Reactie Europese Commissie op motie van het lid Van Toorenburg c.s. over opschorting van de visumliberalisatie voor Albanië via de noodremprocedure (Kamerstuk 29911-239)
Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Brief regering
Nummer: 2019D30464, datum: 2019-07-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29911-248).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Results of the examination of the notification by the Netherlands concerning Albania pursuant to article 8(2) of Regulation (EU) 2018/1806
- Afschrift brief Europese Commissie
Onderdeel van kamerstukdossier 29911 -248 Bestrijding georganiseerde criminaliteit.
Onderdeel van zaak 2019Z14853:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-09-04 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-05 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-09-25 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-07 15:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-13 10:00: Georganiseerde criminaliteit/ondermijning (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-13 14:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 248 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2019
Het kabinet hecht eraan de Kamer te informeren over de uitvoering van de motie van het lid Van Toorenburg c.s. over opschorting van de visumliberalisatie voor Albanië via de noodremprocedure (Kamerstuk 29 911, nr. 239). Het kabinet stuurde de Commissie op 31 mei jl. een notificatie met het verzoek conform artikel 8 lid 2 van Verordening 2018/1806 van 14 november 2018 te onderzoeken of er aanleiding is visumliberalisatie voor Albanese burgers tijdelijk op te schorten. Het kabinet deed daarbij een beroep op zowel de ernst van de criminele delicten als de cijfers t.a.v. asielaanvragen en het aantal weigeringen.
Op 1 juli jl. werd de bijgevoegde reactie ontvangen1. Hierin antwoordde de Commissie dat niet is voldaan aan de formele criteria van Verordening 2018/1806 voor het opschorten van de visumvrijstelling van Albanese burgers. De Commissie oordeelt dat geen sprake is van substantiële toename van Albanese misdaden in Nederland, noch van een substantiële toename van het aantal geweigerde Albanezen of het aantal asielaanvragen conform de vigerende criteria van de Verordening. De Commissie stelt bovendien vast dat de samenwerking met de Albanese autoriteiten op deze terreinen goed is.
Tegelijkertijd benadrukt de Commissie dat Albanië voortdurend aan de voorwaarden voor visumliberalisatie moet blijven voldoen en zijn inspanningen op deze terreinen moet verdiepen. Ook geeft de Commissie aan dat de Unie de voortgang ter zake eerlijk en objectief moet beoordelen. De Commissie zegt toe de voortgang te zullen blijven monitoren en hierover in het eerstvolgende noodremmechanismerapport te zullen rapporteren.
Het kabinet zal de samenwerking met de Albanese autoriteiten op deze terreinen voortzetten en er nauwgezet op toe blijven zien dat Albanië aan de voorwaarden voor visumliberalisatie voldoet.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎