Amendement van het lid Drost over bevoegdheid verzoek af te wijzen ivm spoed
Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen)
Amendement
Nummer: 2019D29711, datum: 2019-07-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35099-21).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Drost, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35099 (R2114)-21 Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen).
Onderdeel van zaak 2019Z14473:
- Indiener: N. Drost, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-07-04 02:25: Einde avondvergadering: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 099 Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen)
Nr. 21 AMENDEMENT VAN HET LID DROST
Ontvangen 4 juli 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 1, tweede lid, worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Indien de Gevolmachtigde Minister die het verzoek heeft gedaan binnen twee maanden na de inwerkingtreding van de beslissing waarop het geschil betrekking heeft daartoe verzoekt, wordt de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk alsnog over het geschil gehoord. De artikelen 2 tot en met 7 zijn van toepassing.
Toelichting
Het voorstel van Rijkswet voorziet in de bevoegdheid van de voorzitter van de Rijksministerraad om te besluiten dat het verzoek tot toepassing van de geschilprocedure wordt afgewezen, indien een zwaarwegend belang van het Koninkrijk onverwijlde besluitvorming vergt. Dit amendement laat deze bevoegdheid intact, maar voorziet erin dat de betrokken Gevolmachtigd Minister in het belang van de rechtsontwikkeling alsnog kan vragen om een oordeel van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk. Dit oordeel heeft geen directe gevolgen voor het onderhavige geschil, maar heeft wel meerwaarde voor de toekomst. De meerwaarde van het niettemin kunnen doorlopen van de procedure is dat hiermee voor de toekomstige, vergelijkbare gevallen juridische helderheid wordt geschapen.
Drost