Gebruik van niet-toegelaten ontsmettingsmiddel - Dutrirock Bedding Powder
Voedselveiligheid
Brief regering
Nummer: 2019D30924, datum: 2019-07-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26991-556).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van kamerstukdossier 26991 -556 Voedselveiligheid.
Onderdeel van zaak 2019Z15049:
- Indiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-04 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-01-16 10:00: Voedselveiligheid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-01-22 13:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
26 991 Voedselveiligheid
Nr. 556 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2019
Mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) informeer ik u over een stalontsmettingsmiddel (genaamd: Dutrirock Bedding Powder) dat is aangetroffen in vleeskuikenstallen. Het middel werd gepresenteerd als een droogmiddel met als bijkomend voordeel dat het bacteriën en virussen doodt. In de media gericht op pluimveebedrijven is het middel aangeprezen als een «wondermiddel» om Salmonella besmettingen te voorkomen.
Bureau Risicobeoordeling van de NVWA geeft aan dat er geen reden voor zorg is over de volksgezondheid door consumptie van het vlees van de vleeskuikens. Het betreft echter een niet-toegelaten biocide en mag dus niet worden gebruikt in vleeskuikenstallen. Na het fipronilincident in 2017 constateer ik dat opnieuw een niet-toegelaten biocide wordt toegepast in de pluimveehouderij. Dit baart mij zorgen. Het bedrijfsleven is verantwoordelijk voor de borging van de voedselveiligheid en moet zich ervan bewust zijn dat door het gebruik van niet-toegelaten middelen risico’s voor de volksgezondheid kunnen ontstaan.
Ik informeer u over de wijze waarop door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving & Transport (ILT) is ingegrepen om te voorkomen dat dit niet-toegelaten middel breed gebruikt gaat worden.
Incident
Naar aanleiding van een signaal dat de NVWA ontving over een stalontsmettingsmiddel dat is geleverd door een dierenarts is een aantal acties ingezet. Het middel bleek niet in de registers van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) voor te komen.
Allereerst is door de NVWA de samenstelling van het middel onderzocht. Uit de uitslag blijkt dat het middel als desinfecterende werkzame stof chloordioxide bevat. Ook heeft de NVWA monsters genomen van vleeskuikens die in behandelde stallen hebben gezeten om vast te kunnen stellen of residuen (perchloraat en chloraat) van de werkzame stof zijn aangetroffen. Deze monsters zijn onderzocht door het Wageningen Food Safety Research Laboratorium (WFSR). De uitslagen van deze onderzoeken zijn op 29 juni 2019 beschikbaar gekomen en wezen uit dat in het vlees en de lever van de vleeskuikens geen residuen afkomstig van het middel Dutrirock zijn aangetroffen.
Ook heeft het WFSR het middel onderzocht op de aanwezigheid van dioxine en zware metalen. Er is dioxine, lood, cadmium en arseen aangetroffen in het middel. Bij vervolgonderzoek van het vlees en de levers (van de vleeskuikens) zijn deze stoffen hierin niet of ruim onder het wettelijk maximumgehalte aangetoond.
Bureau Risicobeoordeling van de NVWA heeft een inschatting gemaakt van eventuele risico’s voor volksgezondheid. Bureau geeft aan dat er geen reden voor zorg is over de volksgezondheid door de consumptie van producten van de vleeskuikens. Zij signaleert wel dat het mogelijk is dat onder bepaalde condities bij toepassing van het middel chloorgas kan ontstaan. Dit kan inhalatoire problemen veroorzaken. Vanwege eventuele risico’s voor de gezondheid van werknemers hebben we deze informatie ook ter hand gesteld aan de Inspectie SZW.
De ILT heeft, als verantwoordelijke voor het toezicht in de handelsketen van biociden voor professioneel gebruik, afspraken gemaakt met de NVWA over de handhaving in het kader van de biocidenwetgeving. De ILT heeft ervoor gezorgd dat dit middel uit de handel is gehaald en legt de benodigde sancties op.
Ook heeft de ILT geconstateerd dat het middel is geleverd aan bedrijven in andere lidstaten. De ILT heeft de toezichthouders in de andere lidstaten hierover geïnformeerd. De NVWA heeft dit ook gedaan via haar eigen netwerken met collega-toezichthouders.
De ILT heeft de namen van de Nederlandse bedrijven die het middel hebben gebruikt aan de NVWA doorgegeven. Eén van de bedrijven bleek een handelaar. Deze heeft het middel verkocht aan twee bedrijven, waarvan één in het buitenland. Het gaat op dit moment om 26 vleeskuikenbedrijven. Dertien van deze bedrijven hebben het middel niet bij het huidige koppel vleeskuikens gebruikt, bij deze bedrijven worden nu geen verdere acties met betrekking tot de vleeskuikens ingezet. Dertien bedrijven hebben het middel wel bij het zittende koppel vleeskuikens toegepast.
Slachthuizen mochten vlees afkomstig van betrokken bedrijven pas verhandelen nadat was aangetoond dat er geen residuen van Dutrirock in het vlees en de levers van de vleeskuikens zat. Inmiddels is door de NVWA vastgesteld dat er geen residuen van Dutrirock in het vlees en de levers zijn aangetoond. Wel moeten de kippen van de betrokken bedrijven extra worden getest op Salmonella, omdat Dutrirock van invloed kan zijn op de Salmonella uitslagen van een stal.
De ILT en de NVWA blijven alert op de mogelijkheid dat nog andere bedrijven dit middel hebben afgenomen. In dat geval volgt nader onderzoek bij de betrokken bedrijven.
De NVWA zal bij alle bedrijven waar overtredingen zijn vastgesteld doordat het middel is aangetroffen en dit op enig moment is gebruikt de benodigde maatregelen nemen.
Tenslotte
Dit incident laat zien dat de naleving van voedselveiligheidswetgeving niet vanzelfsprekend is. De NVWA heeft op 28 juni 2019 vertegenwoordigers van de betrokken pluimveesector dan ook aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Alhoewel dit incident in omvang niet te vergelijken met het fipronilincident en gelukkig niet tot risico’s voor de volksgezondheid leidt, laat dit wederom zien dat aandacht van betrokken sectoren en hun bedrijven voor de voedselveiligheid van groot belang is. Eens te meer onderstreept dit het belang van de acties die de Minister van LNV en ik hebben ingezet om ervoor te zorgen dat de sectoren er alles aan doen om de voedselveiligheid te borgen1.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Kamerstuk 26 991, nr. 536↩︎