van 1 december 2019 tot en met 31 mei 2022. De heer Michel is tevens door de staatshoofden en regeringsleiders van de landen die partij zijn bij het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie en die de euro als munt hebben benoemd tot voorzitter van de Eurotop gedurende dezelfde periode. Alle lidstaten waaronder Nederland hebben aan deze benoemingen hun steun verleend.
Daarnaast heeft de Europese Raad besloten tot de voordracht aan het Europees Parlement van mevrouw Ursula von der Leyen, momenteel Minister van Defensie van Duitsland, als nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, op basis van artikel 17 lid 7 van het EU-verdrag. Alle lidstaten hebben ingestemd met dit besluit, met uitzondering van Duitsland, dat zich heeft onthouden van stemming. Het Europees Parlement zal de voordracht in stemming brengen, waarbij met meerderheid van leden wordt gestemd. Deze stemming wordt verwacht tijdens de tweede plenaire vergadering van het Europees Parlement, op dinsdag 16 juli.
Het kabinet heeft er vertrouwen in dat mevrouw Von der Leyen, als eerste vrouwelijke voorzitter van de Europese Commissie, de Strategische Agenda van de Europese Raad1 ten uitvoer zal leggen. Hierin staan de prioriteiten vastgesteld voor de komende jaren, die in lijn zijn met de Nederlandse inzet. Dat betekent dat Europese samenwerking zich de komende vijf jaar concentreert op die terreinen waar deze meerwaarde heeft, zoals migratie, veiligheid, een sterke en duurzame economie, klimaat, en het opkomen voor onze belangen en waarden in het buitenland. Het kabinet heeft er ook vertrouwen in dat mevrouw Von der Leyen, mede gelet op haar ervaring op meerdere ministersposten in de Duitse regering, effectief leiding zal kunnen geven aan de Commissie bij het uitvoeren van de Strategische Agenda. Dit komt overeen met de Nederlandse inzet zoals uiteengezet in de geannoteerde agenda voor en het verslag van de Europese Raad van 21 en 22 juni. In dat licht, en in het licht van het bereiken van een akkoord tussen alle lidstaten over een pakket van benoemingen, heeft Nederland de voordracht van mevrouw Von der Leyen gesteund.
Wanneer het Europees Parlement de voordracht door de Europese Raad van mevrouw Von der Leyen als voorzitter van de Europese Commissie bevestigt, kan de Raad in overeenstemming met mevrouw Von der Leyen een lijst vaststellen van personen die hij voorstelt om als leden van het College te benoemen. Dat gebeurt op voordracht van kandidaten door de lidstaten. Het College, inclusief de voorzitter en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, wordt na individuele hoorzittingen in het Europees Parlement vervolgens ter goedkeuring onderworpen aan een stemming van het Europees Parlement.
Wat betreft de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid heeft de Europese Raad uitgesproken dat de Josep Borrell Fontelles, op dit moment Minister van Buitenlandse Zaken van Spanje en voormalig voorzitter van het Europees Parlement, de juiste kandidaat is. De nieuwe voorzitter van de Europese Commissie zal met de benoeming van de heer Borrell als hoge vertegenwoordiger moeten instemmen. Over deze functie vond derhalve geen stemming plaats.
Tot slot heeft de Europese Raad uitgesproken dat mevrouw Christine Lagarde, op dit moment directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en voormalig Minister van Economische Zaken en Financiën van Frankrijk, de juiste kandidaat is voor het ambt van president van de Europese Centrale Bank. Een besluit over de benoeming van de president van de ECB gebeurt op aanbeveling van de Raad, die het Europees Parlement en de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank dient te raadplegen. De keuze voor mevrouw Lagarde is daarom nog onder voorbehoud van de nodige aanbeveling en adviezen. De procedure wordt derhalve gevolgd overeenkomstig de Verdragen. Ook over deze functie vond daarom nu geen stemming plaats. De president wordt benoemd voor een periode van acht jaar en is niet herbenoembaar.
Als onderdeel van het besluit rond het pakket van benoemingen en voordrachten heeft de Europese Raad nota genomen van het voornemen van mevrouw Von der Leyen om Frans Timmermans en de Deense Margrethe Vestager te nomineren als hoogste vice-voorzitters in de Europese Commissie. Daarmee blijft Nederland sterk vertegenwoordigd in de top van de Europese Commissie. Het kabinet heeft er veel vertrouwen in dat de heer Timmermans deze functie effectief zal vervullen de komende jaren. Samen met mevrouw Vestager staat er een sterk team van personen die hun diensten afgelopen jaren hebben bewezen.
Zie https://www.consilium.europa.eu/media/39933/a-new-strategic-agenda-2019–2024-nl.pdf en het verslag van de Europese Raad van 20-21 juni 2019 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1468).↩︎