Kabinetsreactie op onderzoek over socialiseren afsluitkosten gasaansluiting
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D29815, datum: 2019-07-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32813-376).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -376 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z14543:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-09-04 10:00: Klimaat en energie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-09-05 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-11 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-09-11 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 376 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Zoals verzocht in de brief van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van 27 maart 2019 stuur ik u hierbij de kabinetsreactie op het rapport «Effecten socialiseren kosten gasafsluiting» van CE Delft1. Daarnaast gebruik ik deze brief om u te informeren over de uitvoering van de Motie Van der Lee (Kamerstuk 32 813, nr. 290) en over de motie Yesilgöz-Zegerius c.s. (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 70).
Hoofdlijnen onderzoek CE Delft
Het onderzoek «Effecten socialiseren kosten gasafsluiting» is uitgevoerd in opdracht van Stichting Natuur & Milieu. De aanleiding voor het onderzoek is dat mensen afsluitkosten kunnen ervaren als straf voor het afsluiten. Daarnaast wordt gesteld dat de afsluitkosten een financiële belemmering zijn voor het afsluiten. Dit wordt onwenselijk geacht met oog op het belang van CO2-reductie en het belang van het verminderen van de afhankelijkheid van laagcalorisch gas. In het rapport worden vanwege de bovengenoemde redenen drie varianten uitgewerkt waarin de afsluitkosten volledig gesocialiseerd worden. In de eerste variant worden de afsluitkosten betaald uit de algemene middelen. In de tweede variant worden de afsluitkosten via de tarieven in rekening gebracht bij achterblijvende gebruikers van het gasnet. In de derde variant worden de afsluitkosten tot 2040 gefinancierd via de tarieven en daarna ook deels via de algemene middelen. De drie varianten worden in het rapport vergeleken met de huidige situatie. Per variant worden de financiële gevolgen in kaart gebracht voor huishoudens afhankelijk van het moment van afsluiten. Daarnaast wordt beoordeeld of deze financiële gevolgen wenselijk worden geacht vanuit verschillende perspectieven. Er is niet onderzocht of het wegnemen van de afsluitkosten tot gevolg heeft dat er meer huishoudens zich van het gasnet laten afsluiten. Het aantal gebruikers van het gasnet is ingeschat aan de hand van drie scenario’s die zijn aangedragen door stichting Natuur & Milieu. In de drie scenario’s resteren 1%, 5% of 10% van het huidige aantal gasaansluitingen in 2050.
CE Delft benoemt een aantal inzichten die de bovenstaande analyse heeft opgeleverd:
• De varianten voor socialiseren van de afsluitkosten worden uitvoerbaar geacht.
• Het wegnemen van de afsluitkosten is gunstig voor huishoudens die op korte termijn van het gasnet af gaan en is ongunstig voor huishoudens die op de lange termijn of niet van het gasnet af gaan. Dit effect is het grootst bij de tweede variant.
• Bij gesocialiseerde afsluitkosten worden huishoudens niet meer geconfronteerd met de kosten van het afsluiten. Achterblijvers moeten deze kosten betalen.
• Het socialiseren van afsluitkosten geeft duidelijkheid over de afsluitkosten voor huishoudens die wonen in een gebied waar het gasnet buiten gebruik wordt genomen.
• Indien de afsluitkosten via de algemene middelen worden gefinancierd dan betalen alle huishoudens mee, waaronder ook huishoudens die nooit een gasaansluiting hebben gehad.
Appreciatie
Algemeen
Het kabinet vindt de discussie over de kostenverdeling van de afsluitkosten belangrijk en is dankbaar voor Stichting Natuur & Milieu voor het agenderen van het onderwerp. De Nederlandse energievoorziening dient de komende jaren vergaand te worden verduurzaamd. Daarbij moeten de kosten voor de energietransitie worden verdeeld en dit geeft soms moeilijke dilemma’s. We willen koplopers niet afremmen, maar tegelijkertijd willen we voorkomen dat de mensen die nog niet zo ver zijn voor de kosten opdraaien. Het rapport van CE Delft gaat uit van drie scenario’s waarin er een beperkte rol is voor duurzaam gas. Er zijn ook scenario’s denkbaar waarin er een grotere rol is voor duurzaam gas. Uw Kamer heeft het kabinet gevraagd om na te denken over een toekomstbestendige regeling afsluitkosten. Het is verstandig om een regeling op te stellen die goed werkt bij de verschillende scenario’s voor duurzaam gas. Het kabinet ziet voor de toekomstbestendige regeling afsluitkosten een relatie met de wijkgerichte aanpak, waarbij per wijk wordt bekeken wat het beste alternatief is voor aardgas.
Toekomstscenario’s
Het gasnet wordt nu hoofdzakelijk gebruikt voor aardgas, maar kan mogelijk in toenemende mate worden gebruikt voor duurzaam gas (zoals waterstof en groen gas). De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) heeft ten behoeve van haar reguleringstaak scenario’s opgesteld voor het gasverbruik in Nederland tot 2050. De ACM is uitgegaan van de CO2-doelstellingen voor 2050. In deze scenario’s wordt aardgas in de gebouwde omgeving vervangen door duurzame warmteopties, waaronder duurzaam gas en daalt het gasverbruik met 35%, 70% of 80%. Technische voordelen van de gasinfrastructuur ten opzichte van de elektriciteitsinfrastructuur hangen samen met de capaciteit van het net en de voorzieningen voor seizoensopslag. Het is belangrijk om te weten dat voorspellingen over het toekomstige gebruik van gas met een hoge onzekerheid gepaard gaan. Op basis van het bovenstaande lijkt het verstandig om rekening te houden met de mogelijkheid dat er een grotere rol kan zijn voor het gasnet voor het transport van duurzaam gas. De scenario’s uit het rapport van CE Delft waarin ten hoogste 10% van gasaansluitingen resteren in 2050 bevinden zich allemaal aan de lage kant van het spectrum dat in diverse toekomstscenario’s wordt geschetst.
Afsluitkosten
Het kabinet vindt het belangrijk dat het verbruik van aardgas in de gebouwde omgeving wordt verlaagd. Het rapport vraagt terecht aandacht voor de afsluitkosten in relatie tot de wijkgerichte aanpak. Als onderdeel van de wijkgerichte aanpak gaan er gebieden komen waar het gasnet buiten gebruik wordt genomen. Het uitgangspunt voor de tariefregulering is dat kosten in rekening worden gebracht bij de kostenveroorzaker. Het lijkt niet voor de hand te liggen om afsluitkosten in rekening te brengen bij bewoners die met hun wijk op een efficiënte manier van het aardgas af gaan. Er zullen waarschijnlijk ook gebieden zijn waar het gasnet in stand blijft voor duurzaam gas. In deze gebieden is het minder logisch om het afsluiten te stimuleren door een lager tarief in rekening te brengen voor het verwijderen van de gasaansluiting.
Ik vind het belangrijk dat huishoudens zich inspannen om te verduurzamen en stappen ondernemen. Het signaal dat huishoudens de afsluitkosten als boete ervaren neem ik daarom serieus. Het kabinet heeft gelukkig reeds diverse instrumenten die ondersteunen bij het verduurzamen. Huishoudens kunnen er nu al voor kiezen om hun woning volledig te verwarmen zonder gas en worden hierbij ondersteund via onder andere de ISDE-subsidie. Huishoudens kunnen er ook voor kiezen om hun gasverbruik sterk te reduceren via energiebesparing en het plaatsen van een hybride warmtepomp.
Kostenverdeling van het gasnet
Het rapport van CE Delft gaat in op de verdeling van de kosten voor het verwijderen van gasaansluiting. Het kabinet ziet dit als een onderdeel van de verdelingsvraag van de kosten van het gasnet. In het bijzonder de verdeling van de kosten tussen gebruikers die op korte termijn van het gasnet af gaan en gebruikers die nog lang op het gasnet aangesloten blijven. De betaalbaarheid van het gasnet is sterk afhankelijk van het aantal gebruikers. Indien het aantal gebruikers van het gasnet afneemt dan zorgt dit niet voor een evenredige afname van de kosten. Zo moeten netbeheerders kosten maken om ongebruikte gasleidingen te verwijderen. De kosten van het gasnet zullen door een steeds kleinere groep gebruikers worden gedragen. Het gaat om een omvangrijk bedrag. In 2019 mogen de regionale netbeheerders gas 1,1 miljard aan inkomsten generen. Het is van belang dat het gasnet ook op de lange termijn betaalbaar blijft voor huishoudens die niet van het gasnet af kunnen. Het is de bevoegdheid van de onafhankelijke toezichthouder ACM om de tarieven van de netbeheerders gas te reguleren. De ACM hanteert hiervoor twee uitgangspunten: netbeheerders mogen hun efficiënte kosten terugverdienen en netbeheerders mogen een redelijke rendement behalen dat niet hoger is dan in het economisch verkeer gebruikelijk is. De ACM kan bij de regulering keuzes maken die van invloed zijn op de kostenverdeling. Een deel van de kosten van het gasnet kunnen via twee routes naar voren worden gehaald zodat de tariefstijging op de lange termijn wordt beperkt. Een manier is om bij individuele verzoeken tot afsluiten hogere kosten in rekening te brengen. Een andere manier is om op korte termijn naar voren gehaalde kosten in rekening te brengen bij alle gebruikers van het gasnet. Beide manieren voorkomen dat op de lange termijn de volledige kosten van het gasnet betaald moeten worden door een kleine groep gebruikers. De optie uit het rapport om de afsluitkosten (deels) via de algemene middelen te financieren zou denkbaar kunnen zijn in de situatie dat er nog maar weinig gebruikers zijn en de tarieven voor een gasaansluiting te hoog zijn geworden.
Uitvoering motie Van der Lee
Op 12 maart heeft uw Kamer de motie van het lid Van der Lee (Kamerstuk 32 813, nr. 290) over het verdelen van de kosten van het afsluiten van de gasaansluiting aangenomen (Handelingen II 2018/19, nr. 61, item 9). In deze motie wordt de regering verzocht om, voor de korte termijn een variant uit te werken waarbij de kosten van afsluiten van de gasaansluiting 50/50 worden verdeeld over de huiseigenaar en de netbeheerder, waarbij de netbeheerder dit mag verrekenen in het vastrecht. Voor de uitvoering van dit deel van de motie heb ik Netbeheer Nederland verzocht om een wijzigingsvoorstel voor de Tarievencode Gas in te dienen bij de ACM. Daarnaast heb ik de ACM geïnformeerd over dit verzoek aan Netbeheer Nederland. Netbeheer Nederland heeft inmiddels een codewijzigingsvoorstel opgesteld. Dit codewijzigingsvoorstel moet worden besproken in de vergadering van het Gebruikersplatform Energienetwerken (hierna: GEN). Het voorstel wordt naar verwachting medio juli 2019 ingediend bij de ACM, na bespreking in het GEN. Hierna zal de ACM het codewijzigingsvoorstel beoordelen. Ik kan nog geen uitspraken over het tijdsverloop van dit deel van het proces. Ik ben daarnaast met de netbeheerders en de ACM in gesprek over de toekomstbestendige regeling voor de lange termijn. Bij appreciatie van het rapport van CE Delft ben ik ingegaan op de visie van het kabinet op de toekomstbestendige regeling voor de afsluitkosten.
Uitvoering motie Yeşilgöz-Zegerius c.s.
Graag maak ik gebruik van de gelegenheid om uw Kamer te informeren over de uitvoering van de motie Yeşilgöz-Zegerius c.s. (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 70). Op 6 maart heeft Netbeheer Nederland mij het door de KIWA opgestelde onderzoeksrapport «Alternatieven voor het verwijderen van de gasaansluiting» gestuurd. Ik laat eerst een onafhankelijk ingenieursbureau een appreciatie van dit onderzoeksrapport opstellen. Hierna zal ik Staatstoezicht op de Mijnen naar een mening over het onderzoeksrapport en de onafhankelijke appreciatie vragen. Gebaseerd op deze technische bevindingen zal de regering conclusies kunnen trekken en de Kamer hierover informeren, zoals verzocht in de motie.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎