35248 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en enige andere wetten in verband met verdere flexibilisering van de loodsplicht (Loodsplicht nieuwe stijl)
Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en enige andere wetten in verband met verdere flexibilisering van de loodsplicht (Loodsplicht nieuwe stijl)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2019D30222, datum: 2019-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
Onderdeel van zaak 2019Z14768:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-11 12:00: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-10-02 12:00: Wijziging Scheepvaartverkeerswet in verband met flexibilisering loodsplicht (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-06 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-06 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-16 13:45: Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en enige andere wetten in verband met verdere flexibilisering van de loodsplicht (Loodsplicht nieuwe stijl) (35248) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-01-21 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W14.17.0055/IV 's-Gravenhage, 12 mei 2017
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 3 maart 2017, no.2017000375, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en enige andere wetten in verband met verdere flexibilisering van de loodsplicht voor zeeschepen (Loodsplicht nieuwe stijl), met memorie van toelichting.
Het voorstel strekt tot verbetering van de regels over ontheffing en vrijstelling van de loodsplicht ten behoeve van de veilige en vlotte afwikkeling van scheepvaartverkeer in en rond de Nederlandse zeehavens. Het voorstel biedt een grondslag voor een nieuw systeem van ontheffingen in de vorm van Pilotage Exemption Certificates (PEC’s).
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar acht het aangewezen de voorgestelde (sub)delegatiegrondslagen nader te motiveren en het voorstel zo nodig aan te passen. Daarnaast adviseert zij de bevoegdheid om aan een ontheffing beperkingen of voorschriften te kunnen verbinden in de wet te behouden en het voorstel daartoe aan te passen.
Niveau van delegatie
Het wetsvoorstel voorziet in de artikelen 10 en 11 van de Scheepvaartverkeerswet in een bevoegdheid tot delegatie naar het niveau van ministeriële regeling welke nieuw is ten opzichte van de huidige Scheepvaartverkeerswet. Het betreft de aanwijzing van zeehavens en scheepvaartwegen waarvoor de loodsplicht geldt. Deze aanwijzing gebeurt nu in een bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet zelf.1 Voorts betreft het de categorieën zeeschepen die voor vrijstelling van de loodsplicht in aanmerking komen en de eisen voor vrijstelling en ontheffing van de loodsplicht. De huidige Scheepvaartverkeerswet biedt een grondslag voor het stellen van nadere regels over deze onderwerpen op het niveau van algemene maatregel van bestuur.
De Afdeling wijst erop dat delegatie aan de minister van regelgevende bevoegdheid moet worden beperkt tot voorschriften van administratieve aard, uitwerking van de details van een regeling, voorschriften die dikwijls wijziging behoeven en voorschriften waarvan te voorzien is dat zij mogelijk met grote spoed moeten worden vastgesteld.2 De toelichting gaat er niet op in waarom voor bovengenoemde essentiële elementen van de loodsplicht en de vrijstelling of ontheffing daarvan gekozen is voor delegatie naar ministeriële regeling. Ook is niet toegelicht in hoeverre deze onderwerpen zich daarvoor lenen.
De Afdeling adviseert de noodzaak van het creëren van de bovengenoemde grondslagen voor (sub)delegatie dragend te motiveren en het voorstel zo nodig aan te passen.
Voorschriften en beperkingen verbonden aan de ontheffing op de loodsplicht.
De huidige Scheepvaartverkeerswet schept de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing van de loodsplicht onder beperkingen en om aan een ontheffingsbesluit voorschriften te verbinden.3 Deze bepaling vervalt als gevolg van het voorstel. Het voorgestelde artikel 11 van de Scheepvaartverkeerswet regelt weliswaar dat een ontheffing kan worden verleend indien een kapitein voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften of beperkingen, maar een bepaling die de bevoegdheid verleent om aan deze ontheffing voorschriften of beperkingen te verbinden ontbreekt in het voorstel.4
De Afdeling adviseert die bevoegdheid alsnog in genoemde bepaling op te nemen en het wetsvoorstel op dit punt aan te passen.
3. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging
het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De vice-president van de Raad van State,
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W14.17.0055/IV
De in artikel 11, eerste lid, van de Scheepvaartwet genoemde vrijstellingen en ontheffingen koppelen aan de kapitein (en niet aan het zeeschip), aangezien ook de in artikel 10 geformuleerde verplichting zich richt tot de kapitein.
In artikel 11, eerste lid, van de Scheepvaartwet ten aanzien van de ontheffing van de loodsplicht verduidelijken dat de ontheffing een besluit is en niet bij algemene maatregel van bestuur wordt verleend.
Artikel 10, tweede lid, Svw.↩︎
Zie ook aanwijzing 26 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.↩︎
Artikel 10, derde lid Svw.↩︎
Uit de memorie van toelichting blijkt dat beoogd is om rijkshavenmeesters de bevoegdheid te laten behouden om ten aanzien van door hen verleende ontheffingen beperkingen of voorschriften te hanteren. Zie paragraaf 4.2.4 en paragraaf 4.4. onderdeel b, laatste alinea.↩︎