[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies verzoekonderzoek Algemene Rekenkamer naar specifieke uitkeringen van de Nederlandse Rijksoverheid op de BES-eilanden

Brief commissie

Nummer: 2019D29678, datum: 2019-07-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z14462:

Preview document (šŸ”— origineel)


TK_logo_black Commissie Financiƫn
Aan de voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties
Plaats en datum: Den Haag, 4 juli 2019
Betreft: Advies verzoekonderzoek Algemene Rekenkamer naar specifieke uitkeringen van de Nederlandse Rijksoverheid op de BES-eilanden
Ons kenmerk: 2019Z14462/2019D29678

Geachte voorzitter,

In uw brief van 26 juni 2019 (2019D27522) verzoekt de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de vaste commissie voor Financiƫn advies uit te brengen zoals bedoeld in artikel 16a, tweede lid van het Reglement van Orde bij een voorgenomen verzoekonderzoek aan de Algemene Rekenkamer.

De commissie voor Financiƫn adviseert positief over dit verzoek. Het advies is bijgevoegd bij deze brief.

Hoogachtend,

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiƫn,

Anne Mulder

De griffier van de vaste commissie voor Financiƫn,

Weeber

Bijlage 1 ā€“ Advies van de commissie FinanciĆ«n over het verzoek aan Algemene Rekenkamer onderzoek naar specifieke uitkeringen van de Nederlandse Rijksoverheid op de BES-eilanden

De commissie Financien heeft een adviserende rol richting andere commissies bij verzoeken aan de Algemene Rekenkamer, vanuit haar verantwoordelijkheid voor de controle van de Rijksuitgaven. Dit advies behelst de bevoegdheden, de kennis en expertise van de Rekenkamer, de meerwaarde ten opzichte van andere soorten onderzoek, de afbakening van de vraagstelling en het tijdpad.

De conclusie van onderstaande toetsing is dat het verzoek in lijn is met de bevoegdheden, kennis en expertise van de Algemene Rekenkamer.

  1. Heeft de Algemene Rekenkamer de voor het onderzoek vereiste bevoegdheden?

Ja. De Algemene Rekenkamer heeft de volledige bevoegdheid om onderzoek te verrichten naar specifieke uitkeringen van de Nederlandse Rijksoverheid op de BES-eilanden bij de betrokken departementen en de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

  1. Beschikt de Algemene Rekenkamer over de benodigde kennis en expertise?

Ja. De Rekenkamer heeft hier voldoende kennis voor in huis en heeft hier in eerder verschenen publicaties reeds aandacht aan besteed.

  1. Heeft uitvoering door de Algemene Rekenkamer meerwaarde ten opzichte van andere onderzoeksmogelijkheden door de Kamer?

Ja. De Rekenkamer heeft bevoegdheden die andere onderzoeksorganisaties niet hebben, zoals de bevoegdheden om dossiers op te vragen en de administraties in te zien. Andere onderzoeksbureaus zijn afhankelijk van het vrijwillig meewerken door het ministerie aan het onderzoek en zullen daarbij ook waarborgen moeten afgeven i.v.m. vertrouwelijkheid die enige tijd in beslag zullen nemen (VOG, geheimhoudingsverklaringen). Tot slot richten de voorgestelde onderzoeksvragen zich op de kernactiviteiten van de Algemene Rekenkamer, te weten het beoordelen van de rechtmatigheid en doelmatigheid van overheidsuitgaven en de bedrijfsvoering van betrokken partijen.

  1. Is de vraagstelling voldoende afgebakend?

Ja. De vraagstelling vloeit voort uit eerdere bevindingen van de Rekenkamer inzake de werkwijze van de Rijksdienst Caribisch Nederland. De onderzoeksvragen zijn duidelijk omschreven. Daarnaast zijn de vragen ambtelijk voorbesproken met de Algemene Rekenkamer. Hiermee zou het onderzoek, mede gegeven de benodigde kennis en bevoegdheden van en meerwaarde van onderzoek door de Algemene Rekenkamer, uitvoerbaar kunnen zijn voor de Algemene Rekenkamer.

  1. Is de gedachte doorlooptijd van het onderzoek voldoende onderbouwd?

De commissie beoogt de Kamer voor te stellen de Algemene Rekenkamer te verzoeken het rapport met de antwoorden op de vragen zo spoedig mogelijk aan de Kamer aan te bieden, rekening houdend met een zorgvuldige onderzoeksprocedure die onder andere bestuurlijke hoor en wederhoor inhoudt. Er is geen specifieke uiterste publicatiedatum voorgesteld, daarmee behoeft de beoogde doorlooptijd geen aanvullende onderbouwing.