Verslag houdende een lijst van vragen inzake wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda-maatregelen)
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda-maatregelen)
Lijst van vragen
Nummer: 2019D30828, datum: 2019-07-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D30828).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.J.M. Roovers, griffier
Onderdeel van zaak 2019Z13765:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-07-02 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-07-04 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-07-11 12:00: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (Incidentele suppletoire begroting inzake Urgenda-maatregelen) (TK 35234) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-10-03 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-10-08 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-27 18:00: Gezamenlijke behandeling van de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII), het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2019) (35 234 t/m 237) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-12-03 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D30828 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van het wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.
De voorzitter van de commissie,
Ziengs
De griffier van de commissie,
Roovers
1 | Kunt u aangeven welk instrumenten zijn geïnventariseerd in het kader van stap 6 van het integraal afwegingskader met betrekking tot het bepalen van het beste instrument en welke afweging u hier heeft gemaakt? |
2 | Op welke manier zijn de medeoverheden betrokken bij de te nemen extra maatregelen om aan de Urgenda-uitspraak te voldoen? Kunt u per categorie medeoverheden (provincies, gemeenten en waterschappen) aangeven of zij n.a.v. de Urgenda-uitspraak extra maatregelen nemen om de CO2-uitstoot te reduceren en zo ja, wat dit voor maatregelen zijn? |
3 | Hoe is precies tot het totaal bedrag van 183 miljoen euro voor de begroting BZK gekomen? |
4 | Hoe is de onderverdeling tussen de SEEH en PRE regelingen precies totstand gekomen? |
5 | Op welke manier wordt gemonitord of deze extra middelen daadwerkelijk voldoende zijn? |
6 | Kunt u aangeven of een ex-ante evaluatie is gedaan om de gevolgen van maatregelen in kaart te brengen, conform stap 7 van het integraal afwegingskader? |
7 | Kunt u per maatregel aangeven hoeveel hiermee de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd en wat daarmee de kostenefficiëntie is? |
8 | Op welke wijze borgt u dat de middelen van de SEEH in 2019 tot uitputting komen, ook gegeven de kasschuif bij SEEH van 2019 naar latere jaren tijdens de VJN2019? |
9 | Kunt u nader toelichten waarom SEEH alleen geldt voor eigenaar-bewoners, en niet bijvoorbeeld ook opengesteld wordt voor eigenaar-verhuurders? |
10 | Op welke wijze wordt geborgd dat de middelen die aan het Gemeentefonds worden toegevoegd ten behoeve van de PRE-regeling ook daadwerkelijk aan dit doel worden uitgegeven? |
11 | Wordt de PRE-regeling via het Gemeentefonds opgezet als een specifieke uitkering? |
12 | Kunt u nader uiteenzetten op welke wijze het subsidiëren van private partijen via de PRE-regeling bijdraagt aan het nemen van energiebesparende maatregelen door bewoners? |
13 | Kunt u uiteenzetten waarom ervoor is gekozen de PRE-regeling (deels) via gemeenten te laten lopen, in plaats van middelen direct aan bewoners beschikbaar te stellen? |
14 | Kunt u aangeven waarom de PRE-regeling alleen is opengesteld ten behoeve van woningen en niet bijvoorbeeld ook voor panden met een kantoor- of zorgfunctie? |
15 | Kunt u nader ingaan op hoeveel CO2 -reductie er met zowel de aanvullende middelen voor de SEEH als voor de PRE-regeling wordt beoogd? |
16 | In hoeverre kan het waterzijdig inregelen van CV-installaties ingeregeld worden in de vereisten van de certificeringsplicht van monteurs van gasverbrandingsinstallaties, in plaats van in een apart opleidings- en leertraject? |