SCoPAFF gewasbeschermingsmiddelen 16 en 17 juli 2019
Gewasbeschermingsbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D30781, datum: 2019-07-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27858-482).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27858 -482 Gewasbeschermingsbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z14985:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2019-09-04 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-11 11:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2019-09-16 14:00: Informele Landbouw- en Visserijraad van 22 t/m 24 september 2019 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2019-11-27 14:00: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2019
Hierbij informeer ik uw Kamer over de voorgenomen Nederlandse standpunten inzake de onderwerpen die ter stemming worden voorgelegd aan het eerstvolgende Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) over regelgeving voor gewasbescherming. Het overleg vindt plaats op 16 en 17 juli 2019. De standpunten zijn ambtelijk voorbereid met de Ministeries van IenW, SZW en VWS, op basis van advisering door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Het SCoPAFF is een permanent comité onder voorzitterschap van de Europese Commissie (EC). Het comité ondersteunt de EC bij de uitvoering van EU-regelgeving waarbij de EC de besluitvormende bevoegdheid heeft. Het SCoPAFF over regelgeving voor gewasbescherming gaat over technisch-wetenschappelijke of procedurele besluiten over de (hernieuwing van) goedkeuring van werkzame stoffen in de EU of de criteria waarlangs ze worden beoordeeld. Conform EU-regelgeving (Verordening EG 1107/2009) betreft het hoofdzakelijk besluiten op basis van de risico’s voor mens, dier en milieu, en niet de landbouwkundige noodzaak.
De onderstaande punten staan op de agenda ter (mogelijke) stemming (de zogenaamde B-punten).
De werkzame stof Bacillus subtilis strain IAB/BS03
De EC stelt voor om deze stof goed te keuren als laag-risico stof. Deze stof kan ingezet worden ter bestrijding van schimmelziekten. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de stof goed te keuren. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Thiofanaat-methyl
De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof niet te hernieuwen omdat de stof momenteel mutageen categorie 2 is en EFSA voorstelt de stof te classificeren als mutageen 1B. Bovendien heeft de stof hormoonverstoorde eigenschappen en is er een lange-termijn risico voor zoogdieren. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof niet te hernieuwen. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Verticillium albo-atrum WCS850
De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof te hernieuwen. Dit micro-organisme kan gebruikt worden ter bestrijding van schimmelziektes in iepen.
Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof te hernieuwen. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Alpha-cypermethrin
De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof te hernieuwen. De stof wordt daarnaast aangemerkt als kandidaatstof om te worden vervangen omdat de gezondheidskundige grenswaarden lager liggen dan de meeste goedgekeurde werkzame stoffen. Deze stof wordt gebruikt als insecticide en heeft momenteel geen toelatingen in Nederland. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof te hernieuwen. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof Methiocarb
De EC stelt voor om de goedkeuring van deze stof niet te hernieuwen vanwege onacceptabele risico’s voor werkers, vogels, zoogdieren en regenwormen. Deze stof wordt gebruikt als insecticide en heeft in Nederland toelatingen in de teelt van mais. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof niet te hernieuwen. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
Tijdelijke verlenging goedkeuringsperiode van 29 werkzame stoffen in verband met herbeoordeling
De EC stelt voor om de goedkeuring van 29 werkzame stoffen procedureel te verlengen met één jaar omdat de besluitvorming buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig is afgerond. Deze procedure is vastgelegd in verordening EG 1107/2009 (artikel 17). In het pakket van 29 stoffen bevindt zich de werkzame stof difenoconazool. Dit is één van de vijf azolen waarover de uw Kamer in 2013 een motie heeft aangenomen om deze stoffen van de markt te weren (Kamerstuk 27 858, nr. 222). De Nederlandse delegatie is daarom voornemens om, in lijn met mijn reactie op de aangenomen motie Ouwehand (Kamerstuk 21501–32, nr. 1181), het voorstel van de EC te steunen maar zich met een stemverklaring te verzetten tegen de tijdelijke verlenging van de werkzame stof difenoconazool. De Nederlandse delegatie zal er daarnaast nogmaals voor pleiten dat in het SCoPAFF de mogelijkheid komt om separaat over stoffen te stemmen in plaats van alleen in brede pakketten.
Wijziging Uniforme Beginselen inzake honingbijen
Zoals aangegeven in mijn brieven aan uw Kamer van 1 en 4 juli jl. (Kamerstuk 27 858, nrs. 462 en 479) zal de implementatie van het bijenrichtsnoer deze SCoPAFF-vergadering nog niet ter besluitvorming aan de lidstaten worden voorgelegd omdat eerst zal worden besloten over de wijziging van de Uniforme Beginselen (Regulation (EU) 546/2011) en dit besluit vervolgens zal worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Europese Raad.
Het voorstel van de Europese Commissie betreft een wijziging van uitvoeringsverordening (EU) 546/2011 die ziet op de uniforme beginselen voor de evaluatie en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Met de wijziging worden nieuwe normen voor de risicobeoordeling voor honingbijen geïmplementeerd. De normen zijn direct afkomstig uit het EFSA-bijenrichtsnoer en betreffen de acute toxiciteit van stoffen via directe blootstelling (contact) en de inname via voeding (oraal). De nieuwe normen gaan per 1 januari 2020 in en gaan gelden voor aanvragen ingediend vanaf die datum. Ik heb uw Kamer op 4 juli 2019 (Kamerstuk 27 858, nr. 479) reeds geïnformeerd over dit agendapunt, het positieve advies van het Ctgb over het voorstel van de EC en mijn voornemen om in te stemmen met dit voorstel.
Commissiebesluit voor het niet herhalen van vrijstellingen door Roemenië voor twee middelen op basis van neonicotinoiden
De EC stelt voor dat Roemenië de tijdelijke vrijstelling van 2 middelen op basis van neonicotinoiden niet mag herhalen. Naar aanleiding van een landbouwkundige analyse van EFSA concludeert de EC dat er voldoende alternatieven beschikbaar waren voor de tijdelijke vrijstellingen en dat deze daarom niet voldeden aan de voorwaarden uit artikel 53 van Verordening (EC) 1107/2009. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
Commissiebesluit voor het niet herhalen van een vrijstelling door Litouwen voor een middel op basis van een neonicotinoide
De EC stelt voor dat Litouwen de tijdelijke vrijstelling van een middel op basis van een neonicotinoide niet mag herhalen. Naar aanleiding van een landbouwkundige analyse van EFSA concludeert de EC dat er voldoende alternatieven beschikbaar waren voor de tijdelijke vrijstelling en dat deze daarom niet voldeed aan de voorwaarden uit artikel 53 van Verordening (EC) 1107/2009. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten