Voorlopige uitkomsten pilot bezien watervergunningen
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D29775, datum: 2019-07-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-474).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -474 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z14524:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-11 12:00: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-11 11:00: Water (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-13 14:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 474 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
In mijn brief voor het AO Water van 20 juni 2019 (Kamerstuk 27 625, nr. 472) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken van de Delta-aanpak Waterkwaliteit. De Delta-aanpak Waterkwaliteit geeft onder andere een extra impuls aan nieuwe uitdagingen om ons water chemisch schoon en ecologisch gezond te krijgen en te houden voor duurzaam gebruik. Er zijn nog stevige uitdagingen om de kwaliteit van ons water overal goed te krijgen.
Een van de focuspunten van de Delta-aanpak Waterkwaliteit is de aanpak van opkomende stoffen en medicijnresten in de keten. Partijen werken hard aan de acties die hierin opgenomen staan. Zo start nog dit najaar een door IenW vormgegeven opleidingsprogramma voor alle betrokken vergunningverleners water op het gebied van stoffen. Ik ben voornemens met partijen, in de Stuurgroep Water van oktober, een afspraak te maken over deelname en commitment. Rijkswaterstaat rondt deze zomer een pilot af, waarin 66 vergunningen op onder andere (potentieel) Zeer Zorgwekkende Stoffen en opkomende stoffen worden bezien. De pilot, waar andere bevoegde gezagen ook bij betrokken zijn, moet leiden tot een generieke en gedragen aanpak voor de overige vergunningen en tot meer grip «aan de voorkant».
De bestuurlijke afstemming en aansturing vanuit de Delta-aanpak Waterkwaliteit is belegd bij de Versnellingstafel Stoffen. Hier zitten naast de waterschappen en de provincies ook de VEWIN, de branchevereniging van de chemische industrie (VNCI) en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) aan tafel. Op 3 juli aanstaande worden aan deze tafel de eerste resultaten van de pilot van Rijkswaterstaat besproken.
Voor de pilot bezien watervergunningen is een groep van 49 bedrijven geselecteerd. Deze groep is representatief voor het gehele vergunningenportfolio van Rijkswaterstaat wat betreft verdeling over de regio’s, complexiteit en bedrijfstak. Hieraan zijn 17 bedrijven toegevoegd vanwege de samenwerking met Milieudienst Rijnmond (DCMR) in het kader van de uitvraag naar (potentieel) Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). De pilot omvat in totaal dus 66 bedrijven. Alle bedrijven zijn vooraf per brief geïnformeerd en er is gezamenlijk met de brancheverenigingen een informatiebijeenkomst georganiseerd. Tijdens de pilot is achtereenvolgens per vergunning beoordeeld of: I) deze recent nog is bezien en/of geactualiseerd, II) alle relevante bedrijfsinformatie beschreven is, en III) deze voldoet aan de huidige wet- en regelgeving. Dit alles is zoveel mogelijk gedaan in hoor en wederhoor met de betreffende bedrijven. Vervolgens is op basis hiervan geconcludeerd of het nodig is de betreffende vergunning aan te passen. Dit is voor alle 66 vergunningen gedaan.
Van de beschouwde vergunningen moet waarschijnlijk drie kwart worden geactualiseerd, waarvan een kwart bij voorkeur op korte termijn. Er zijn geen lozingen geconstateerd die een dermate groot milieurisico vormen dat direct ingrijpen noodzakelijk is. De mate waarin de vergunningen niet actueel, volledig en/of adequaat zijn en de consequenties die hieruit voortkomen varieert sterk. Belangrijke oorzaken zijn wijzigingen in de wet- en regelgeving die nog niet allemaal zijn doorgevoerd, wijzigingen in de bedrijfsprocessen of lozingen die niet eerder zijn gemeld door de betreffende bedrijven, en/of het ontbreken van informatie voor een goede beoordeling.
Uit de pilot blijkt onder andere dat ongeveer de helft van de beoordeelde lozingen (potentiële) ZZS bevat die vergund zijn. Bij ongeveer een derde van de lozingen zijn (potentiële) ZZS gevonden die niet eerder zo benoemd of gemeld zijn door de bedrijven. Naast ZZS is er ook gezocht naar opkomende stoffen. Omdat hiervoor een concrete stoffenlijst ontbreekt, is op basis van expert judgement beoordeeld of er (gezien de stofeigenschappen) een mogelijk risico is. Ook de drinkwaterbedrijven zijn hierbij betrokken geweest. Er is een heel beperkt aantal stoffen gevonden die in aanmerking komen voor nader onderzoek.
De pilot is een eerste stap in de gezamenlijke ambitie van de versnellingstafel stoffen om de vergunningverlening te verbeteren. De uitkomsten laten zien dat deze ambitie urgent is. Ik ben dan ook blij dat Rijkswaterstaat hier actief mee aan de slag is gegaan. Tijdens het AO-Water van 20 juni 2019 heb ik u toegezegd u na de zomer te informeren over de voortgang aan de Versnellingstafels van de Delta-aanpak Waterkwaliteit. Hierbij zal ik u ook nader informeren over de definitieve uitkomsten van de pilot en de vervolgaanpak.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga